Deze vertelschets gaat over Exodus 16 en hoort bij les B2.15 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Exodus 16
Context
Na het verblijf in Elim, een oase waar 12 waterfonteinen en 70 palmbomen waren, trekt het volk van Israël de woestijn Sin binnen. Het is inmiddels een maand geleden dat het volk uit Egypte is getrokken. Het voedsel dat ze daar vandaan meegenomen hebben, begint op te raken. Het volk begint te mopperen op Aäron en Mozes.
Kerntekst
Exodus 16: 6b en Exodus 16:7a Aan de avond, dan zult gij weten, dat u de Heere uit Egypteland uitgeleid heeft; En morgen, dan zult gij des Heeren heerlijkheid zien, dewijl Hij uw murmureringen tegen de Heere gehoord heeft.
Doelstellingen
- De kinderen weten dat God Zijn volk beproeft.
- Ze horen hoe opstandig het volk is tegenover Gods leiding.
- Ze beseffen dat God tóch voor het volk Israël zorgt.
- Ze worden opgeroepen op de Heere te vertrouwen en Hem gehoorzaam te zijn.
Zingen
- Psalm 23:1; 63:1; 78:9-14; 105:22; 106:8,9; 136:25; 105:22
- UMK - Manna uit de hoge / God gaf manna, hemels brood
- ZB - Nooit kan ’t geloof te veel verwachten
Geloofsleer
- HC vraag 124 - Gods wil
- HC vraag 125 - Het dagelijks brood
Introductie
Stel je voor dat er een folder op je deurmat valt waarop staat: ‘Sla nu je slag! Vanaf morgen elke dag gratis boodschappen halen!’ Die reclameboodschap onthoud je waarschijnlijk wel en de volgende morgen laad je allerlei artikelen in je boodschappenwagen. Je weet maar nooit hoelang deze actie duurt! Je legt een hele voorraad gratis boodschappen aan. Regeren is vooruitzien!
Beginzin
‘Waren we maar in Egypte gestorven; toen hadden we tenminste wel vlees en brood! Jullie hebben ons in deze woestijn gebracht waar we zullen sterven van de honger!’ Woedend staan de Israëlieten tegenover Mozes en Aäron.
Vertelschets
- Het volk van Israël reist vanuit Elim de woestijn Sin binnen. Het eten wat meegenomen is uit Egypte begint op te raken. Dan spreekt God tot Mozes: ‘Ik zal het brood uit de hemel laten regenen; het volk moet het elke dag verzamelen, genoeg voor die ene dag. Ik zal hen verzoeken. Ze moeten naar Mij luisteren en precies doen wat Ik zeg!’
- Het volk moet leren op God te vertrouwen. Maar jij ook!
- Op de zesde dag is er voor iedereen een dubbele hoeveelheid manna. Op de rustdag zal er geen manna zijn.
- ‘Vanavond zullen jullie weten dat de Heere jullie uit Egypteland geleid heeft’, zeggen Mozes en Aäron. ‘Morgen zullen jullie Zijn heerlijkheid zien! Jullie hebben niet alleen tegen ons gemopperd, maar wat erger is, jullie hebben tegen Hem gezondigd! Toch zal Hij jullie ’s morgens brood en ’s avonds vlees geven.’
- Wat is God genadig. Hij geeft hun eten! Precies genoeg voor elke dag.
- Mopper jij wel eens? Dank God elke dag voor wat Hij geeft. Maar wantrouw God niet!
- Vanuit de woestijn verschijnt de heerlijkheid van de Heere in een wolk. God belooft opnieuw aan het volk dat Hij zal zorgen voor brood en vlees.
- Als het avond wordt, verschijnen er donkere wolken aan de hemel. Opeens dalen grote groepen vogels op de aarde neer. Het zijn kwarteltjes, kwakkels. Vermoeid gaan ze rustig op de grond zitten. De Israëlieten kunnen ze zo vangen!
- De volgende morgen, als de Israëlieten uit hun tenten tevoorschijn komen en de mist optrekt, zien ze overal glinsterende druppeltjes dauw in het tentenkamp. Als de zon heet wordt, smelten deze dauwdruppels.
- De Israëlieten zijn verbaasd. Ze zeggen tegen elkaar: ‘Het is man!’ Ze bedoelen: ‘wat is dit toch?’ Het is het door God beloofde brood uit de hemel. Ze kunnen er brood of koeken van bakken.
- Weet je dat de Heere Zichzelf het Levende Brood genoemd heeft? Dit manna wijst op de Heere Jezus, de Zoon van God. Als je van dit Brood eet, zul je nooit meer honger hebben!
- Iedereen mag een gomer verzamelen. Maar de Heere heeft gezegd dat er geen manna mag overblijven tot de volgende dag. De Israëlieten moeten vertrouwen dat de Heere de volgende dag weer genoeg manna geeft.
- Elke dag opnieuw mag je op de Heere vertrouwen. Elke dag opnieuw zorgt Hij voor ons en geeft wat we de die dag nodig zullen hebben.
- Kijk de Israëlieten eens rapen. Ze proeven van de kleine, witte korreltjes. Ze smaken naar heerlijk zoete honingkoeken!
- De volgende morgen komen verschillende mensen schreeuwend de tent uit! ‘Kom kijken, hier, in de pot!’ Er kruipen wormen tussen de korrels manna. Het stinkt vreselijk! Ze hadden tóch manna bewaard! Mozes wordt toornig; wanneer zal het volk luisteren?
- Op Mozes bevel verzamelen de Israëlieten op de zesde dag een dubbele portie manna. Het manna dat over is, moeten ze bewaren tot de volgende dag, de sabbat. Gods trouw aan de Israëlieten is groot!
- Toch komen er op de zevende dag wel mensen tevoorschijn uit de tent. Ze hebben een lege pot in de handen en kijken verbaasd naar de grond: ‘Waar is het manna?’
- De Heere vraagt aan Mozes hoe lang het volk nog zal weigeren te luisteren naar Zijn geboden en bevelen. Het volk moet op God vertrouwen!
- Mozes legt opnieuw de betekenis van de sabbat uit. Het volk hoeft dan geen manna te rapen en ook niet verder te trekken omdat het rustdag is. God schenkt Zijn volk een dag om uit te rusten van de vermoeiende tocht door de woestijn. De rustdag is een geschenk van God.
- De Heere geeft Aäron bevel een gouden kruik te vullen met een gomer manna. Deze kruik krijgt een plaats in de ark. Niemand mag vergeten hoe God zo trouw voor Zijn volk gezorgd heeft!
Slotzin
Veertig jaar heeft het volk van Israël gegeten van het manna. Veertig jaar hebben ze Gods trouwe zorg ervaren!
Gesprek
- Waarom waren de Israëlieten zo teleurgesteld? Wat kun jij betekenen voor mensen die in nood zijn, honger hebben?
- Wat houdt voor jou het vieren van de zondag in? Wat vind je van rustdag?
- Wat betekent de volgende zin: Laat Gods woord elke dag je voedsel zijn? Is dat zo voor jou?
- Wat betekenen de woorden van de Heere Jezus: ‘Ik ben het brood des levens’? (Johannes 6:35)
- Wat heeft de reclamefolder met deze geschiedenis te maken?
Samenvatting
De Israëlieten vertrekken weer uit Elim, een oase in de woestijn. Ze mopperen tegen Mozes dat ze beter in Egypte hadden kunnen blijven dan nu te sterven van honger. De HEERE hoort het gemopper van de Israëlieten. Hij verschijnt aan hen in de heerlijkheid van een wolk en zegt dat ze 's avonds vlees zullen krijgen en dat er de volgende morgen brood uit de hemel zal regenen. 's Avonds strijkt er een hele zwerm vogels, kwartels, neer en de volgende morgen ligt er een laag manna om de tenten. De HEERE doet precies wat Hij gezegd heeft en voorziet op deze manier in brood en vlees. De hele woestijnreis door eten de Israëlieten manna.
Vragen
- Wat is de klacht van de Israëlieten richting Mozes?
- Hoe geeft de HEERE het volk te eten?
- Welke voorschriften geeft Mozes namens de HEERE omtrent het verzamelen van het manna?
- Luisteren de Israëlieten daarnaar?
- Gehoorzaam jij alles wat God in Zijn Woord tegen jou zegt?