Deze vertelschets gaat over Markus 7:31-37 en hoort bij les B2.23 van het zondagsschoolmateriaal van het LCJ.
Bijbelgedeelte: Markus 7:31-37
Context
In het land van Tyrus en Sidon heeft de Heere Jezus de dochter van de Kananese vrouw die door de duivel bezeten was, genezen. Hij kon daar niet langer blijven, want het zal niet lang duren of het zal overal bekend worden dat Hij een wonder heeft gedaan. Daarom verlaat de Zaligmaker deze landstreek en gaat met Zijn discipelen naar de oostzijde van het meer van Gennesaret.
Kerntekst
Markus 7:37 Hij maakt dat de doven horen en de stommen spreken.
Doelstellingen
- Aan de kinderen laten zien dat de Heere de Schepper is van onze oren en mond.
- De kinderen leren wat de bedoeling was van de tekenen van de genezing.
- De kinderen weten dat Gods genade soeverein is.
Zingen
- Psalm 5:1-3; 38:13-15; 51:8; 94:5; 119:9
- ZB - Jezus, open mijn oren / Nooit kan ’t geloof teveel verwachten
Geloofsleer
- HC zondag 25 - De sacramenten
- NGB art. 33 - De sacramenten
Introductie
Jelmer tikt Arne op zijn arm. Die draait zich naar zijn vriend toe en kijkt hem vragend aan. Jelmer begint met zijn handen en zijn lippen te bewegen en vraagt zonder geluid te maken: ‘Ga je mee naar de kinderboerderij?’ Met een paar razendsnelle gebaren antwoordt Arne.
Vraag aan de kinderen of ze begrijpen wat er aan de hand is en leg dan uit dat Arne doof is, echt niets hoort. Hij kan ‘praten’ met zijn handen, in gebarentaal. Op Effatha, de school voor doven en slechthorenden, leert hij praten. Je kunt wel goed horen dat hij doof is: zijn stem is monotoon.
Beginzin
Tussen de hoge bergen in Galilea lopen dertien mannen. Wie zijn die mannen? Het zijn de Heere Jezus en Zijn twaalf discipelen. Het is een woeste streek. Ze zien geen mens. Alleen het vee dat graast op de hellingen van de bergen.
Vertelschets
- Hier heeft de Heere Jezus eerder ook gelopen. Toen heeft Hij op deze ruige vlakte de bezetene van Gadara ontmoet en de duivelen bevolen uit hem te gaan. De zwijnen waar ze in voeren, zijn in het meer gestort. De mensen hebben de Heere Jezus weggestuurd. De genezen man bleef in zijn woonplaats en vertelde overal over Jezus.
- Zo gebeurt het dat als de Heere Jezus in hun woonplaats komt en tussen de mensen loopt, de mensen elkaar aanstoten en tegen elkaar zeggen: ‘Daar loopt de Heere Jezus over wie we zoveel gehoord hebben. Waarom is de Heere Jezus dan toch gekomen? Omdat er geen zondaar te groot voor Hem is en omdat Hij weet dat de mensen Hem nodig hebben. Dat is nu ook nog zo. Zo gebeurt het dat de schare om de Heere Jezus heen steeds groter wordt.
- Een paar mannen komen bij de Heere Jezus met een dove man, die moeilijk spreekt. Hij kan bijna niet praten en stoot alleen maar onverstaanbare klanken uit. Ook kan hij niets horen omdat hij doof is. Als hij iets nodig heeft, of pijn heeft, kan hij het niet vertellen. De mannen vragen aan de Heere Jezus of Hij de doofstomme man de handen op wil leggen. Dit hadden de mensen de Heere Jezus al meer zien doen. Ze denken dat er van de handen van de Heere Jezus kracht uit gaat. Maar de kracht van de Heere Jezus zit hem niet in Zijn handen. Daarom legt Hij de dove nu niet de handen op. Kijk maar eens wat de Heere Jezus wel gaat doen.
- Hij neemt de man apart. Zodat de man goed kan begrijpen wat de Heere Jezus bij hem gaat doen. De Heere Jezus laat met verschillende tekenen zien dat Hij de doofstomme gaat genezen.
- Jezus steekt Zijn vingers in de oren van de man. Teken van de mans doofheid en Jezus’ macht om zijn oren te openen.
- Daarna spuwt Hij op Zijn handen en raakt met het speeksel de tong van de man aan. Teken dat op Jezus’ Woord de mond van de man gaat spreken.
- Waarom doet de Heere Jezus dat? Dat is toch niet nodig? Hij hoeft maar één woord te spreken en de doofstomme zou genezen zijn. Hij wil de doofstomme man laten zien dat Hij de Geneesmeester is. Hij moet het voelen en zien dat de Heere Jezus Degene is die hem geneest. Als de Heere Jezus deze tekenen gedaan heeft, kijkt Hij naar de hemel. In biddend opzien tot God, Zijn Vader zucht Hij. Hij zucht uit diepe bewogenheid over de ellende van de dove en uit groot verdriet over de zonde. Want door de zonden zijn er ziekten op de aarde gekomen.
- Dan zegt de Heere Jezus met krachtige stem: Effatha. Dat betekent: word geopend. De Heere Jezus geneest alleen door het Woord. Hij gebiedt de man te horen en te spreken en dat gebeurt meteen. De man hoort weer en hij kan weer goed spreken. Het zijn geen onverstaanbare klanken meer. Het is een dubbel wonder!
- De Heere Jezus heeft dit wonder gedaan om de mensen te laten zien dat Hij de Messias is. Hij wil de mensen, en ons, leren dat Hij degene is die onze oren kan openen zodat we naar Hem gaan luisteren, dat Hij ons een tong kan geven die Hem in waarheid kan aanbidden.
- Jezus verbiedt het wonder bekend te maken. De mensen mogen het aan niemand vertellen. Want de Heere Jezus weet dat als de mensen van dit wonder horen ze hem als een soort wonderdokter gaan zien in plaats van als de Messias. Hij is toch in de eerste plaats gekomen om hen te verlossen van hun zonden. Maar ze luisteren niet. Ze vertellen het aan iedereen.
- Buiten zichzelf van verbazing prijzen de mensen Zijn wonderwerk. Ze zeggen dat de Heere Jezus alles goed maakt. Hij maakt dat doven horen en stommen spreken. Zo laten ze de profetie (Jesaja 29:18) in vervulling gaan.
Slotzin
De Heere Jezus wist dat de mensen in Galilea Hem nodig hadden. Hij weet dat er nu nog mensen zijn die Hem nodig hebben. Heb jij Hem nodig om je oren, je hart, te openen om Zijn stem echt te horen? Hij wil nu dat wonder doen! Dan ga je luisteren naar Hem en je tong gebruiken om Hem te aanbidden.
Gesprek
Waarom deed de Heere Jezus zoveel tekenen? Wat betekenen de tekenen die de Heere Jezus deed bij de genezing van de doofstomme man? Wat betekent het dat er in de Bijbel staat dat we wel oren hebben, maar niet horen? Wat zijn Sacramenten? Wat betekent het dat de sacramenten een teken en zegel zijn? Is er verschil met de tekenen die de Heere Jezus deed? Wat?
Samenvatting
Als de Heere Jezus weer bij het Meer van Galilea is, brengen mensen een dove bij Hem. Zij vragen Hem de handen op te leggen zodat hij zal genezen. Jezus steekt Zijn vingers in de oren van de dove, spuugt en raakt zijn tong aan. Jezus ziet op naar de hemel, zucht en gebiedt: 'Effatha'. Meteen kan de man horen en spreken. Tegen Zijn gebod in vertellen ze overal wat er gebeurd is.
Vragen
- Wat voor patiënt brengen de mensen bij de Heere Jezus?
- Wat doet de Heere Jezus?
- Wat laat Jezus met dit wonder zien?
- Wat vind je van deze zin: 'Was Jezus nog maar op aarde, dan zou Hij nog steeds mensen genezen.'