Deze vertelschets gaat over Mattheus 14:1-12 en hoort bij les B1.25 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Mattheus 14:1-12
Context
Johannes de Doper is al geruime tijd geleden (ongeveer een jaar) door Herodes gevangen genomen. Dit omdat hij Herodes wees op zijn fouten, waaronder zijn huwelijk met Herodias, die de vrouw van zijn halfbroer en tegelijkertijd ook zijn tante was. Dat Johannes gevangen zit, is vooral op aandringen van Herodias. Herodes hoorde Johannes graag, maar is in feite een slappeling die bang is voor een confrontatie met zijn ‘vrouw’. Het is handig dit voor de vertelling vast kort aan te halen, zodat de vertelling door het geven van deze informatie niet onderbroken hoeft te worden.
Kerntekst
Johannes 5:35a Hij was een brandende en lichtende kaars
Doelstellingen
- De kinderen weten dat Johannes een knecht van God was en dat hij de mensen de Weg van het behoud, de Heere Jezus, aanwees.
- Ze horen dat Johannes niet bang was voor een machtige man zoals Herodes en weten ook dat dat komt omdat God bij hem was en voor hem zorgde.
- Ze weten dat God ook nu nog Zijn kinderen wil beschermen en bewaren.
Zingen
- Psalm 5:12; 26:1; 48:6; 89:7; 143:10
- UMK - Johannes bij het water
- ZB - ‘k Ben reizend naar die stad / Blijf bij mij Heer’ / Groot is Uw trouw, o Heer’
Geloofsleer
- HC vraag 1 - De enige troost
Introductie
In de stad zie je een groepje stoere jongeren bij elkaar. Ze maken nogal wat herrie, gedragen zich alsof ze alles mogen en durven. Soms vallen ze voorbijgangers lastig, maken iets kapot, geven een grote mond. Eén is de leider. Heel de groep luistert naar hem en doet wat hij zegt. Als je dat niet doet, heb je kans op een flink pak slaag. Op een dag halen ze met elkaar weer eens wat uit. Ineens komt er een jongen naar de groep toe en spreekt de leider aan. De jongen vraagt hem waarom hij zo stoer doet en vertelt dat de meeste mensen het helemaal niet leuk vinden. Wat denk je dat er gebeurt? Zou jij dat durven zeggen tegen dat groepje?
Beginzin
‘Hij is het! Hij is opgestaan uit de dood, hij leeft weer! En nu hij is opgestaan is hij zo machtig! Daardoor kan hij natuurlijk al die wonderen doen.’
Vertelschets
- Herodes heeft de mensen wel horen praten. Iedereen heeft het over die Jezus. Sommige mensen zeggen dat Hij een profeet is, anderen noemen Hem de Messias, de Zoon van God. Maar Herodes weet wel beter: Deze Man is Johannes de Doper, die nog niet zo lang geleden door hem, Herodes, is gedood. Weet je waarom? Omdat Johannes aan Herodes liet zien dat hij zondigde. Omdat hij de woorden van God vertelde!
- Wat is Herodes bang! Hij is bang dat Jezus, van Wie hij denkt dat het Johannes is, naar hem toe zal komen en hem misschien wel zal straffen om wat hij heeft gedaan.
- ‘O, had ik het maar niet gedaan’, denkt Herodes steeds. En zomaar moet hij denken aan die vreselijke dag waarop het gebeurde…
- In het paleis van Herodes wordt een groot feest gevierd. Belangrijke mensen zijn overal vandaan gekomen. Vandaag is Herodes jarig. Het paleis is mooi versierd en op de lange tafels staan het eten en de wijn al klaar voor de gasten.
- De aanwezigen eten en drinken de hele dag door. Ze zijn vrolijk en genieten van het feest. Veel van de gasten worden dronken. Er hangt een goddeloze sfeer in het paleis. Maar wat geeft dat? Niemand van de aanwezigen houdt rekening met God of denkt zelfs maar aan Hem. Allemaal denken ze alleen maar aan hun eigen plezier.
- Plotseling gaat de deur van de feestzaal open. De gasten worden stil en rekken hun hoofden om te kunnen zien wat er gebeurt. Daar, in de deuropening, staat een meisje. Ze ziet er prachtig uit. Het is Salomé, de dochter van Herodias.
- Langzaam loopt ze de zaal binnen. Eerst zachtjes, maar al snel harder, klinkt er muziek. Het meisje begint te dansen. De mensen vinden het prachtig! Herodes merkt dat wel. Zelf vindt hij het ook erg mooi.
- Als de muziek is afgelopen, kijkt Herodes trots naar Salomé. ‘Omdat je zo mooi gedanst hebt, krijg jij een cadeau. Vertel mij maar wat je het liefste wilt hebben. Ik beloof dat ik het je zal geven. Als ik niet doe wat ik beloofd heb, mag God mij daarvoor straffen!’
- Wat zou jij vragen? Wat zou jij het liefste van alles willen hebben? Een duur cadeau, mooi speelgoed, óf… een hart dat God wil dienen?
- Vlug loopt Salomé de feestzaal uit. Ze vraagt haar moeder. ‘Wat voor cadeau zal ik vragen?’ Op het gezicht van Herodias komt een slimme, gemene lach tevoorschijn. ‘Vraag hem om het hoofd van Johannes de Doper’, zegt ze. ‘Dan kan die profeet nooit meer zeggen dat wij verkeerde dingen doen. Dan zal hij eindelijk voorgoed zwijgen!’
- ‘Geef mij hier, op een schotel, het hoofd van Johannes de Doper!’ klinkt haar stem zonder aarzeling. Herodes’ gezicht wordt wit van schrik. Wat? Moet hij nu Johannes laten doden? Dat kan hij toch niet doen? Hij kijkt eens om zich heen en ziet hoe zijn gasten naar hem kijken.
- Herodes weet het: hij heeft het beloofd. Alles wat Salomé hem zou vragen, zou hij haar geven. Wat zullen zijn gasten wel niet van hem zeggen als hij nu niet doet wat hij beloofd heeft?
- ‘Ga naar de gevangenis en dood Johannes de Doper. Breng zijn hoofd naar Salomé.’ De knecht gaat. Johannes, die Herodes de weg wilde wijzen, wordt gedood. Herodes heeft niet naar de woorden van God willen luisteren. Wie zal nu nog aan Herodes vertellen dat hij een zondig leven leidt? Wie zal hem nog vertellen dat hij gered kan worden als hij doet wat God hem zegt?
- Ook jij hoort iedere keer weer over de Heere God. Wil jij Zijn woorden horen of ben je net als Herodes, en doe je liever wat de mensen van je verwachten?
- Wat is Herodias blij! Haar duivelse plan is gelukt.
- De discipelen van Johannes horen dat hun meester is gestorven. Ze zijn heel verdrietig. Met elkaar gaan ze naar de gevangenis. Ze halen het lichaam van Johannes de Doper weg en begraven hem.
Slotzin
Het werk van Johannes is voorbij. Hij heeft gedaan wat hij van God moest doen. Hij heeft de mensen de woorden van God laten horen en hen de Messias aangewezen Die ook hen zalig wil maken: ‘Zie, het Lam Gods, Dat de zonden der wereld wegneemt!’
Gesprek
- Johannes moest van God de komst van de Heere Jezus voorbereiden. Hebben wij ook een opdracht van God? Wat bijvoorbeeld? Hoe kunnen wij die uitvoeren?
- ‘Je belofte moet je áltijd houden!’ Wat vind je daarvan? Praat er eens over wat het betekent je leven te geven om Gods opdracht uit te voeren.
- Een gesprek over vervolgde christenen, met daarbij de vraag wat wij voor hen kunnen betekenen.
Samenvatting
Johannes is gevangen genomen door Herodes, vanwege zijn vrouw Herodias. Johannes had tegen Herodes gezegd dat hij deze vrouw niet mocht hebben, omdat zij met zijn broer getrouwd was. Herodes durft Johannes niet te doden, omdat het volk zegt dat hij een profeet is. Op de verjaardag van Herodes danst de dochter van Herodias voor zijn gasten. Herodes belooft onder ede, dat zij zal ontvangen wat ze wil hebben. Het meisje vraagt, vanwege haar moeder, om het hoofd van de profeet Johannes in een schotel. Herodes kan hier niet meer onderuit en laat Johannes onthoofden in de gevangenis. Zijn discipelen nemen zijn lichaam en begraven hem.
Vragen
- Waarom heeft Herodes Johannes gevangen genomen?
- Waarom heeft Herodias zo'n hekel aan Johannes?
- Wie zet de dochter ertoe op om Johannes te laten doden?
- Wat doen de discipelen van Johannes?
- Waarom is Herodes zo nieuwsgierig naar de Heere Jezus?