Deze vertelschets gaat over Lukas 11:5-13 en hoort bij les A2.16 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Lukas 11:5-13
Context
In het begin van dit hoofdstuk hebben de discipelen gevraagd of de Heere Jezus hen wilde leren bidden. Jezus heeft ze vervolgens het volmaakte gebed, het Onze Vader, geleerd. Na dit onderwijs wát de discipelen moeten bidden, gaat Jezus hen nu leren hóe te bidden.
Kerntekst
Lukas 11:9 en 13: En Ik zeg ulieden: Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt en u zal opengedaan worden. Indien dat gij, die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven degenen, die Hem bidden?
Doelstelling
- De kinderen kennen en begrijpen de gelijkenis van de onbeschaamde vriend.
- De kinderen leren dat ze moeten volharden in het gebed is.
- Ze geloven dat de Heere Zijn Geest zál geven als ze Hem dat vragen.
Zingen
- Psalm 65:1; 103:7; 119:3; 141:1 en 2
- Gezang 5
- ZB - Bidt zonder ophouden / O Heil’ge Geest Die levend maakt / Onze Vader / Van U zijn alle dingen / Zegen ons Algoede
Geloofsleer
- HC zondag 1 - De enige troost in leven en sterven
- HC zondag 45 - Het gebed
- NGB art.11 - De Heilige Geest
Introductie
Geloof jij dat God je hoort als je tot Hem bidt? En, geeft de Heere je ook altijd waarom je vraagt? Waarom is dat zo, denk je? Vind je het ook moeilijk om te bidden, en weet je wel eens niet wát je moet bidden, of hóe je moet bidden? De discipelen van Jezus kenden dat wel…
Deze gelijkenis van de Heere Jezus over het bidden wordt tijdens het verhaal gelezen en toegelicht.
Beginzin
Op een dag zien de discipelen Jezus bidden. Dan bedenken ze dat Jezus hun nog nooit een gebed geleerd heeft. Eén van de discipelen vraagt dan ook: ‘Heere, leer ons bidden, zoals ook Johannes zijn discipelen geleerd heeft.’ En weet je dan wat de Heere Jezus hen leert bidden? Lees het in Lukas 11:1-4.
Vertelschets
- Na dat onderwijs over het gebed is Jezus nog niet klaar. Hij vertelt Zijn discipelen een gelijkenis om te laten zien hóe ze moeten bidden.
- Lees nu met elkaar Lukas 11:5-8. Misschien vind je het een beetje een vreemd verhaal. Wie gaat er nu midden in de nacht naar een vriend om brood te lenen? En waarom zou die vriend de deur niet open willen doen? Maar om dit te begrijpen, moeten we weten hoe de mensen in Jezus’ tijd leefden.
- In het Midden-Oosten is gastvrijheid heel belangrijk. Als er bezoek komt, verwelkom je hen in je huis, ook als het jou niet zo goed uitkomt. En, je geeft hun natuurlijk een lekkere maaltijd. Maar bij een goede maaltijd hoort vers brood. Omdat brood in het warme Israël niet lang lekker blijft, wordt het meestal gelijk na het bakken of kopen opgegeten. En dan gebeurt het dus dat die man die zo laat in de avond/nacht bezoek krijgt, geen brood meer heeft.
- Maar hij weet wel dat zijn vriend nog wel brood heeft, dus gaat hij hem storen. Dat kan hij doen omdat het zijn vriend is, hij weet dat hij bij hem terecht kan. Maar toch is zijn vriend niet zo blij met hem. Hij ligt al op bed, en bovendien slapen al zijn kinderen met hem in die ene kamer, naast de voordeur. Als hij die grote houten deur met die zware ijzeren balk ervoor open gaat doen, zullen al zijn kinderen wakker worden, en dat wil hij niet.
- En toch, zegt Jezus, zal die vriend de deur open gaan doen! Waarom? Omdat die andere man misschien wel door zal blijven kloppen. Of omdat die vriend toch bedacht heeft dat hij hem niet zomaar kan laten staan. En uiteindelijk geeft de vriend hem zoveel broden als hij nodig heeft.
- Maar waarom vertelt Jezus dit verhaal aan Zijn discipelen? Lees maar in Lukas 11:9-10. De Heere Jezus wil leren dat de discipelen, dat wij, net zo moeten bidden als die man aan de deur. Omdat hij bleef kloppen en vragen, kreeg hij die broden. Zo moeten wij bidden, kloppen en zoeken, zegt de Heere Jezus. Niet maar één keertje bidden of kloppen, maar blijven zoeken. En dan zul je ontvangen en vinden, dan zal de deur opengaan.
- Maar, krijgen wij dan altijd waar we om bidden? Geeft God ons precies dat wat wij vragen? Misschien heb jij wel gebeden dat je oma beter zou worden, en is ze toch gestorven. Hoe kan dat dan? Dat zijn moeilijke vragen, waarop je niet zomaar een antwoord kunt geven. In ieder geval zegt de Heere Jezus hier dat God je altijd hoort als je bidt. De Heere wil dat we tot Hem bidden, dat we Hem vragen wat we nodig hebben. Onze gebeden laten Hem niet koud! Maar, God doet wel eens iets anders dan wij Hem vragen. Weet je waarom? Omdat alleen God weet wat goed voor ons is. Hij belooft dat Hij alles wat er gebeurt mee zal laten werken ten goede. Dus, er is niets wat God niet gebruikt voor Zijn doel met jouw leven! Daarom leert Jezus ook bidden: ‘Uw wil geschiede’. Wat God wil, dat moet en zal gebeuren. Geloof je dat?
- De Heere Jezus maakt dat duidelijk met een voorbeeld. Lees Lukas 11:11-13. Er is toch geen vader die zijn kind een steen of een slang te eten geeft? Een vader en moeder willen toch goed voor hun kinderen zorgen? Nou, zegt Jezus, als jullie zondige mensen al goede gaven geven aan je kinderen, denk je dan dat de Vader in de hemel het verkeerde zal geven aan Zijn kinderen?! Nee, Hij zal de Heilige Geest geven aan iedereen die Hem bidt.
- Het allerbeste dat God je wil geven, is de Heilige Geest, om in je hart te wonen. En de Heere Jezus belooft hier dat iedereen die aan God vraagt om Zijn Geest, die Geest ook zal ontvangen. Als jij God bidt om een nieuw leven, waarin je wél wilt luisteren naar de Heere en zult doen wat Hij vraagt, dan zál Hij je Zijn Heilige Geest geven. Daar kun je zeker van zijn! Volhard daarom in het bidden, op Gods tijd, die altijd de beste is, zal Hij je helpen.
Slotzin
Want een ieder die bidt, die ontvangt; en die zoekt, die vindt; en die klopt, die zal opengedaan worden!
Gesprek
- Zijn er ook dingen in dit Bijbelgedeelte die je moeilijk vindt?
- Geloof en merk je dat de Heere luistert als je bidt? Hoe zou je dat kunnen weten?
- Wat vind jij het allerbelangrijkste om voor te bidden?
- Waar mag je allemaal voor bidden?
- Heeft God jouw gebed wel eens verhoord?
- Wanneer verhoort God een gebed niet?
- Waarom krijg je niet altijd waar je om vraagt?
Samenvatting
De Heere Jezus vertelt hoe iemand om middernacht bij zijn vriend aanklopt om brood te lenen. De vriend weigert open te doen; hij heeft daar verschillende redenen voor. Maar om de onbeschaamdheid van de vrager zal hij geven wat nodig is. Zo zal ieder die de Heere bidt, ontvangen. De Heere Jezus maakt duidelijk dat de goedheid van mensen al veel kan lijken, maar dat Zijn genade, Zijn trouw, oneindig veel groter zijn.
Vragen
- Welke gelijkenis vertelt de Heere Jezus?
- Wat is de betekenis ervan?
- Wat geven ouders aan hun kinderen?
- Wat is dit in vergelijking tot wat Jezus geeft?