Bijbelgedeelte: Johannes 19:17-42

Context
De Heere Jezus is gevangen genomen en door de Joden tot de dood veroordeeld. Om hiervoor toestemming te krijgen, brengen ze Jezus naar de stadhouder: Pontius Pilatus. Na de verhoren door Pilatus, Herodes en vervolgens weer door Pilatus, is de Heere Jezus onschuldig veroordeeld tot de kruisdood.

Kerntekst
Johannes 19:30 Het is volbracht

Doelstellingen

De kinderen weten dat de Heere Jezus geleden heeft aan het kruis op Golgotha en dat Hij gestorven is en begraven is door Nicodemus en Jozef van Arimathea.
Ze beseffen dat de Heere Jezus dit wílde doen, om zondige kinderen te verlossen van de zonde.

Zingen

Psalm 2:7; 22:1; 116:2,3
ZB - Leer mij o Heer’ Uw lijden recht betrachten / Op die heuvel daarginds
UMK - Lam Gods, dat zo onschuldig

Geloofsleer

HC vraag 39- 44 - Jezus gekruisigd en begraven
NGB, artikel 20 - Voldoening door Christus
NGB, artikel 21 - Voldoening door Christus

Introductie
Jij hebt dat vast wel eens. Je bent op school hard aan het werk. Bijvoorbeeld met het kleuren van een kleurplaat. Je doet goed je best en eindelijk ben je klaar. Je steekt je vinger op en zegt: ‘Juf, ik ben klaar!’ Als de juf bij je komt kijken, ziet zij het ook. Alles is ingekleurd, je bent helemaal klaar. Er hoeft niets meer te gebeuren!

Beginzin
Het is nog vroeg in de morgen. Maar in de stad Jeruzalem lopen al heel veel mensen door de straten. Allemaal willen ze erbij zijn. Allemaal willen ze het zien!

Vertelschets

De mensen lopen de stad Jeruzalem uit. Bij een heuvel blijven ze stil staan. Het is de heuvel Golgotha. Hier zal het gaan gebeuren. Hier zullen ze het zien.
Hier zullen drie mensen aan het kruis gehangen worden. Wie? Twee moordenaars en… de Heere Jezus. Hij moet ook sterven. Heeft Hij iets verkeerds gedaan? Nee, maar de mensen willen het. Ze hebben Hem bespot en geslagen. Ze hebben het hard geroepen: ‘Kruis Hem, kruis Hem!’
Alle mensen kijken toe. Dan gebeurt het erge. Ze zien dat de soldaten spijkers door de handen en voeten van de Heere Jezus slaan en zo wordt Hij aan het kruis gehangen. Wie kan dat begrijpen? Hij heeft alleen maar goede dingen gedaan. En tóch wordt Hij gestraft. Hij wordt gestraft omdat jij en ik de Heere verlaten hebben!
Opeens loopt er een man naar het kruis van de Heere Jezus toe. In zijn handen heeft Hij een bordje. Wat gaat hij met dat bordje doen?
Hij maakt het bordje vast bovenaan het kruis. Kijk eens, er staat wat op het bordje geschreven: ‘Jezus de Nazarener, de Koning van de Joden.’ Alle mensen kunnen het lezen. In drie verschillende talen heeft Pilatus het op laten schrijven.
Als de mensen het lezen, lachen ze. Een koning? Een koning die aan het kruis hangt? Dat kan toch niet! De priesters kijken een beetje boos. Koning van de Joden? Hij is hun koning niet!
Boos lopen ze naar Pilatus toe: ‘Je moet niet opschrijven dat hij de koning van de Joden is’, zeggen ze. ‘Je moet opschrijven dat Hij dat gezégd heeft. Hij is niet onze koning’. Pilatus schudt zijn hoofd: ‘Wat ik opgeschreven heb, heb ik opgeschreven’, zegt hij kort. Hij verandert het niet.
Kijk, wat gebeurt daar onderaan het kruis? Een paar soldaten praat druk met elkaar. In hun handen hebben ze een kleed. Het is het kleed van de Heere Jezus. Ze overleggen samen: ‘Wat zullen we hiermee doen?’
‘Laten we het verdelen’, zegt één van de soldaten, ‘dan heeft iedereen een stuk van het kleed’. Ze nemen het kleed van de Heere Jezus en scheuren het in vier delen. Nu hebben al deze soldaten een stukje.
‘Hier is nog een kleed’, zegt een andere soldaat. ‘Kijk eens hoe mooi deze is. Deze kunnen we niet verscheuren, hoor. Laten we het verloten. Dan krijgt één van de soldaten dit kleed.’ Zo gebeurt het.
Tussen al de mensen die met de Heere Jezus spotten, staan ook nog andere mensen bij het kruis. Ze hebben tranen in hun ogen, zo erg vinden ze het.
Daar staat de moeder van de Heere Jezus, Maria. Ze kan bijna niet aanzien hoeveel pijn haar Zoon moet lijden. En daar staat de discipel Johannes, die zoveel van de Heere Jezus houdt.
Opeens kijkt de Heere Jezus vanaf het kruis naar Zijn moeder. ‘Vrouw, kijk naar uw zoon’, zegt Hij. Maria schrikt, wat bedoelt Hij?
Dan kijkt de Heere Jezus naar Johannes en zegt Hij: ‘Zoon, zie uw moeder.’ Dan begrijpt Johannes het. Hij moet voor Maria gaan zorgen. En dat zal hij doen. Maria mag vanaf vandaag bij hem in huis wonen.
Zo goed is de Heere Jezus. Hij heeft zoveel pijn en toch denkt Hij aan de mensen die bij het kruis staan!
De soldaten spotten steeds met Hem. Wat erg. De Heere Jezus ziet de soldaten wel. Hij is moe. Dan zegt Hij: ‘Ik heb zo’n dorst.’ Zijn keel is zo droog geworden. En Hij wil nog zo graag wat zeggen.
Iemand pakt een spons en maakt die spons nat met zure wijn. Hij doet de spons aan een lange stok en houdt de spons tegen de lippen van de Heere Jezus. Zo worden Zijn lippen een beetje nat. Nu kan Hij weer praten.
Hoor eens wat Hij dan uitroept: ‘Het is volbracht.’ Dat betekent: Het is klaar. De Heere Jezus heeft alles gedaan wat Hij moest doen. Hij is gestraft voor de zonden die wij doen.
Dan buigt Jezus Zijn hoofd en sterft. Nu moet Hij van het kruis afgehaald worden. Dat willen de Joden graag, want morgen is het sabbat, dan mag dat niet. De soldaten lopen naar het kruis.
‘Hij is al gestorven’, zeggen ze tegen elkaar. Daar komen twee mannen aan lopen. De ene man is Jozef van Arimathea en de andere is Nicodemus. Zij halen het lichaam van de Heere Jezus van het kruis. Dat mag van Pilatus.
Ze nemen het lichaam van de Heere Jezus mee naar een mooie tuin. Die tuin is van Jozef. In die tuin heeft hij een graf gemaakt. Daar leggen ze het lichaam van de Heere Jezus in.
Samen duwen ze voor het graf een grote steen. Nu is de Heere Jezus begraven. Wat zijn ze verdrietig. Ze kunnen de Heere Jezus nog niet missen.

Slotzin
Maar de Heere Jezus wílde sterven en begraven worden. Daarom kun jij nu kunt vragen: Heere, wilt U mijn zonden vergeven, om Jezus wil? Dat wil de Heere doen. Hij wil jouw zonden vergeven, omdat de Heere Jezus ervoor gestraft is. Wat een wonder!

Gesprek
Wat doen de soldaten met de kleren van de Heere Jezus? Wat zegt de Heere Jezus aan het kruis tegen Johannes? Wat krijgt de Heere Jezus als Hij zo’n dorst heeft?
Aan het eind zegt de Heere Jezus: ‘Het is volbracht’. Dat betekent: Alles is klaar. Net als het voorbeeld aan het begin van het verhaal. Waar is de Heere Jezus helemaal klaar mee?

Samenvatting
De Heere Jezus wordt naar Golgotha gebracht waar Hij, met nog twee anderen, gekruisigd wordt. Boven Zijn kruis staat in drie talen geschreven: 'Jezus, de Nazarener, de Koning der Joden.' De soldaten verdelen Jezus' kleren, behalve de rok. Omdat dit kleed naadloos, en dus waardevol, was, hebben ze erom geloot. Als Jezus Zijn moeder ziet staan, zegt Hij tegen haar: 'Vrouw, zie uw zoon', en tegen Johannes: 'Zoon, zie uw moeder.' Dan roept Hij: 'Mij dorst.' Nadat hij gedronken heeft uit een spons met edik, roept Hij: 'Het is volbracht.' Hij buigt het hoofd en geeft de geest. Als de soldaten komen om de benen van de misdadigers te breken, is Jezus al gestorven. Er komt bloed en water uit Zijn zij als een soldaat zijn speer erin steekt. Jozef van Arimathéa en Nicodémus zalven het lichaam van de Heere Jezus, winden het in doeken en leggen het in een nieuw graf.

Vragen