Deze vertelschets gaat over Handelingen 17:16-34 en hoort bij les A1.52 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Handelingen 17:16-34
Context
Paulus is bezig met z'n tweede zendingsreis. Na de gebeurtenissen met Lydia en de stokbewaarder is hij naar Thessalónica gegaan. Daar ontmoet hij mensen die gaan geloven in de Heere Jezus. Maar er komt ook tegenstand en oproer. Daarom gaan Paulus en Silas verder naar Beréa. Ook hier komt geloof en tegenstand, zodat Paulus overhaast vertrekt naar Athene. Daar moet hij een aantal dagen wachten. In die tijd ontmoet hij zowel Joden als heidense wijsgeren. Op de Areópagus mag hij de onbekende God verkondigen. Dit roept bij sommige mensen spot op, anderen willen er later nog eens van horen, maar er komen ook mensen tot geloof.
Kerntekst
Handelingen 17:30 God dan de tijden der onwetendheid overgezien hebbende, verkondigt nu alle mensen alom dat zij zich bekeren.
Doelstellingen
- De kinderen horen hoe Paulus in Athene komt en daar in gesprek gaat met filosofen om hen over hun onbekende God te vertellen.
- De kinderen weten dat zij (en alle andere mensen) God toebehoren en zich daarom tot Hem moeten bekeren.
Zingen
- Psalm 2;6, 7; 19:2, 4; 24:1; 95:4; 104:14; 113:1-4; 136:1-9, 25, 26; 145:3, 5
- ZB - Zie ik sterren aan de hemel staan / Van U zijn alle dingen / Ontwaak gij die slaapt
Geloofsleer
- HC Zondag 17 - De opstanding van Christus
- HC Zondag 35 - Geen gesneden beelden
- NGB art. 2 - Het kennen van God
- NGB art. 37 - Het laatste oordeel
- DL 2, 5-7 - Geloof en ongeloof
- DL 3/4, 8 - Ernstig geroepen
Introductie
Praat over de volgende vragen met de kinderen, wat is hun antwoord?
Waar komt de mens vandaan? Wat is het doel van het leven? Wat is er na dit leven? Denk ook na over wat het antwoord zou zijn van allerlei onkerkelijke mensen. Wat voor beelden van God hebben mensen die niet naar de kerk gaan?
Beginzin
Moet je toch eens kijken! Paulus schudt zijn hoofd... Hij kan zijn ogen bijna niet geloven. Hij kan geen straat inlopen of er is wel een tempel of een afgodsbeeld te zien.
Vertelschets
- Daar loopt Paulus door de straten van Athene. Overhaast is hij vertrokken vanuit Beréa en nu wacht hij op Silas en Timótheüs. Zoals altijd wandelt hij door de straten van de stad, op zoek naar een synagoge. Hij wil het Evangelie van de Heere Jezus allereerst aan de Joden brengen.
- Terwijl hij daar rondloopt, ziet hij al die verschillende tempels en afgodsbeelden. Paulus voelt een diepe afkeer van zoveel goddeloosheid, maar ook een diep medelijden met alle mensen die de afgoden dienen. Deze mensen moeten eenmaal sterven en voor God verschijnen en wat als ze dan niet gered zijn? Ben jij ook wel eens bezorgd over je eigen ziel en leven, maar ook over de ziel en het leven van je medemens?
- Paulus wil niets liever dan mensen van de opgestane Heere Jezus vertellen. Daarom gaat hij naar de synagoge, maar hij spreekt ook zomaar mensen op de markt aan. Als er mensen met elkaar staan te spreken, sluit hij zich erbij aan en mengt hij zich in het gesprek.
- 'Heb je het al gehoord? Er is een rondreizend prediker in Athene gekomen', zeggen de mensen tegen elkaar. Onder hen zijn veel filosofen (mensen die graag heel wijs willen worden, en veel kennis hebben).
- Nee, wat heeft hij te vertellen? Is het goed nieuws?
- Nou, je zou hem zelf eens moeten horen! Hij heeft het over een vreemde God, één of andere Jezus. Die schijnt uit de dood opgestaan te zijn.
- ‘Haha, weet je het zeker? En dat geloof jij?!'
- Zo gaat gerucht van Paulus snel door de straten van Athene. De mensen zijn benieuwd naar hem en naar zijn boodschap.
- Daarom nemen wat filosofen Paulus mee naar de Areópagus. Daar moet hij voor de rechtbank vertellen wie hij is en wat voor nieuwe leer hij meebrengt.
- Paulus neemt het woord en spreekt de Atheners toe. Hij sluit aan bij de godsdienstigheid van de Atheners, want hij merkt op dat ze geen enkele god tekort willen doen. Maar omdat ze bang zijn dat ze toch nog een god tekort doen, hebben ze voor hem een altaar opgericht. Het opschrift daarbij is 'aan de onbekende god.' Die God wil Paulus hen verkondigen. Nu dienen de Atheners deze God nog op hun eigen manier, maar Paulus gaat vertellen hoe God werkelijk gediend wil worden en Wie Hij is.
- God is de Schepper van hemel en aarde. Hij woont niet in tempels die mensen gemaakt hebben. Mensen hoeven Hem niets te geven, omdat Hij iets nodig zou hebben. Het is God Die mensen alles geeft wat zij nodig hebben. God regeert en heeft alles in Zijn hand. God onderhoudt alle dingen, ook jouw leven. Ben je Hem er dankbaar voor?
- God heeft de mensen geschapen, opdat zij Hem dienen zouden. ‘We behoren Hem toe en zijn Zijn geslacht.’ Dit is een uitspraak van één van de filosofen. Maar Paulus past deze uitspraak op God toe. De mens behoort nog steeds aan God toe, ondanks de zondeval! Daarom is het onmogelijk om deze grote God af te beelden.
- De Atheners zijn lange tijd onwetend geweest, ze kenden deze God niet. Maar nu mag Paulus Hem verkondigen en zijn ze niet langer onwetend. Wat wil deze God? Dat de Atheners, maar ook wij, ons bekeren! God heeft nog steeds recht op jouw en mijn leven, omdat Hij ons gemaakt heeft om tot Zijn eer te leven. Bekeer je daarom tot Hem en leef!
- Bekering is ook nodig omdat er een dag van oordeel komt. Jezus zal dan als rechtvaardige Rechter de wereld oordelen. Paulus weet het zeker, want de Heere Jezus is uit de doden opgewekt. Daarmee heeft Hij de dood overwonnen en kan Hij mensen zaligmaken. Daarom is er de oproep tot bekering, omdat er ontkoming aan het oordeel is in Hem.
- Maar dan wordt Paulus de mond gesnoerd. De mensen schudden hun hoofd. Wie gelooft er nu in de opstanding?! Er komt spot om de woorden van Paulus.
- Anderen vinden het wel interessant. Ze willen hier een andere keer wel meer van horen. Maar misschien komt die andere keer er wel helemaal niet. Erg hè, dat mensen Paulus zomaar laten prediken, zonder te geloven?! Wat doe jij met de genade van Jezus Christus?
- Gelukkig zijn er anderen die wel geloven! Onder andere Dionysius, de Areopagiet en een vrouw met de naam Dámaris.
Slotzin
God Zelf zorgt ervoor dat er toch mensen komen die in Hem gaan geloven! Heeft Hij jou al gevonden? Zoek Hem en leef!
Gesprek
- Paulus sluit aan bij de kennis van de mensen uit Athene. Hoe deed hij dat?
- Ken jij iemand die niet gelooft, tegen wie je graag iets over God wil vertellen? Waar zou je dan kunnen beginnen?
- Wat betekent het (voor jou) dat wij ‘Gods geslacht’ zijn?
- Wat waren de verschillende reacties van de luisteraars op de prediking van Paulus?
- Waarom zou er spot gekomen zijn? Hoe komt het dat mensen niets van de opgestane Heere willen weten?
- Hoe reageer jij op de prediking van genade in Jezus Christus?
Samenvatting
In Athene wacht Paulus op Silas en Timotheüs. Ondertussen verkent hij de stad. Hij wordt boos als hij al de afgodendienst ziet. Hij vertelt over Christus in de synagoge en waar dat maar kan. Dat trekt de aandacht van de filosofen (wijze mensen). Op de Areopagus mag hij hen zijn leer uitleggen. Paulus beschuldigt ze van veel bijgeloof. De onbekende God Die zij vereren, is de enige ware God. Deze God kan alleen geestelijk gediend worden en niet afgebeeld worden. Mensen worden geroepen zich te bekeren, omdat deze God een dag vastgesteld heeft waarop Christus de wereld zal oordelen. De uitleg van Paulus lokt verschillende reacties uit. Naast mensen die ermee spotten, zijn er ook enkelen die hem geloven.
Vragen
- Voor welke God vindt Paulus een altaar in Athene?
- Hoe moet deze God volgens Paulus gediend worden?
- Geloofden de filosofen de woorden van Paulus?
- Geloof jij de woorden van Paulus?