Deze vertelschets gaat over Jozua 8 en hoort bij les C3.5 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Jozua 8
Context
Het volk Israël is ongehoorzaam geweest aan de Heere en heeft daarom de nederlaag geleden in de strijd om de stad Ai. Na de dood van Achan ziet God weer in gunst om naar Zijn volk.
Kerntekst
Jozua 8:1 Toen zeide de Heere tot Jozua: Vrees niet, en ontzet u niet; neem met u al het krijgsvolk, en maak u op, trek op naar Ai; zie, Ik heb de koning van Ai, en zijn volk en zijn stad, en zijn land in uw hand gegeven.
Doelstellingen
- De kinderen weten dat God betrouwbaar is en Zijn woord houdt.
- Ze beseffen dat de zonde van Achan is gestraft en dat de Heere weer met het volk optrekt.
- Ze zien de gehoorzaamheid van het volk en beseffen dat God dat ook van ons vraagt.
- Ze worden herinnerd aan Gods geboden die Hij gaf: 'om die te doen uit dankbaarheid.’
Zingen
- Psalm 6:9; 75:1; 99:8; 105:1; TG: 1 en 9
- ZB - Looft de Heere alle gij volken / God is getrouw
Geloofsleer
- HC zondag 34 - Van de wet
Introductie
‘Goedemorgen juf Els, wilt u even naar de directeur gaan? Hij wil u even spreken.’ Met een vrolijk gezicht staat juf Inge bij de deur. Juf Els stopt met voorlezen. ‘Dat is goed, maar wie zorgt er dan voor mijn klas?’ ‘O, dat doe ik wel even’, zegt juf Inge. ‘We maken het wel gezellig met elkaar.’ Ze geeft de kinderen een knipoog. Juf Els loopt de klas uit.
Snel gaat juf Inge op haar stoel zitten, ze kijkt geheimzinnig. ‘Ik wil iets met jullie bespreken en de juf mag het niet horen. Daarom heb ik een list bedacht om haar uit de klas te krijgen.’ Ze vertelt verder: ‘Over twee weken is juf Els jarig! Dan gaan we natuurlijk feest vieren en cadeaus voor haar kopen. Het moet een verrassing blijven, daarom heb ik haar weggestuurd.’ De kinderen luisteren met grote ogen. Ze vinden het wel slim bedacht van juf Inge. Een feest? Daar hebben ze wel zin in!
Juf Inge had voor de grap een list bedacht om juf Els uit de klas te krijgen.
Beginzin
‘Wees maar niet bang! Ik zal de stad Ai in jullie hand geven.’ Wat heerlijk is het voor Jozua om deze woorden te horen.
Vertelschets
- Het is God die dit zegt. Nu Achan gestraft is, zorgt Hij weer voor Zijn volk. Hij zal zorgen dat ze verder Kanaän in kunnen trekken. Ze zullen nu wel winnen van de soldaten van de stad Ai.
- Hij geeft Jozua een bevel: ‘Roep de soldaten bij elkaar en ga op weg.’ Ze hoeven niet bang te zijn, ze zullen zeker winnen. God zal met hen meegaan.
- Jozua legt aan het leger uit hóe ze de stad zullen veroveren. ‘Luister goed! Vannacht moet een groep soldaten vooruitgaan en zich verstoppen vlak bij de stad. Doe héél voorzichtig, héél stil, niemand in de stad mag het merken.
- Morgen zal ik ook komen met de rest van het leger. De soldaten van Ai zullen ons zien en dan zullen ze vast hun wapens grijpen om ons te verslaan, net als de vorige keer. Als dat gebeurt, draaien we ons om en rennen weg. Het lijkt alsof we bang zijn en niet goed durven te vechten.’
- De Israëlieten luisteren goed. Ja, ze begrijpen het helemaal. De soldaten van Ai zullen dan wel hard achter Jozua en zijn soldaten aan rennen. Jozua gaat verder: ‘Let dan goed op: Als we ver genoeg bij de stad vandaan zijn, kunnen de soldaten die zich verstopt hebben, de stad ingaan. Ze moeten de stad in brand steken, dat heeft God gezegd. De Heere heeft de stad aan ons gegeven.’
- Zo gebeurt het. Die avond gaat de eerste groep soldaten op weg. Ze sluipen stilletjes door de donkere nacht. Op weg om zich te verstoppen.
- De volgende morgen gaat Jozua met de andere soldaten erop uit. Het wordt spannend als ze in de buurt van Ai komen... wat zal er nu gaan gebeuren? Heeft de koning van Ai het leger van Israël al gezien?
- De poorten van Ai gaan open; de soldaten marcheren de stad uit. Je ziet wapens glinsteren. Ze komen het leger van Israël tegemoet. Ze denken misschien wel: ‘We zullen dat leger van de Israëlieten wel weer even verslaan.’
- Jozua geeft zijn soldaten een teken: ’Wegvluchten mannen!’ De soldaten draaien zich om en rennen weg. Juichend rennen de mannen van Ai achter de Israëlitische soldaten aan. ‘Ha’ denken ze, ‘wat een bange soldaten, ze durven niet te vechten. Wij wel! We zullen laten zien hoe sterk we zijn!’ Ook de mannen die nog in de stad zijn overgebleven, worden geroepen. Allemaal gaan ze achter de soldaten van Israël aan.
- Kijk nu naar Jozua! Hij pakt zijn spies en steekt hem hoog in de lucht, zodat iedereen het goed kan zien, in de richting van de stad Ai. Dat is Gods bevel.
- Hierop hebben de soldaten, die zich verstopt hadden, gewacht. Ze komen uit hun schuilplaatsen en rennen de stad binnen. Het is niet moeilijk om binnen te komen nu. Alle mannen zijn immers achter het leger van Jozua aangerend! Niemand houdt hen tegen! Ze steken de stad in brand.
- Al snel zie je een rode gloed van vlammen boven de stad. De mannen van Ai zien het ook... wat schrikken ze! Ze begrijpen dat ze in de val gelopen zijn! Vóór hen is het leger van Israël en in hun eigen stad zijn de soldaten ook al.
- In paniek proberen ze om zich heen te slaan, ze vechten voor hun leven. Maar God is met het leger van Israël! Weet je nog wat Hij beloofd had? ‘Wees maar niet bang, Ik zal de stad Ai in jullie hand geven.’
- God denkt altijd aan wat Hij heeft beloofd, Hij houdt Zijn woord! Alle mannen van Ai worden gedood, er blijft er niet één over.
- De stad wordt verbrand, nu mogen ze wel spullen uit de huizen meenemen. Ze doden de koning van Ai.
- Gaan de soldaten nu de overwinning vieren? Zijn ze trots op zichzelf? Nee, alle Israëlieten trekken naar de berg Ebal. Daar bouwt Jozua een altaar. Ze gaan offeren en God danken. Hij krijgt de eer van de overwinning, Hij zorgde wonderlijk goed voor Zijn volk!
- Heel het volk komt erbij staan. Mannen, vrouwen, kinderen, allemaal horen ze erbij.
Slotzin
Dan leest Jozua met luide stem de geboden van God voor, zodat iedereen het weer weet: Zo wil de Heere dat we leven zullen. Tot eer van Hem!
Gesprek
In psalm 6 staat: ‘Hij houdt getrouw Zijn woord.’ Is dat ook in deze geschiedenis te zien? Kun je nog andere voorbeelden noemen waaraan je kunt zien dat de Heere doet wat Hij belooft? Waarom zou ik eerst het verhaaltje over juf Inge hebben verteld? Wat moest Jozua doen om te winnen van de soldaten van Ai? Wat is er nu anders dan toen de Israëlieten Jericho binnen gingen? Wat kun je leren van deze geschiedenis?
Samenvatting
In opdracht van de Heere legt Jozua een hinderlaag bij Ai. Een deel van het leger stelt zich bij de stad op en slaat op de vlucht als het leger van Ai uit de stad op hen af komt. Degenen die in hinderlaag liggen, nemen de stad in en steken haar in brand. Het leger van Ai bevindt zich tussen de twee eenheden van de Israëlieten en wordt verslagen. Geen van de inwoners van Ai blijft in leven en de stad wordt met vuur verwoest. Jozua bouwt een altaar en schrijft de wet van Mozes op stenen, waarna Jozua die voorleest.
Vragen
- Waarom mogen de Israëlieten Ai nu wel aanvallen?
- Komen alle Israëlieten naar Ai? Waar is de rest?
- Wat gebeurt er dan?
- Wat doet Jozua als ze overwonnen hebben?