Deze vertelschets gaat over Lukas 1:57-80 en hoort bij les C1.16 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Lukas 1:57-80
Context
Twee weken geleden is verteld dat de engel Gabriël bij Zacharias kwam om te zeggen dat Johannes geboren zou worden. Vorige week is er verteld over de aankondiging van de geboorte van de Heere Jezus. In die geschiedenis kwam ook naar voren dat Maria op bezoek ging bij haar nicht Elisabeth.
Kerntekst
Lukas 1: 64b En hij sprak, God lovende.
Doelstellingen
- De kinderen zien dat de geboorte van Johannes bijzonder is, dat God een wonder doet.
- Ze leren dat Johannes bij de Heere Jezus hoort, dat de geboorte van Johannes te maken heeft met de komst van de Heere Jezus.
- Ze zien dat Zacharias de Heere dankt voor dit wonder en leren dat ze zelf ook dankbaar moeten zijn.
Zingen
Psalm - 105:5; 134:3; lofzang van Zacharias
UMK - De priester Zacharias
Geloofsleer
- HC, antwoord 27 - Alle dingen zijn in Gods hand
Introductie
Praat met de kinderen over danken. Wat is danken? Wanneer dank jij? Voor welke dingen dank jij? Wat is het allermooiste wat God geeft? Op welke manieren kun je de Heere danken?
Beginzin
‘Hé, hoor eens! Bij Zacharias en Elizabeth is de baby geboren!’ ‘Wat leuk! En, wat is het?’ ‘Een jongetje!’
Vertelschets
- ‘Dat is toch bijzonder! Als je nog een kindje krijgt als je al zó oud bent!’ ‘Nou, Elizabeth is al zo oud als een oma, dan kun je eigenlijk helemaal geen kinderen meer krijgen. En nu heeft ze tóch nog een kindje gekregen’. ‘God is goed voor Elizabeth’. De buren en de familie van Zacharias en Elizabeth vertellen het snel verder aan elkaar: er is een jongetje geboren. Wat fijn voor hen!
- Elizabeth en Zacharias zijn heel blij. Wat is God goed voor hen! Zo´n lief jongetje! Toch is Zacharias ook verdrietig. Hij wil wel aan iedereen vertellen dat hij een kindje heeft gekregen en hij wil wel tegen iedereen zeggen hoe goed de Heere voor hen is. Maar… hij kan niet praten. En dat is zijn eigen schuld. Het is voor straf, omdat Zacharias niet geloofde dat hij een kindje zou krijgen. Als de familie bij het kindje komt kijken, kan Zacharias niets tegen hen zeggen. Hij kan niet vertellen van de engel. Hij kan niet zeggen hoe goed God is… Wat erg!
- Als er acht dagen voorbij zijn, is er feest. Feest voor het kindje. Het huis van Zacharias en Elizabeth is helemaal vol mensen. De familie is gekomen, de buren zijn erbij… Als iedereen er is, gaat Zacharias staan, met het baby’tje in zijn armen. Nu zal het kindje een teken van God krijgen. Eén van de mannen heeft een mes. Daarmee snijdt hij een klein velletje weg bij de baby. Dat doet wel een beetje pijn, maar het wordt gauw weer beter. Het is een teken dat het kindje bij Gods verbond hoort. Net zoals bij ons de kleine kinderen gedoopt worden.
- En nu… nu krijgt het kindje ook een naam. ‘Zacharias’, zeggen de mensen. Hij heet Zacharias, net als zijn vader. Elizabeth hoort wat de mensen zeggen. Maar dat is niet goed! De engel heeft gezegd dat het kindje Johannes moet heten. Ze zegt het gauw: ‘Het kindje moet geen Zacharias heten, maar Johannes!’ ‘Johannes…? Maar zo heet toch niemand in jouw familie!’ ‘We zullen het eens aan Zacharias vragen’.
- Een paar mannen lopen naar Zacharias toe. ‘Hoe heet jullie kindje?’ vragen ze. Zacharias wil het heel graag zeggen, die mooie naam! Maar hij kan niet praten… Hij wenkt naar Elizabeth: wil jij mijn schrijfbordje aangeven? Elizabeth brengt het. Het is een plankje van hout. Daarop zit een laagje, een soort klei. Met een scherp stokje kan Zacharias letters schrijven in het zachte laagje. De mannen lezen over zijn schouder mee: Johannes is zijn naam. Toch Johannes!
- Ineens… iedereen wordt stil… Ze horen de stem van Zacharias. Hoe kan dat? Hij kon al heel lang niet praten, en nu… nu zingt Zacharias. Wat wonderlijk… En wat zingt Zacharias mooi: ‘De Heere God gaat ons helpen! Dat heeft Hij al heel lang geleden beloofd en nu gaat Hij het doen. Straks wordt de Heere Jezus geboren. En dit kleine baby’tje Johannes mag de knecht zijn van de Heere Jezus. De Heere Jezus zal ons heel blij maken!’ Zacharias dankt de Heere voor het kindje dat hij heeft gekregen. Dat vindt hij het allermooiste, nu hij weer kan praten: hij kan nu God weer danken, hij kan zingen! God is zo goed voor hem. Hij mag de vader zijn van dit bijzondere kindje, de knecht van de Heere Jezus. Als wij ergens heel blij om zijn, mogen wij God ook danken. Dan mogen we ook voor de Heere zingen. Want alle dingen krijgen we van de Heere.
- Als het feest voorbij is, gaan de mensen weer naar huis. Ze moeten nog vaak denken aan dit bijzondere feest en aan dit bijzondere kindje. Ze praten er ook over met elkaar.
Slotzin
Wat is God goed voor Zacharias en Elizabeth!
Gespreksvragen
Waar dankt Zacharias de Heere voor? Waar mag jij de Heere allemaal voor danken?
Waarom was het heel bijzonder dat Elizabeth een baby’tje kreeg? Waarom is Johannes een bijzonder kindje, wat zal hij worden als hij later groot is?
Wie zal er ook bijna geboren worden?
Samenvatting
Op wonderlijke wijze hebben Zacharias en Elizabeth een zoon gekregen. Op de achtste dag zal hij worden besneden. Als de aanwezigen hem 'Zacharias' noemen, kan zijn vader nog niet spreken. Tot ieders verbazing schrijft hij de naam 'Johannes' op een wastafeltje. Vervolgens kan Zacharias weer spreken en hij zingt een lofzang. Die is allereerst gericht op de beloofde Messias van Wie Johannes de voorloper zal zijn.
Vragen
- Welk wonder is er gebeurd bij Zacharias en Elisabeth?
- Hoe willen de buren het zoontje noemen?
- Wat schrijft Zacharias dan?