Vertelschets over de reis van Paulus naar Rome

Deze vertelschets gaat over Handelingen 27:1-32 en hoort bij les B4.36 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.

Bijbelgedeelte: Handelingen 27:1-32

Context
Paulus is te Jeruzalem gevangen genomen en heeft zichzelf verdedigd voor de Raad. Vervolgens wordt hij naar Cesarea gebracht, waar hij gehoord wordt door stadhouder Felix. Ook tegenover Festus en koning Agrippa mag hij getuigen. Op Paulus’ woorden wordt Agrippa bijna een christen. Hij is het ook die Paulus vrij wil laten, maar omdat Paulus zich beroepen heeft op de keizer, moet hij naar Rome.

Kerntekst
Handelingen 27:25 Daarom zijt goedsmoeds, mannen, want ik geloof Gode, dat het alzo zijn zal, gelijkerwijs het mij gezegd is.

Doelstellingen

  • De kinderen kennen de geschiedenis van Paulus op weg naar Rome.
  • Ze horen van het geloof en vertrouwen van Paulus en leren daarvan.
  • Ze beseffen dat de Heere deed én doet wat Hij gezegd heeft.

Zingen
Psalm - 23:1, 2; 107:12, 15, 22; 111:3, 5; 116:1, 2, 3
ZB - ‘k Stel mijn vertrouwen / Als g’ in nood gezeten / Nooit kan ’t geloof teveel verwachten / U bent mijn Schuilplaats, Heer’
UMK - Heer’, wat wilt Gij dat ik doe

Geloofsleer

  • HC, vraag 1 - De enige troost
  • HC, vraag 21 - Een waar geloof

Introductie
Neem een snoepje mee. Zeg tegen één van de kinderen: ‘Ik beloof je, dat je na de vertelling van mij dit snoepje krijgt. Geloof je dat?’ Laat het kind reageren. ‘Waarom geloof je dat?’
Als iemand iets belooft, gebeurt dat dan ook altijd? En als de Heere God iets belooft, gebeurt dat dan altijd?

Zorg voor een kaart waarop de reis naar Rome afgebeeld staat, en wijs tijdens de vertelling steeds aan waar het schip is.

Beginzin
Wat gaat die wind tekeer zeg! Vreselijk, wat een storm. Kijk die golven eens, ze komen nog over het schip heen.

Vertelschets

  • De mannen aan boord van het schip doen hun best om het schip te besturen. Maar als dat niet meer lukt, laten ze het zeil maar zakken. Zo wordt het schip heen en weer geslingerd op de golven. Het kan niet meer bestuurd worden.
  • Maar, wat is dat voor een schip? En wat doet het daar, in de winter op de zee? ’s Winters varen er hier op zee nooit zulke schepen. Dat is veel te gevaarlijk! Waarom vaart dit schip hier dan wel?
  • Om dat te begrijpen moet we even terug naar Cesarea, waar Paulus gevangen zat. Hij was verhoord door de Joodse Raad, en door de stadhouders Felix en Festus. En zelfs koning Agrippa had naar Paulus willen luisteren. En eigenlijk vond Agrippa dat Paulus niks verkeerds had gedaan. Van hem mocht Paulus vrijgelaten worden.
  • Maar, Paulus had zich beroepen op de keizer. Hij had gezegd dat hij voor de keizer in Rome wilde getuigen. En daarom moest Paulus naar Rome toe. Maar Rome ligt ver van Israël vandaan. Daar kom je alleen over de zee.
  • En zo gebeurt het dat Paulus in Cesarea samen met andere gevangenen en een heleboel soldaten aan boord van het schip gaat.
  • Hoofdman Julius heeft veel vertrouwen in Paulus. Als ze in een volgend stadje komen, Sidon, mag Paulus van boord om zijn vrienden te bezoeken.
  • Verder gaat de reis weer. Langs het eiland Cyprus komt het schip in Myra. Daar gaat iedereen over op een ander schip dat naar Rome zal varen.
  • Maar de reis gaat niet zo makkelijk. Het schip komt nauwelijks vooruit, de wind staat verkeerd. Want in de tijd van Paulus waren er nog geen motorboten, alleen maar zeilboten. Grote schepen met veel grote zeilen om de wind op te vangen. Maar als de wind de verkeerde kant op waaide, kwam je maar moeilijk vooruit.
  • Uiteindelijk komt het schip in Schonehavens, op het eiland Kreta.
  • Dan gaat Paulus spreken. ‘Mannen, ik zie dat de reis moeilijk zal verlopen. Er is gevaar voor het schip en voor de lading, maar ook voor ons leven!’
  • Hoe wist Paulus dat? Hij was toch geen zeeman? Wat denk je, Wie zou het hem bekend gemaakt hebben? De Heere, Hij weet immers alles!
  • Maar de hoofdman heeft meer vertrouwen in de schipper dan in de gevangene Paulus. Ze varen door. En zo komt het dat het schip nu, in de winter, op zee is.
  • En het is gaan stormen, vreselijk hard! Het schip loopt gevaar, daarom wordt alles wat overbodig is overboord gegooid. Alles wat ze kunnen missen, gaat de zee in. Om het schip lichter te maken.
  • Het wordt nog erger: er is dagenlang geen zon of maan of ster te zien. De zeelui weten niet meer waar ze zijn. En waar zullen ze naar toe gaan? Ze verliezen alle hoop, ze zullen dit nooit overleven! Ze eten zelfs niet meer, wat heeft het voor zin?
  • ‘Mannen, had nu maar naar mij geluisterd!’ Wie zegt dat? Paulus. Hij had toch gezegd dat ze niet door moesten varen. Dan waren ze niet in deze storm terecht gekomen!
  • ‘Maar toch, heb goede moed!’ Wat, goede moed, midden in de storm?!
  • ‘Een engel van God, de God Die ik dien, heeft tegen mij gezegd dat ik zeker bij de keizer in Rome zal komen. En ook allen die op het schip zijn zullen gered worden! Heb dus goede moed, want we zullen behouden worden!’
  • Paulus is er zeker van dat wat God hem gezegd heeft, zal gebeuren. Geloof jij dat ook? Wat heeft de Heere allemaal tegen jou gezegd en beloofd? Je mag vast en zeker weten dat de Heere ook wil doen wat Hij gezegd heeft. Hij wil ook jouw God, jouw Redder zijn!
  • De volgende nacht merken de zeelui dat er land in de buurt komt. Ze meten de diepte van het water, en jahoor, het wordt steeds minder diep! Maar, dat kan ook gevaarlijk zijn… Want ’s nachts zie je niks, en het schip kan wel zo op de rotsen lopen. Daarom gooien de mannen de ankers uit, zodat het schip stil blijft liggen. Als het dag wordt, zullen ze wel zien waar ze zijn.
  • Maar dan, wat doen die zeelui daar bij de reddingsboot? Ze willen er vandoor gaan! ‘Nu zijn we dicht bij het land, laten wij ons leven redden!’ zo denken ze. Dat is toch niet eerlijk! Zij wel gered, en de anderen niet?
  • Paulus heeft het in de gaten en zegt het tegen de hoofdman. ‘Als zij niet in het schip blijven, zullen wij niet behouden worden. Dan komen we alsnog om! We zullen allemaal gered worden, maar dan moet iedereen aan boord blijven.’
  • Dan laat de hoofdman de touwen van de reddingsboot doorsnijden, zodat de boot wegdrijft van het schip. Iedereen is nog op het schip, precies zoals Paulus gezegd had.

Slotzin
De volgende dag komt het land in zicht. Bijna zijn ze gered! Maar voordat ze het land bereiken, zal er eerst nog iets anders gebeuren. Dat horen we later. Maar wat er ook gebeurt, iedereen wordt gered en komt aan land, precies zoals Paulus had gezegd. Want wat de Heere belooft, dat zál ook gebeuren!

Gesprek
Kom terug op de introductie: ‘Wat had ik beloofd?’ en geef het kind een snoepje.
Wie beloofde er ook iets in deze geschiedenis? Wat was dat? Gebeurde dat ook?
Waarom wist Paulus zo vast en zeker dat het zou gebeuren?
Als je in de Heere God gelooft, dan mag je weten dat alles wat Hij zegt vast en zeker is. Wat de Heere zegt, dat doet Hij ook. Noem eens iets wat de Heere beloofd heeft?
(Noem hierbij ook de doop; wat heeft de Heere ons toen beloofd?)

Samenvatting
Paulus is gevangen en wordt overgegeven aan een hoofdman over honderd. Ze varen naar Italië. Op een gegeven moment waarschuwt Paulus de mannen dat ze beter kunnen stoppen omdat ze anders schade zullen leiden en wellicht zullen sterven. De mannen zien echter een rustige zuidenwind en besluiten verder te varen naar een gunstigere haven. Dan komt er een grote storm waardoor ze alles overboord moeten gooien. Paulus heeft een boodschap gehad van een engel van God dat hij terecht moet staan voor de keizer en dat deze mannen bij hem aan boord hem geschonken zijn. Hij gelooft dat ze op een of andere manier op het eiland terecht zullen komen. Als ze merken dat ze dichter bij land komen willen de zeelieden in de sloep vluchten en de anderen achterlaten op het schip. Paulus zegt dat ze dan echter niet meer gered kunnen worden. Daarom slaat de hoofdman over honderd de touwen van de sloep door zodat het in zee valt.

Vragen

  1. Met wie wordt Paulus meegestuurd?
  2. Waar waarschuwt hij voor?
  3. Wat gebeurt er als ze doorvaren?
  4. Wat heeft de engel tot Paulus gezegd?


Nog beter in vorm raken?

Wij komen graag langs voor toerusting op maat! Bekijk de dienstenpagina voor ons aanbod of stel je vraag via lydia@goedinvorm.nu.

NEEM CONTACT OP

Heb je een tip?

Deel met ons je idee!

STUUR JE TIP IN

Les B4.36

Alles van

Bijbeluitleg over Handelingen 27:1-32

10 november 2020
Deze exegese gaat over Handelingen 27:1-32 en hoort bij les B4.36 van het zondagsschoolmateriaal van het LCJ.
+
Ontwikkeld door
LCJ

Gebed des Heeren:3 met uitleg

7 oktober 2021
Dit gezang met daarbij een korte uitleg hoort bij les B1.22 en B4.36 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Plaatmateriaal - De reis van Paulus naar Rome

1 oktober 2021 Door Free Bible Images
Dit plaatmateriaal hoort bij les B4.36 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Verwerking - Paulus naar Rome

1 oktober 2021
Deze verwerking hoort bij les B4.36 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ
Naar de methodepagina

Stel je eigen inspiratielijst samen

Voeg met behulp van het gele plusje items toe aan je inspiratielijst. Alles in één lijstje overzichtelijk bij elkaar voor jouw clubavond of activiteit!