Deze vertelschets gaat over Johannes 20:1-10 en hoort bij les C3.34 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Johannes 20:1-10
Context
De Heere Jezus heeft Zijn werk volbracht aan het kruis. Hij is gestorven. Ook is Hij begraven in de hof van Jozef van Arimathea, door Nicodemus en Jozef, vóór de Sabbatdag.
Als de Sabbatdag voorbij is, gebeuren er wonderlijke dingen.
Kerntekst
Johannes 20:9 Want ze wisten nog de Schrift niet, dat Hij van de doden moest opstaan.
Doelstelling
- De kinderen weten dat Maria Magdalena in haar verdriet naar het graf gaat en dat de steen voor het graf weg is.
- Ze horen dat Petrus en Johannes ook naar het graf gaan en niet geloven dat de Heere Jezus is opgestaan, omdat ze Zijn woorden vergeten zijn.
- Ze beseffen dat de Heere Jezus niet meer in het graf is, omdat Hij de dood en duivel overwonnen heeft; Hij is opgestaan en leeft!
Zingen
- Psalm 75:1; 136:1,26; 118:11,12
- ZB - Daar juicht een toon, daar klinkt een stem
- UMK - Wie lopen in het morgenlicht / Maria, waarom huil je?
Geloofsleer
- HC vraag 45 - Het nut van de opstanding
Introductie
Ben jij wel eens verdrietig? Waarom ben je dan verdrietig? Wat doe je als je verdrietig bent?
Luister goed: wie is er in dit Bijbelverhaal verdrietig?
Beginzin
Kijk… daar lopen een paar vrouwen op straat. Wat doen ze daar? Het is heel vroeg in de morgen. Bijna iedereen ligt nog in bed.
Vertelschets
- Deze vrouwen niet. Ze hebben ook iets bij zich. Wat gaan ze doen? Deze vrouwen lopen naar een graf. Naar het graf waar de Heere Jezus begraven ligt.
- Eén van de vrouwen is Maria Magdalena. O, wat is ze verdrietig! Haar meester, de Heere Jezus, leeft niet meer. Ze hield zo veel van Hem. Elke dag was ze bij Hem. Waar de Heere Jezus naar toe ging, ging zij ook naar toe.
- En nu is Hij er niet meer. Ze heeft het allemaal gezien. Hoe Hij aan het kruis hing. Hoe Hij is gestorven. Hoe Hij is begraven in de tuin van Jozef van Arimathea. Ze begrijpt er helemaal niets van.
- Verdrietig loopt ze door de straten met de andere vrouwen. Snel wil ze naar het graf. In haar handen heeft ze kruiden en zalf. Dat zal ze straks op het lichaam van de Heere Jezus doen. Dat ruikt zo lekker.
- Vlug loopt ze verder. Dáár is de tuin van Jozef al. Ze loopt de tuin in naar het graf. Het graf is in een rots. Als ze bijna bij het graf is, staat ze opeens stil. Ze schrikt! Wat is dat? Hoe kan dat? De steen… De steen voor het graf is weg!
- Het graf is open! Nu kan iedereen zomaar in het graf naar binnen gaan. Zou… zou het lichaam van de Heere Jezus gestolen zijn? Dat zou toch vreselijk zijn!
- Dít moet ik aan de discipelen vertellen, denkt Maria. Meteen draait ze zich om. Zo snel als ze kan, rent ze naar de stad. Daar zijn de discipelen bij elkaar.
- Hijgend van het harde lopen zegt ze: ‘Luister eens! Ik ging vanmorgen naar het graf van de Heere Jezus. Maar toen ik bij het graf kwam was de steen opzij gerold. Het graf was open. Ze hebben de Heere Jezus vast weggehaald en wij weten niet waar Hij nu is neergelegd!’
- De discipelen schrikken als ze het horen. Petrus en Johannes kijken elkaar eens aan. Dan staan ze op. Ze zullen gaan kijken wat er aan de hand is. Samen gaan ze op weg. Petrus en Johannes.
- Ze lopen zo vlug ze kunnen. De ene discipel is sneller dan de andere. Petrus loopt zeker het snelst? Hij is altijd al haantje de voorste geweest. Nee, deze keer is het niet Petrus. Johannes is het eerst bij het graf.
- Ja hoor, hij ziet het al. Het is echt waar: de steen is weg. Johannes komt dichterbij en kijkt naar binnen in het graf. Johannes schrikt. Leeg…. Er ligt niemand in het graf. Daar ziet hij alleen wat doeken liggen, waar de Heere Jezus in gewikkeld was. Keurig opgevouwen.
- Dan komt ook Petrus bij het graf. Hij kijkt ook in het graf, maar dan loopt hij verder. Hij gaat in het graf staan. Ook Petrus schrikt: het graf is leeg! Daar ziet ook hij de doeken liggen. En daarnaast ligt ook nog de doek die om het hoofd van de Heere Jezus gebonden was. Netjes opgerold.
- Petrus en Johannes kijken elkaar aan. Hoe kan dit? Hebben de soldaten het lichaam van de Heere Jezus weggehaald? Waar is de Heere Jezus nu? Ze begrijpen er helemaal niets van.
- Verdrietig draaien ze zich weer om. Ze gaan weer terug. Terug naar de andere discipelen om te vertellen wat ze gezien hebben.
- Petrus en Johannes, vergeten jullie niet iets? Ja! Weet je waar Petrus en Johannes niet aan denken? Aan iets wat de Heere Jezus eens heeft verteld.
- Wat heeft de Heere Jezus dan verteld? Hij heeft gezegd: ‘Na drie dagen, zal Ik weer opstaan uit de dood!’ Het graf is leeg… de Heere Jezus is opgestaan! Hij was sterker dan de duivel en sterker dan de dood.
- Hij leeft en zal nooit meer sterven! Petrus en Johannes denken er niet meer aan. Nu blijven ze verdrietig, want ze weten niet dat Jezus leeft.
Slotzin
Jij hoort vanmorgen ook deze woorden uit de Bijbel: De Heere Jezus leeft. Geloof je dat?
Omdat de Heere Jezus leeft, kan Hij jouw zonden vergeven. Omdat de Heere Jezus leeft, kun jij tot Hem komen. Wat een wonder dat de Heere Jezus leeft!
Gesprek
Wie waren er verdrietig in deze geschiedenis?
Waarom was Maria Magdalena zo verdrietig? Waarom schrok ze toen ze bij het graf kwam? Welke twee discipelen gingen ook naar het graf? Wat zagen ze in het graf? Waar dachten deze twee discipelen niet aan?
Wat betekent het dat de Heere Jezus opgestaan is en leeft?
Samenvatting
Vroeg op de eerste morgen van de week gaat Maria Magdalena naar het graf van Jezus. Als ze daar komt, ziet ze dat de steen weg is. Onmiddellijk gaat ze terug en zegt tegen Petrus en Johannes dat ze de Heere Jezus weggenomen hebben. Snel gaan Petrus en Johannes kijken. Johannes is er als eerste en kijkt in het graf. Hij ziet de doeken liggen. Petrus gaat het graf in. Hij ziet dat de doeken netjes opgerold liggen, alleen de zweetdoek ligt op een andere plaats. Dan komt ook Johannes het graf in en ze moeten het wel geloven: Jezus is weg. Nog wisten ze niet dat Hij gezegd had dat Hij op zou staan uit de dood. Verdrietig gaan ze dan ook naar huis.
Vragen
- Wie komt als eerste kijken bij het graf?
- Waarom schrikt ze zo?
- Wat zien Petrus en Johannes in het graf?
- Wat denken ze dan?