Deze vertelschets gaat over Handelingen 1:4-14 en hoort bij les B1.43 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Handelingen 1:4-14
Context
De Heere Jezus is niet gelijk na Zijn opstanding opgevaren naar de hemel. In de veertig dagen na Pasen is Hij vele malen verschenen aan Zijn discipelen. Hij wilde hen ervan overtuigen dat Hij werkelijk was opgestaan. Bovendien moest Hij hen het nodige onderwijs geven met het oog op de komende tijd. Ze moesten voorbereid worden op hun nieuwe taak: de verkondiging van het evangelie.
Kerntekst
Handelingen 1:11b Deze Jezus, Die van u opgenomen is in de hemel, zal alzo komen, gelijkerwijs gij Hem naar de hemel hebt zien heenvaren.
Doelstellingen
- De kinderen kennen de geschiedenis van de hemelvaart.
- Ze worden opgeroepen het evangelie te geloven en, in alle eenvoud, door te geven.
- Ze begrijpen de betekenis van hemelvaart en beseffen het belang daarvan ook voor hen persoonlijk.
Zingen
- Psalm 24; 47:3; 68:9; 133
- ZB - Looft de Heere, alle gij volken / Roept uit aan alle stranden
- UMK - Na veertig blijde dagen / Naar de hemel ging de Heer’
Geloofsleer
- HC zondag 18 - De hemelvaart
- HC zondag 19 - Jezus aan de rechterhand van God; de wederkomst
- NGB, art. 26 - De voorbidding door Christus
Introductie
Schrijf de uitspraak van Corrie ten Boom op het bord: ‘Of je bent een zendeling òf je bent een zendingsveld.’
Vraag: wat is een zendeling? Wat is een zendingsveld? Praat door over de betekenis van deze uitspraak.
Beginzin
Meer dan dertig jaar geleden heeft de Heere Jezus Zijn Thuis verlaten. Thuis: dat is de hemel. Dat deed Hij niet zó maar. Hij moest en wilde de hemel verlaten. Maar nu is Zijn werk op aarde klaar. Nu gaat Hij terug naar het huis van Zijn Vader.
Vertelschets
- ‘Jullie moeten in Jeruzalem blijven wachten. Het zal niet lang meer duren, dan zal de belofte vervuld worden, die Ik jullie gegeven heb.’ De discipelen kijken elkaar aan. Wat bedoelt hun Meester? Ja, ze weten het wel: Hij heeft beloofd dat de Heilige Geest zal komen. Maar hoe dat zal zijn? En wanneer? Dat begrijpen ze helemaal nog niet.
- De afgelopen weken hebben ze de Heere Jezus vele malen ontmoet. Wat waren ze bedroefd toen Hij gekruisigd was. Ze kónden bijna niet geloven dat Hij werkelijk opgestaan was uit de dood. Maar de vrouwen, Petrus, andere discipelen, ze hadden Hem die eerste dag al gezien.
- Nu zijn ze in de opperzaal, samen met Jezus. ‘Zult U nu Uw Koninkrijk vestigen?’ vragen ze. Denken ze nu nog steeds dat de Heere Jezus Koning op aarde zal worden? De Heere Jezus wijst hen er op dat Zijn Vader zal zorgen dat de belofte vervuld wordt. Wanneer dat precies zal zijn, hoeven zij niet te weten.
- Jezus zal geen Koning op aarde zijn. Hij is God. Zijn Koninkrijk is in de harten van alle mensen die in Hem geloven. Ook in jouw hart?
- Intussen verlaten ze de opperzaal. Ze lopen door de straten van Jeruzalem, de stad uit, naar de Olijfberg.
- ‘Ik beloof jullie, dat jullie de kracht van de Heilige Geest zullen ontvangen!’ Het betekent dat de discipelen dan zullen mogen vertellen, getuigen van de Heere Jezus. Eerst in Jeruzalem. Daarna zullen ze de stad uitgaan en in de streek om Jeruzalem vertellen, dan nog verder, in heel Israël en tenslotte zullen ze overal heen trekken om te prediken. De Heere zal hun de kracht en de gaven geven om dat te doen.
- Het groepje mannen staat bij elkaar. Ze hebben naar de woorden van Jezus geluisterd. Ze zien hoe Hij Zijn handen over hen uitstrekt; Hij zegent hen. En terwijl ze daar staan, wordt hun Meester opgeheven. Hoger en hoger, tot er een wolk tussen Hem en het groepje op de Olijfberg schuift. Ze kunnen de Heere Jezus niet meer zien. Ze blijven kijken.
- Ineens klinkt naast hen een stem: ‘Waarom staan jullie daar en kijken omhoog? Jezus Die zojuist in de hemel is opgenomen, zal zo ook terugkomen.’ Naast hen staan twee mannen in witte kleding, twee engelen. De discipelen luisteren naar hen. Ja, Hij zal terugkomen.
- Er komt een dag dat Jezus op de wolken van de hemel verschijnt. De discipelen zullen Hem dan zien.
- Jij zult Hem dan zien! Verlang je naar die dag?
- In de hemel zit de Heere Jezus aan de rechterhand van Zijn Vader. Toen Hij nog op aarde was, heeft Hij gezegd dat Hij terug zou gaan om in de hemel plaats te bereiden, klaar te maken voor al degenen die in Hem geloven. ‘Want in het huis van Mijn Vader zijn veel woningen.’ Ontelbaar veel mensen zullen daar een plaats krijgen. Voor iedereen die in Hem gelooft, is er ruimte.
- Zul jij daar ook bij zijn?
- In de hemel bidt Hij ook voor Zijn kinderen. Hij blijft voor hen zorgen.
- De discipelen kijken elkaar aan. ‘Laten we teruggaan’, zeggen ze tegen elkaar. Vol van wat ze hebben gezien, keren de mannen naar Jeruzalem terug. Door Jeruzalem lopen ze naar de zaal waar ze steeds al bij elkaar geweest zijn.
- Hier zullen ze wachten tot de belofte die de Heere Jezus hun deed, wordt vervuld.
Slotzin
In de opperzaal is een grote groep bij elkaar: de discipelen, de vrouwen, de broers van Jezus. Allemaal verschillende mensen, maar ze zijn één met elkaar. Ze bidden en smeken de Heere om de vervulling van Zijn belofte.
Gesprek
- Waarom móest de Heere Jezus de hemel verlaten? Waarom mag Hij nu terug naar het huis van Zijn Vader? Wat heeft Hij hun beloofd? Hoe voelen de discipelen zich, denk je? Wat doet de Heere Jezus in de hemel?
- Gebeuren er nu nog wonderen? Weet je voorbeelden van wonderen in levens van mensen? Vertel er eens wat over.
- Wat heeft de opdracht van de Heere Jezus aan Zijn discipelen om het evangelie te verkondigen ons te zeggen? Praat met de kinderen wat verder door over de opdracht om getuige te zijn. Wanneer kun je pas echt getuige zijn? Proberen zij wel eens het evangelie door te geven?
Samenvatting
De Heere Jezus neemt de discipelen mee naar de Olijfberg. Hij vertelt hen dat ze in Jeruzalem moeten blijven, omdat ze gedoopt zullen worden met de Heilige Geest. De discipelen zullen getuigen zijn van de Heere Jezus, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria tot aan het einde van de aarde. Als Hij dit gezegd heeft, wordt de Heere Jezus opgenomen naar de hemel, totdat er een wolk komt, waardoor ze Hem niet meer kunnen zien. Terwijl ze nog omhoog zien, staan er ineens twee mannen in witte kleren bij hen. Ze vragen waarom ze naar de hemel kijken, want Deze Jezus zal ook weer terugkomen op de wolken. De discipelen keren terug naar Jeruzalem om daar met volharding te bidden en te smeken.
Vragen
- Waar gaat de Heere Jezus met de discipelen naar toe? Wat gebeurt daar?
- Waar moeten de discipelen blijven?
- Wat zullen ze krijgen?
- En wat moeten ze dan gaan doen?
- Wat doen de discipelen als ze terug zijn in Jeruzalem?