Deze vertelschets gaat over Jozua 9 en hoort bij les A1.9 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Jozua 9
Context
Israël is in het beloofde land gekomen onder leiding van Jozua. Jericho wordt ingenomen door Gods macht. Ook Ai wordt veroverd, na een aanvankelijke nederlaag die voortkwam uit de zonde van Achan. Achan en zijn hele huisgezin worden gedood. Dan bouwt Jozua een altaar voor de HEERE en offert hierop. Ook laat Jozua het volk de Wet des Heeren nogmaals horen, met de zegeningen en de vloeken.
Inmiddels heeft heel Kanaän gehoord van de macht van Israël met hun machtige God. Het brengt schrik en ontzag met zich mee en de krachten in Kanaän worden gebundeld.
Kerntekst
Jozua 9:19b/c Wij hebben hun gezworen bij de HEERE, de God van Israël; daarom kunnen wij hen niet aantasten.
Doelstellingen
- Het wordt voor de kinderen duidelijk dat de Naam van de Heere God heilig is.
- Ze beseffen dat je deze Naam niet ‘zomaar’ kunt gebruiken.
- Ze horen hoe het derde gebod geldt voor heel het leven.
Zingen
- Psalm 27:2; 32:4; 81:15-17; 99:1,2;
- Gezang 1:4; 5:2
- UAM - ‘k Stel mijn vertrouwen / Al waren uw zonden als scharlaken
Geloofsleer
- HC zondag 34 - De tien geboden
- HC zondag 36 - Het derde gebod
- HC zondag 37 - Zweren
- NGB art. 20 - God is rechtvaardig en barmhartig in Christus
Introductie
‘Schelden doet geen pijn.’ Dat zeggen we wel eens. Klopt dat? Kun je voorbeelden noemen dat schelden echt wél pijn doet? Als je scheldt, maak je verkeerd gebruik, misbruik, van een naam. Als jij al vindt dat er een goed gebruik van jouw naam of van die van een ander moet worden gemaakt, hoe moet God, de Heilige, het misbruik van Zijn Naam dan wel ervaren?
Beginzin
Ben je ook wel eens bang geweest? Bang voor iemand die veel sterker was dan jij bent? Wat deed je toen? Ging je hem uit de weg? Of zocht je hulp bij iemand die veel sterker is? De inwoners van Kanaän zijn ook bang. Ze zijn bij elkaar gekomen om te overleggen wat ze zullen doen tegen het volk Israël en hun machtige God.
Vertelschets
- ‘Dit gaat niet goed! Het gaat helemaal verkeerd! We moeten een verbond sluiten en elkaar helpen tegen Israël.’ De koningen van Kanaän horen wat de Heere heeft gedaan in Jericho en met Ai. Die sterke steden zijn gevallen! De Israëlieten hebben ze op een wonderlijke manier ingenomen. Geschrokken besluiten ze zich samen sterk te maken tegen dat volk uit de woestijn.
- Als mensen hetzelfde doel hebben, is het goed om een groep te vormen. Samen sterk. Ook vijandschap tegen de Heere en Zijn volk bindt mensen samen. Samen zullen ze sterk zijn tegen dit volk.
- De Gibeonieten doen niet mee in het overleg tussen de koningen. Zij hebben hun eigen plan. Hebben zij begrepen dat oorlog tegen dit volk geen overwinning brengt, omdat God met hen is? Maar ook zij hebben gehoord wat in Jericho en Ai gebeurde en daarom bedenken ze een list.
- Er komt een groep mannen aan in het legerkamp in Gilgal. Ze zien eruit alsof ze al heel lang onderweg zijn. Alles wat ze bij zich hebben ziet er oud uit. Over de rug van hun ezels hangen oude, leren wijnzakken vol barsten. De schoenen die ze dragen, zijn afgetrapt; vieze, versleten kleren hebben ze aan. Het brood dat ze bij zich hebben, is beschimmeld en ruikt muf.
- ‘We komen uit een ver land en willen een verbond met jullie maken.’ Jozua en de leiders van Israël reageren wantrouwend. ‘Jullie zeggen wel dat je ver weg woont, maar misschien kom je wel uit de buurt. Dan mogen we geen verbond maken.’
- ‘Wie zijn jullie?’ Het antwoord klinkt heel overtuigend:‘We zijn uw knechten. We komen uit een ver land. We hebben gehoord over de grote Naam van de Heere, uw God. Ons is verteld dat Hij uw volk verloste uit Egypte. Hij heeft Sihon en Og, die machtige koningen, verslagen. Daarom stuurden onze oudsten ons naar u toe om een verbond met u te sluiten.’
- De Kanaänitische volken hoorden over de God van dat woestijnvolk en voelen ontzag voor Hem. Ze geloven dat Hij machtig is. Jij hoort over Hem – wat geloof jij?
- Als de reizigers hun tot slot het beschimmelde brood laten zien, zijn Jozua en de oudsten overtuigd. Het moet waar zijn wat deze mannen vertellen.
- Alleen: ze vergeten de Heere om raad te vragen. Toen de Heere Jozua aanwees als de opvolger van Mozes, liet Hij ook weten dat Jozua altijd zijn vragen aan Hem zou kunnen stellen. Steeds wendde Jozua zich tot God, maar nu vergeet hij het.
- Herken jij dit? Vraag jij: ‘Heere, wat wilt U dat ik doen zal?’ Of neem je je eigen beslissingen?
- Israël sluit een verbond met deze mannen en bezegelt het met een eed. Ze zweren in de Naam van de Heere dat zij zich zullen houden aan het verbond.
- Drie dagen later, als het volk Israël Kanaän verder intrekt, blijkt dat deze mannen Gibeonieten zijn die in vier steden in het land Kanaän wonen. Als Jozua het volk verbiedt de Gibeonieten te doden, blijft het volk boos mopperen, maar Jozua en de oudsten wijzen op de gezworen eed. ‘We hebben hen gezworen bij de HEERE, de God van Israël; daarom mogen wij hen niet doden.’
- Als ze dit wel zouden doen, dan zouden ze te maken krijgen met de toorn van God. Een eed mag namelijk niet gebroken worden.
- Zie je hoe groot en heilig de Naam van de Heere is? Deze Naam mag je niet ‘zomaar’ (in de Wet staat: ‘niet ‘ijdel’) gebruiken. Niet als er iets mis gaat, maar ook niet wanneer je iets belooft. Een belofte doe je eigenlijk altijd voor het aangezicht van de Heere. Hij weet wat je belooft, en Hij wil dat je je woord nakomt.
- De Gibeonieten leggen uit dat ze de list bedacht hadden uit angst voor hun leven. Jozua verwijt deze mensen hun bedrog en vervloekt hen: ze zullen slaven zijn. Ze zullen als houthakkers en waterputters moeten werken bij het heiligdom, de tabernakel.
Slotzin
De Gibeonieten mogen blijven leven, omdat het verbond gesloten is in Gods Naam. Zo heilig en rijk is de Naam van de Heere. Ben jij al gered door Jezus? In Zijn Naam is redding te vinden!
Gespreksvragen
- Wat vinden jullie van de list van de Gibeonieten?
- Jozua is een type van Christus. Wat betekent dat?
- Lees HC zondag 36 en 37. Niet alleen vloeken is zonde, wat nog meer? Hoe moet je omgaan met Gods Naam? Welke straf staat er op misbruik van die Naam? Wanneer mag je wél zweren? Waarom alleen bij God?
- Kun je voorbeelden geven waarin het in jouw leven ook gaat om het derde gebod?
- Noem een voorbeeld van een situatie waar de vijandschap tegen God mensen bij elkaar brengt. Kun je als christenen ook samen sterk zijn? Hoe?
- God is heilig. Wat betekent dat voor je bidden?
Samenvatting
De Filistijnen trekken ten strijde. Israël legert zich tegenover hen. De reus Goliath daagt de Israëllieten uit. Hij spot met de naam van de Heere. Niemand durft zijn uitdaging aan te nemen. Dan komt David in het legerkamp en komt op voor Gods eer. Hij weigert de wapens van Saul. David sterkt zich in God en velt Goliath met een steen. De Israëlieten achtervolgen de Filistijnen. De vijand is overwonnen.
Vragen
- Waarom is het belangrijk altijd de Heere om raad te vragen?
- Waarom mag je de naam van de Heere niet zomaar (dat is oneerbiedig) gebruiken?
- Waarom vindt de Heere vloeken daarom ook zo erg?