Deze vertelschets gaat over Jozua 7 en hoort bij les B3.8 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Jozua 7
Context
De Heere verscheen aan Jozua en vertelde hem hoe Hij Jericho in de handen van Israel zou geven. Zes dagen trokken de Israëlieten om de stad, de zevende dag deden ze dit zeven keer. Na het gejuich stortten de muren van de stad in. De inwoners werden gedood, de stad werd verbrand met alles wat er in was; de waardevolle voorwerpen werden voor de dienst van de Heere bestemd. Rachab en haar familie bleven in leven. Overal wordt bekend wat God heeft gedaan door Jozua.
Kerntekst
Jozua 7: 19 Toen zeide Jozua tot Achan: Mijn zoon! Geef toch de Heere, de God van Israel, de eer en doe voor Hem belijdenis.
Doelstellingen
- De kinderen weten dat één persoon verantwoordelijkheid is voor de straf die een heel volk krijgt.
- Ze weten dat de straf op de zonde de dood is.
- Ze beseffen dat het belangrijk om hun zonden voor de Heere te belijden; dan kan vergeving volgen.
Zingen
- Psalm 19:4,7; 32:3; 94:1,2,5,6; 119:60,9; 139:1,14
Geloofsleer
- HC zondag 42 - Het achtste gebod
- HC zondag 31 - De christelijke ban
- HC zondag 47 - De eerst bede
Introductie
Vraag het volgende aan de kinderen: heb je wel eens iets gedaan wat je helemaal niet mocht doen? Wat? Deed je dat stiekem? Kwamen papa en mama daar later wel achter? Wat gebeurde er toen? Kreeg je straf? Hoe vond je het dat je straf kreeg? Heb je ook gebeden of de Heere je verkeerde dingen wilde vergeven?
Beginzin
De stad Jericho is helemaal verbrand. Niemand leeft er meer in de stad. Geen mensen en zelfs geen dieren. Alle sterke muren zijn in elkaar gestort en het is er helemaal stil. Helemaal?
Vertelschets
- Nee, kijk, daar loopt een man! Hij kijkt een beetje schuw om hem heen. Zou niemand hem zien? Dan kijkt hij weer naar iets dat schittert tussen de puinhopen van de stad. Zijn ogen beginnen te glimmen. Dat is mooi! Hij pakt het snel op en houdt het in zijn handen. Zal hij… zal hij het meenemen?
- En daar, daar ligt nog iets moois, en nog iets. Maar waar moet hij de spullen laten? Zal hij het verstoppen? Ja, dat doet hij. Hij zal het verstoppen in de grond onder zijn tent, dan weet niemand het. Niemand? Hij vergeet helemaal dat de Heere alles ziet en dat de Heere heeft gezegd dat er niets mag worden meegenomen uit de stad Jericho. Hij denkt er niet aan dat de Heere de zonde straft.
- Jozua heeft het druk. Enkele verspieders vertellen dat het stadje Ai maar een kleine stad is. Met twee- of drieduizend soldaten zullen ze de stad echt wel kunnen innemen.
- Maar als het leger van Israel vecht met de soldaten uit het stadje Ai, worden er zesendertig mannen van Israel gedood. Ze verliezen! En dat terwijl Ai maar zo’n klein stadje is! Hoe kan dat?
- De soldaten kijken verslagen. Nu moeten ze Jozua gaan vertellen dat ze verloren hebben.
- Als Jozua hoort wat er is gebeurd, verscheurt hij zijn kleren. Hoe kan het dat zij hebben verloren? Hij valt neer op de grond voor de ark met andere belangrijke mannen van Israel en strooit aarde op zijn hoofd.
- ‘Heere, Heere!’ roept Jozua, ‘waarom hebt U dit volk door de Jordaan laten gaan? Om ons nu te laten verslaan door de Kanaänieten? Waren we maar tevreden geweest en aan de andere kant van de Jordaan gebleven! Heere, wat moet ik zeggen nu de vijand Israel verslagen heeft? Als de Kanaänieten en de andere mensen in dit land horen dat wij zijn verslagen, zullen ze ons omsingelen en vernietigen. Heere, wat zult U dan met Uw grote Naam doen?’ Huilend ligt Jozua daar, hij blijft bidden tot de Heere.
- ‘Jozua’, klinkt de stem van de Heere, ‘sta op, waarom lig je zo op de grond? Israel heeft gezondigd en daarom hebben ze verloren. Ze hebben niet gedaan wat Ik heb gezegd. Ze hebben van de spullen die in Jericho lagen, gestolen. En daarom ben Ik niet meer in het midden van het volk. Ik zal niet meer bij jullie zijn of je moet de schuld laten weghalen.
- Sta op en zeg tegen alle stammen dat ze morgen moeten komen. Dan zal Ik de schuldige aanwijzen en die zal, met alles wat hij heeft, verbrand worden.
- De volgende dag is Jozua vroeg wakker. Hij roept alle stammen bij elkaar en even later staan ze allemaal om hem heen. Nu moet het gaan gebeuren… nu zal de schuldige aangewezen worden. Wie is het? Wie heeft gezondigd tegen de Heere?
- Door te loten zal de Heere degene aanwijzen die heeft gestolen. Wat schrikken ze in de stam van Juda als zij aangewezen worden. Iemand uit die stam heeft dat verschrikkelijke gedaan. Dan wordt de schuldige familie aangewezen – en dan, uiteindelijk, blijft Achan over. Hij heeft deze verschrikkelijke zonde gedaan.
- Jozua kijkt Achan aan. ‘Achan’, zegt hij, ‘geef toch de Heere de eer en vertel Hem wat je verkeerd hebt gedaan. Vertel het eerlijk: wat heb je gedaan?’ Achan slaat zijn ogen neer en vertelt: ‘Ik heb tegen de Heere gezondigd. Ik zag in Jericho tussen de puinhopen van de stad een hele mooie mantel liggen, uit Babylonië en ook nog een groot stuk zilver en goud. Ik heb het meegenomen en verborgen in de grond onder mijn tent.’
- ‘Ga die spullen eens halen’, zegt Jozua. Een paar mannen komen er even later mee terug. ‘Leg ze hier maar neer, voor de Heere’, vraagt Jozua. Daarna worden Achan en zijn zonen en dochters en alles wat hij heeft meegenomen naar het dal van Achor. Ook de spullen die hij heeft gestolen, nemen ze mee.
- Dan begint Jozua te roepen: ‘Hoe heb je het kunnen doen, Achan?! Nu zal de Heere je straffen. Dan pakt Jozua een steen en gooit die naar Achan en zijn gezin. Vlak daarna worden er allemaal stenen gegooid. Net zolang totdat Achan en zijn kinderen dood zijn. Tenslotte moet alles verbrand worden en weer met een laag stenen worden bedekt. Pas dan is de boosheid van de Heere over het hele volk verdwenen.
- Als de Israëlieten naar huis lopen, noemen ze het dal – het dal van Achor. Dat betekent eigenlijk ‘ongeluksdal’.
Slotzin
Wat een vreselijke straf kreeg Achan en zijn gezin. Maar de Heere ziet geen zonde door de vingers en zijn jouw zonden daarom al vergeven?’
Gespreksvragen
- Waarom was de Heere zo boos op heel het volk?
- Wanneer ging de boosheid van de Heere weer weg?
- Wat had Achan precies verkeert gedaan?
- Wat is het belangrijkste in jouw leven?
Samenvatting
Op advies van enkele spionnen stuurt Jozua slechts een klein leger naar Ai om die stad in te nemen. Omdat Achan in Jericho verschillende voorwerpen gestolen heeft en daarmee zondigde, omdat hij tegen het uitdrukkelijke bevel van de Heere in ging, lijden de Israëlieten een nederlaag. Jozua en de oudsten vernederen zich voor de Heere en vernemen van Hem dat Israël gezondigd heeft. De volgende morgen roept Jozua alle stammen bij elkaar: de Heere zal Zelf de schuldige die een vloek over het volk bracht, aanwijzen. Achan wordt als schuldige aangewezen en Jozua laat de voorwerpen uit de aarde in zijn tent opgraven. Ze brengen Achan naar het dal Achor en stenigen hem met zijn gezin en alle bezittingen, waarna ze alles met vuur verbranden.
Vragen
- Wat gebeurt er in Ai?
- Wat doet Jozua?
- Welk antwoord geeft de Heere?
- Hoe vinden ze de schuldige?
- Wat is de straf?
- Wat vind jij van Achan? Waarom?