Deze vertelschets gaat over Johannes 11:1-46 en hoort bij les C3.27 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Johannes 11:1-46
Context
De Heere Jezus is net teruggekeerd uit Jeruzalem, waar de Joden een poging hebben gedaan Hem te stenigen. In het hoofdstuk dat volgt op deze geschiedenis gaat de Heere Jezus opnieuw naar Jeruzalem om voor de laatste keer het Pascha te vieren.
Kerntekst
Johannes 11:4 En Jezus dat horende, zeide: Deze krankheid is niet tot den dood, maar ter heerlijkheid Gods; opdat de Zone Gods door dezelve verheerlijkt worde.
Doelstelling
- De kinderen leren dat God macht heeft over leven en dood.
- Ze horen hoe groot de Heere is en dat de Heere Jezus toch zoveel van mensen houdt en medelijden kan hebben met hen.
- Ze leren dat dit gebeurd is, zodat de mensen zullen zien dat de Heere Jezus ècht de Zoon van God is, zodat ze Hem zullen verheerlijken.
- Ze worden opgeroepen te geloven in de Heere Jezus.
Zingen
- Psalm 95:2,4; 136:1;
- UMK - Jezus wandelt door de straten; Jezus is door God gegeven
Geloofsleer
- HC zondag 1 - Enige troost
- HC zondag 10 - Gods voorzienigheid
- HC zondag 22 - Opstanding en leven
- NGB, art.1 - Wie God is
- NGB, art.20 - God heeft Zijn barmhartigheid bewezen in Christus
Introductie
Wie van jullie is wel eens ziek geweest? En hoe voelt dat? Wie kent iemand die heel erg ziek is? Wat kan er gebeuren als iemand heel erg ziek geworden is? Wie kent iemand die gestorven is? Wat gebeurt er dan met de mensen die heel veel van zo iemand houden?
Dit verhaal gaat ook over iemand die heel erg ziek is. Luister maar.
Beginzin
Kijk eens! Daar loopt iemand over de weg die heel veel haast heeft. En zijn gezicht? Kijk eens, hij kijkt heel erg verdrietig! Hoe komt dat?
Vertelschets
- Deze man moet zo snel mogelijk naar de Heere Jezus toe. Hij moet het aan Hem vertellen! Er is zo iets ergs gebeurd… Lazarus, de broer van Martha en Maria is heel erg ziek. En de Heere Jezus moet komen, want Hij kan hem beter maken. Maar de Heere Jezus is zo ver weg, een heel eind lopen.
- Eindelijk ziet hij de Heere Jezus! Snel gaat hij naar Hem toe: ‘Heere, de man waar u zoveel van houdt, is ziek.’ Hoor je dat? De Heere Jezus houdt heel veel van Lazarus! Dan zal Hij wel snel met deze man mee gaan.
- Maar wat zegt de Heere Jezus? ‘Door deze ziekte zal Lazarus niet sterven, maar de Heere zal hierdoor eer krijgen.’ De mensen zullen hierdoor blijde dingen zeggen van de Zoon van God. Zullen de mensen blijde, goede dingen zeggen van de Heere, omdat iemand ziek geworden is?
- De Heere Jezus zal dan wel snel naar Lazarus toegaan, om hem beter te maken. Nee, dat doet Hij niet! Hij blijft nog twee dagen in de plaats, waar Hij was. Waarom gaat de Heere Jezus niet gauw naar hem toe? Komt Hij dan nog wel op tijd?
- Na twee dagen gaat de Heere Jezus samen met de discipelen naar de plaats waar Martha en Maria wonen. De Heere Jezus zegt: ‘Lazarus, onze vriend, slaapt, maar Ik ga er heen om hem wakker te maken uit die slaap.’
- De discipelen zeggen: ‘Maar als Lazarus slaapt, dan zal hij toch beter worden? Dan hoeven wij er toch niet naar toe, want dat is heel gevaarlijk. Straks willen de Farizeeën weer stenen gooien naar U.’
- Dan vertelt de Heere Jezus dat Lazarus gestorven is en dat Hij een wonder gaat doen, zodat zij in Hem zullen geloven.
- Als Lazarus al vier dagen in het graf ligt, komt Jezus bij Martha en Maria. Martha gaat gelijk naar de Heere Jezus toe, als zij hoort dat Hij eraan komt. ‘Heere, als U hier geweest was, dan was Lazarus niet gestorven. Maar ik weet dat alles wat U aan God vraagt, Hij dat aan U geven zal.’ Jezus zegt tegen haar: ‘Uw broer zal weer opstaan.’ Opstaan? Kan Lazarus dan weer staan en lopen? Dat kan toch niet, want hij is toch gestorven?
- Snel gaat Martha haar zus Maria ophalen. Samen gaan ze naar de Heere Jezus toe. Maria valt op haar knieën voor de Heere Jezus en huilt. Ze zegt: ‘Heere, als U hier geweest was, dan was Lazarus niet gestorven.’
- Wat doet de Heere Jezus dan? Kijk, Hij huilt ook! Hij voelt hoe verdrietig Maria en Martha zijn, omdat hun broer gestorven is. ‘Waar hebben jullie hem neergelegd?’
- Daar gaan ze naar het graf waar Lazarus ligt. Hoe moet het nu? Lazarus leeft niet meer en alle mensen zijn verdrietig! Is de Heere Jezus dan te laat gekomen?
- ‘Neem de steen weg’, klinkt een stem. De steen weg halen? Wie zegt dat? Dat kan toch niet? Lazarus ligt al lang in het graf, dan kun je de steen toch niet meer weghalen? Maar de Heere Jezus zegt het! En dan moet de steen toch aan de kant.
- Maar wat gaat de Heere Jezus dan doen? Hij kijkt omhoog, naar de hemel, waar de Heere God woont. ‘Vader, Ik dank U, dat U naar Mij gehoord hebt.’ En dan roept de Heere Jezus in het graf. Maar Lazarus kan dat toch niet horen? Toch roept de Heere Jezus: ‘Lazarus, kom uit het graf!’
- Moet Lazarus uit het graf komen? Dat kan toch niet, Lazarus is toch gestorven! Luister, er komt een geluid uit het graf. Ze horen voetstappen, en dan staat Lazarus daar! Rechtop, met alle doeken nog om zich heen! Lazarus leeft! Maria en Martha staan helemaal verbaasd te kijken. Lazarus! Hij staat daar! Hij beweegt! Hij leeft!
- De mensen om hen heen staan met open mond. Ze kijken naar de Heere Jezus en weer naar Lazarus. Maar hij leeft echt! Ze halen de doeken van zijn lichaam af. Wat een groot wonder! Ze kijken weer naar de Heere Jezus. Nu weten ze het echt. Hij moet wel de Zoon van de Heere God zijn, dat Hij mensen weer levend kan maken! Wat is de Heere groot, dat Hij Lazarus weer teruggeeft aan Maria en Martha. En wat is de Heere Jezus machtig dat Hij roept en Lazarus wel naar Hem moet luisteren!
- Geloven alle mensen die het gezien hebben? Kijk eens, daar gaan ook een paar mensen weg die niet zo blij kijken. Hoe kan dat? Zij houden niet van de Heere Jezus. Ze kunnen niet geloven dat Hij de Zoon is van de Heere God. En ze gaan alles vertellen aan de Farizeeën. Ze willen niet dat er veel mensen in de Heere Jezus geloven.
Slotzin
De Heere Jezus is wel de Zoon van de Heere God. Daardoor kan Hij zulke grote wonderen doen! De Heere is zo machtig, dat Hij zelfs iemand die gestorven is, weer levend kan maken!
Gesprek
Waarom waren Martha en Maria zo verdrietig? Lazarus was al gestorven, was de Heere Jezus dan te laat gekomen? Wat zeggen de mensen als Lazarus uit het graf komt? Zijn dat blijde, goede dingen over de Heere God?
Eventueel: worden alle mensen zie ziek zijn, weer beter gemaakt door de Heere? Hier ging de Heere Jezus Lazarus levend maken, zodat de mensen blijde, goede dingen over de Heere God zouden zeggen en in Hem zouden geloven. Soms is het beter als iemand wel gaat sterven, omdat de Heere dan een ander plan heeft. Maar de Heere Jezus weet dan wel dat wij heel verdrietig zijn en Hij begrijpt dat ook heel goed.
Samenvatting
Lazarus, een vriend van Jezus, is erg ziek. Zijn zussen Martha en Maria laten de Heere Jezus halen. Maar als de Heere Jezus bij hen komt, is Lazarus al gestorven en ligt al vier dagen in het graf. Martha zegt dat Lazarus niet gestorven zou zijn als Jezus erbij geweest was. De Heere Jezus belooft dat haar broer weer zal opstaan. Iedereen die in Hem gelooft zal niet sterven. Ook de Heere Jezus huilt. De steen wordt van het graf weggehaald. Jezus dankt Zijn Vader en roept: 'Lazarus, kom uit!' Lazarus wordt weer levend en veel mensen komen tot geloof.
Vragen
- Wat gebeurt er met Lazarus?
- Hoe heten de zussen van Lazarus?
- Wat zegt Martha tegen Jezus?
- Wat doet de Heere Jezus bij het graf?
- Wat gebeurt er als Jezus Lazarus roept?