Deze vertelschets gaat over Handelingen 3:1-19 en hoort bij les C1.31 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Handelingen 3:1-19
Context
Het wonder van de genezing van de kreupele vindt plaats kort na Pinksteren. De eerste christengemeente bloeit. De christenen hebben elkaar lief en zijn trouw aan de leer van de apostelen. Elke dag komen er mensen tot geloof.
Kerntekst
Handelingen 3:6b In de Naam van Jezus Christus, de Nazarener, sta op en wandel!
Doelstellingen
- Aan de kinderen laten zien dat de Heere Jezus machtig is om (genezings)wonderen te doen, door de discipelen heen, ook al is Hij Zelf niet meer bij hen.
- Het wordt hen duidelijk dat de Heere Jezus ook het wonder van het geloof geeft.
- Ze beseffen dat het geloof in de Heere Jezus blijdschap geeft, die zelfs dieper gaat dan die van genezing.
Zingen
- Psalm 9:1; 31:5; 71:17a; 81:12; 116:10; 136:4
- UMK - Er zit bij de tempelpoort een man
- ZB - Looft de Heere, alle gij volken / Zijn liefde zocht mij teder / ‘k Heb geloofd en daarom zing ik
Geloofsleer
- DL 1, art. 6 - Gods eeuwig besluit
- DL 3/4, art. 13 - Gods werk is onbegrijpelijk
Introductie
Wie van jullie kent iemand die niet meer lopen kan of die al heel lang ziek is? Zou zo iemand nog beter kunnen worden, denk je?
Beginzin
‘Hé, daar komen weer een paar mannen aan. Wie weet willen zij mij wel wat geld geven!’ De man die bij de poort zit, kijkt naar de twee mannen. Dan houdt hij zijn hand op. Zal hij wat krijgen?
Vertelschets
- Elke dag zit de man hier bij de poort. Elke dag vraagt hij aan de mensen om geld. Hij kan niet lopen, want hij is verlamd. Hij heeft nog nooit gelopen. Ook niet toen hij nog een klein jongetje was. Hij kan ook niet werken om geld te verdienen. Elke dag zit hij daarom bij de poort de mensen om geld te vragen. Hij moet toch eten!
- Daar komen Petrus en Johannes aan. Zij komen om te bidden in de tempel.
- Als de verlamde man Petrus en Johannes ziet, vraagt hij: ‘Hebt u misschien een aalmoes voor mij? Wilt u mij wat geld geven?’
- Petrus kijkt de man aandachtig aan en zegt dan: ‘Kijk ons aan!’
- De verlamde man kijkt Petrus aan en denkt: ‘Hij zal mij vast wat geld willen geven of iets om van te leven.’
- Maar dan zegt Petrus iets heel anders: ’Ik heb geen geld, geen zilver, geen goud. Maar ik heb wat anders en dat geef ik u. In de Naam van Jezus Christus de Nazarener, sta op en wandel!’
- Petrus grijpt de man bij zijn rechterhand en trekt hem overeind. Dan gebeurt er een groot wonder! Zijn voeten en enkels zijn opeens weer sterk en kunnen hem weer dragen. Hij kan weer lopen, net zoals andere mensen. Wat een groot wonder! Wat is God goed. De man gelóóft meteen in God en de Heere Jezus en hij weet: God heeft mij genezen!
- Hij is zó ontzettend blij en dankbaar! Hij springt en wandelt en looft God. Dan gaat hij samen met Petrus en Johannes naar de tempel om God te danken en te prijzen.
- In de tempel zijn veel mensen die hem allemaal zien en horen hoe hij God looft.
- ‘Hé, kijk toch eens! Wie is dat? Nee, maar, dat is de bedelaar, die altijd bij de tempelpoort zat en die niet lopen kon! Hoe kan dat toch? Hoe komt het toch dat hij nu ineens lopen en zelfs springen kan?’ Ze zijn heel erg verbaasd over wat er met hem is gebeurd. Hoe is dát mogelijk?
- ‘Hé, wat is hier aan de hand? Waarom staan jullie hier allemaal bij elkaar en waarom zijn jullie zo opgewonden?’ ‘Kijk dan, de kreupele bedelaar kan weer lopen!’ ‘Zo, hoe kan dat nu?’ Steeds meer mensen komen bij elkaar in de zuilengang van Salomo in de tempel.
- Als Petrus dat ziet, begint hij te praten: ‘Israëlieten, waarom zijn jullie zo verbaasd? Waarom kijken jullie naar ons alsof wij zelf deze man beter gemaakt hebben? Want dat is niet zo. Weten jullie Wie dat heeft gedaan? De Heere Jezus! De Heere Jezus heeft er voor gezorgd dat deze man weer kan lopen. Zó machtig is de Heere Jezus!’
- Deze man gelooft in de Heere God. Hij is zó blij, zó gelukkig!
Slotzin
Als jij in Hem gelooft, vergeeft Hij je alle zonden en zul je net zo blij en gelukkig zijn als deze man. Het is zo heerlijk om de Heere te dienen!
Gesprek
Waarom zat de man bij de poort? Wat dacht hij toen hij Petrus en Johannes aan zag komen? Wat zei Petrus tegen hem? Hoe kwam het dat de kreupele man gelijk wist Wie hem genezen had? Waarom waren de mensen zo verbaasd dat de kreupele man genezen was? Hoe voelde de man zich?
Samenvatting
Petrus en Johannes gaan naar de tempel. Daar zit een man die al vanaf zijn geboorte verlamd is. Hij vraagt om een liefdegave van Petrus en Johannes. Petrus zegt dat hij geen geld kan geven maar hij mag hem in de Naam van Jezus Christus laten lopen. De man verheerlijkt God. Het volk ziet hem lopen en herkent hem. Petrus roept hen op tot bekering. Ze hebben de Heilige en Rechtvaardige verloochend. Door het geloof in Hem kan de man weer lopen. Door Hem kunnen de zonden vergeven worden.
Vragen
- Wie zit er bij de tempelpoort?
- Wie komen er langs?
- Wat kunnen zij niet geven?
- Wat wel?