Deze vertelschets gaat over Markus 5:21-43 en hoort bij les C3.25 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Markus 5:21-43
Context
De Heere Jezus is bezig met Zijn rondwandeling op aarde. Met Zijn discipelen is Hij in Gadara geweest, waar Hij twee bezetenen verlost heeft van de duivel. Hij is weer teruggevaren naar Kapernaüm, waar een grote schare mensen Hem al staat op te wachten.
Kerntekst
Markus 5:36 Vrees niet; geloof alleenlijk.
Doelstelling
- De kinderen weten dat Jaïrus met zijn nood naar de Heere Jezus gaat en leren dat ook zij met hun nood naar Hem toe moeten gaan.
- De kinderen weten dat de Heere Jezus het dode meisje levend maakt en zo laat zien dat Hij almachtig is.
- Ze beseffen dat Hij niet veranderd is, maar nog steeds Dezelfde is.
Zingen
- Psalm 27:7; 75:1; 136:1,4; 146:3
- ZB - Als g’in nood gezeten
- UMK - Jezus wandelt door de straten
Geloofsleer
- HC vraag 22 - Inhoud van het geloof
- HC vraag 45 - De opstanding van Christus
Introductie
Misschien heb jij wel eens heel eng gedroomd. Het leek net of het echt gebeurde. Je schrok wakker en gelijk riep je: ‘Mama! Mama! Help me’. Het duurde maar even, of daar stond mama bij je bed. Je weet het: mama wil mij helpen. Daarom riep je mama.
Beginzin
Wat is het druk daar bij de zee. Heel veel mensen staan bij elkaar. Ze kijken en luisteren nieuwsgierig.
Vertelschets
- Wat is er te doen? Ze kijken allemaal naar een Man. Wie is het? De Heere Jezus. De mensen zijn nieuwsgierig: Zal Hij vandaag een wonder doen? Wat gaat Hij vandaag weer vertellen?
- Ineens schrikken de mensen. Daar komt een man aan. Hij duwt hen opzij en wil zo snel mogelijk bij Jezus zijn. De mensen kennen hem wel: het is Jaïrus. Wat is er met Jaïrus aan de hand?
- O, Jaïrus is toch zo bang. Zijn dochtertje is ziek. Heel erg ziek. Zou het nog niet te laat zijn? Zou zijn dochtertje nog leven? Ze is nog zo jong, nog maar 12 jaar. Misschien gaat ze wel sterven!
- Als hij bij Jezus is, valt hij voor Jezus op zijn knieën. Dan roept hij het uit: ‘Heere! Wilt U mij alstublieft helpen? Mijn dochtertje is zo ziek, ze sterft bijna. Komt U toch mee en leg Uw hand op haar. Dan zal ze blijven leven!’
- Jaïrus weet het: de Heere Jezus kan hem helpen. Daarom is hij naar de Heere Jezus toegegaan. Doe jij dat ook, als er moeilijke dingen zijn?
- Wat zal het antwoord van de Heere Jezus zijn? Gelukkig! Jezus gaat mee met Jaïrus. Wat is Jaïrus blij. Hij loopt voorop en Jezus gaat met hem mee.
- Maar o, wat gaat dat toch langzaam. Het is zo druk, er zijn zoveel mensen. Ze kunnen helemaal niet doorlopen. Straks sterft mijn dochtertje nog, denkt Jaïrus. Hij kijkt nog eens achterom.
- Nu staat Jezus te praten met een vrouw, die ook ziek was. Maar Jezus heeft haar beter gemaakt. Dit schiet helemaal niet op, denkt Jaïrus. Hoe moet dit nu? Hij denkt: Heere Jezus, kom nou toch. Straks zal mijn dochtertje sterven!
- Dan schrikt Jaïrus heel erg. Daar komt iemand van zijn knechten aan. Zijn gezicht staat verdrietig. Als hij bij Jaïrus gekomen is, zegt hij: ‘Uw dochter is al gestorven. De Heere Jezus hoeft niet meer mee te gaan. Val Hem maar niet meer lastig’.
- Wat erg. Nu is het te laat. Zijn lieve dochtertje is gestorven. Wat is Jaïrus verdrietig! Ineens kijkt Jezus naar hem: ‘Wees maar niet bang’, zegt Hij. ‘Geloof alleen.’ Dat betekent: Vertrouw maar op Mij. Het komt goed.
- Wat bedoelt Hij? Komt het goed? Zijn dochtertje leeft toch niet meer? Maar Jezus kan alles! Geloof dat nou maar, Jaïrus.
- Jezus gaat toch nog mee. Als ze dicht bij zijn huis komen, weet Jaïrus het zeker: zijn dochtertje is echt gestorven. Hij hoort mensen huilen.
- Nu kan Jezus wel weer teruggaan. Nee, Jezus gaat niet terug. Hij gaat het huis van Jaïrus binnen. ‘Jullie moeten allemaal weggaan’, zegt Hij. ‘Waarom huilen jullie? Het meisje is niet gestorven, ze slaapt’.
- Ze slaapt? Dat geloven de mensen niet. Ze lachen de Heere Jezus uit. Maar Jezus stuurt hen allemaal weg. Alleen de vader en moeder van het meisje mogen binnen blijven. En drie discipelen: Petrus, Johannes en Jakobus.
- Het is opeens stil in de kamer. Jezus loopt naar het bed, waar het meisje ligt. Ze beweegt niet meer, ze ademt niet meer. Jaïrus ziet het: ze is gestorven.
- Maar kijk eens, wat doet Jezus dan? Hij pakt de hand van het meisje. Hij zegt: ‘Dochtertje, Ik zeg je, sta op!’ Wat gebeurt er? Jaïrus ogen worden groot. Zijn meisje begint weer te ademen. Ze doet haar ogen open. Ze zit rechtop. Ze leeft!
- Wat een groot wonder! De Heere Jezus kan dode mensen levend maken.
- ‘Geef haar maar wat te eten’ zegt Jezus. ‘Dat is goed voor haar’. Iedereen kan het zien: het meisje leeft weer. Wat zijn Jaïrus en zijn vrouw blij. Ze hebben hun meisje teruggekregen.
Slotzin
Zo machtig is de Heere Jezus. Hij kan alles. Hij is nog steeds Dezelfde, ook vandaag.
Gesprek
Wat vertelde ik aan het begin? Wie kan er nog veel beter dan je papa of mama helpen?
Waarom gaat Jaïrus naar de Heere Jezus toe? Wil de Heere Jezus hem helpen? Wat vertelt de knecht aan Jaïrus? De Heere Jezus gaat toch mee. Wat doet Hij dan? Vertel jij wel eens dingen die je moeilijk vindt aan de Heere Jezus? Welke dingen? Wil Hij jou helpen?
Samenvatting
Heel veel mensen verzamelen zich om de Heere Jezus als Hij terug is in Kapernaüm. Jaïrus dringt zich tussen de mensen door en valt aan de voeten van Jezus neer. De overste van de synagoge vraagt Hem mee te gaan om zijn dochtertje te genezen dat op sterven ligt. Als ze onderweg zijn, komen enkele knechten om te zeggen dat het meisje gestorven is en dat Jezus dus niet meer hoeft te komen. Jezus zegt echter tegen de overste dat hij niet bang hoeft te zijn, maar alleen moet geloven. Petrus, Johannes en Jakobus mogen met Hem mee in het huis waar iedereen luidkeels rouwt. Als Jezus zegt dat het meisje slaapt, lachen de mensen Hem uit. Hij stuurt iedereen het huis uit, behalve de ouders. Dan pakt Hij de hand van het meisje en zegt dat ze op moet staan. De ouders moeten haar wat te eten geven. Jezus gebiedt de ontzette omstanders niet over dit gebeuren te spreken.
Vragen
- Wat vraagt Jaïrus?
- Waarom hoeft Jezus niet meer mee te gaan?
- Zou Jezus niet meer kunnen helpen als het meisje dood is? Waarom?
- Wat doet de Heere Jezus als Hij in het huis komt?