Deze vertelschets gaat over Markus 1:14-20 en 2:14-17 en hoort bij les B2.22 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Markus 1:14-20 en 2:14-17
Context
Johannes de Doper is gevangen genomen, en daarmee is er een einde gekomen aan zijn taak hier op aarde. De door God bestemde heilstijd, steeds aangekondigd door de profeten, is aangebroken. Vanaf dit moment komt de Heere Jezus Zelf met Zijn prediking aan het woord. Hij begint met het roepen van Zijn discipelen.
Kerntekst
Markus 2:17 Die gezond zijn, hebben de medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn. Ik ben niet gekomen, om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering.
Doelstelling
- De kinderen beseffen wanneer en hoe de Heere roept.
- Ze leren dat Hij wil dat wij Zijn discipel zijn.
- Ze begrijpen dat de Heere gehoorzaamheid vraagt.
Zingen
- Psalm 2:7; 9:1,2; 33:5; 119:17, 67:2
- ZB - Wees ook jij een discipel / Gij die van God zijt afgedwaald / Heer’ ik kom tot U / Laat mij zijn een instrument
Geloofsleer
- HC vraag 86 - Goede werken
- DL 1, 3 - God roept verkondigers
- DL 3/ 4, 8 - De roeping is welgemeend
- DL 3/4, 10 - Roeping uit genade
- NGB, art. 31 - De ambten
Introductie
Hoe vaak roept iemand je? Je moet komen eten, of je vriendje wil iets vragen. Maar God roept je ook steeds weer. Iedere keer probeert Hij je aandacht te krijgen, probeert Hij een plaatsje in je leven te krijgen. Want daarom is Hij naar de aarde gekomen, om te zorgen voor redding van zondige mensen. Om het evangelie te verkondigen en te laten verkondigen zodat mensen weer naar Hem gaan vragen!
Beginzin
Johannes de Doper is gevangen genomen, en terwijl hij in de gevangenis zit, begint de Heere Jezus aan Zijn rondwandeling op aarde.
Vertelschets
- Jezus is in Galilea aangekomen en preekt het Evangelie van het Koninkrijk van God. Dit betekent dat Hij gaat uitleggen waarom Hij gekomen is, en wat Hij van de mensen vraagt. Hij zegt: ‘De tijd is vervuld, en het Koninkrijk Gods is nabij gekomen; bekeert u, en gelooft het Evangelie’.
- Maar Hij gebruikt er mensen bij en weet je hoe? Hij roept mensen om het Evangelie, het goede nieuws, bekend te gaan maken in de wereld.
- Terwijl Hij wandelt bij de Galilese zee ziet Hij de vissers Simon en Andréas aan het werk. Ze zijn druk. Elke dag gaan ze het meer op. De vis die ze vangen, verkopen ze aan de vrouwen. Ze hebben tijd nodig om de netten te repareren, elke keer zitten er gaten in. Dan zien ze Jezus lopen. Ze kennen Hem niet, maar als ze Zijn stem horen: ‘Volgt Mij na, en Ik zal jullie vissers van mensen maken’, aarzelen ze niet. Simon en Andréas laten hun werk meteen voor wat het is en komen met de Heere mee. Wat een gehoorzaamheid!
- Als visser verdienen ze goed. Zulk werk laat je toch niet zomaar in de steek?! Bovendien moeten ze zorgen voor hun ouders. Je gaat zomaar niet bij hen vandaan?! De Heere vraagt de mannen Hem te volgen, en ze luisteren naar Hem. Ze voelen het: ze mogen, ze kunnen, niet ongehoorzaam zijn aan Zijn stem. Later legt de Heere Jezus het nog eens uit: De Heere liefhebben moet het belangrijkste zijn in het leven. Hij zegt: ‘Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet waardig’.
- Een stukje verderop zijn de broers Jakobus en Johannes aan het werk. Zij zijn ook vissers en ze zijn bezig met het repareren van hun netten. Samen met hun vader Zebedeüs zijn ze aan boord van hun schip. De Heere roept ook hen. Jakobus en Johannes horen Zijn stem en ook zij laten direct hun werk in de steek. Ze verlaten ook hun vader Zebedéüs en de andere werklieden die in het schip zijn. Ze vragen niet: ‘Waarom moeten wij u volgen?’ Ze zeggen niet dat ze eerst het net moeten repareren. Ze zeggen niet dat ze eerst naar huis moeten om afscheid te nemen van hun moeder. Nee … er wordt meteen gehoorzaamd! Verbazingwekkend, vind je niet?
- Hoe is dit bij jou? Reageer jij ook zo als je de stem van de Heere hoort?! Laat je ook alles voor wat het is om Hem te gehoorzamen? Hij zegt: ‘Bekeer je en geloof het evangelie!’ Doe je dat?
- Elke keer als je de Bijbel leest, of hoort lezen, als je in de kerk bent, als je over Hem hoort spreken, roept de Heere je. Je hoort dat wel met je oren, maar hoor je het ook met je hart? Dan zorgt de Heere er Zelf voor dat je gehoorzaamt. Hij zorgt dat je Hem wilt volgen.
- Als Jezus in Kapernaüm voorbij het tolhuis loopt, ziet Hij Levi zitten. Levi is tollenaar. De mensen hebben een hekel aan hem, aan alle tollenaars. Ze werken immers voor de Romeinen en de Joden moeten aan hen betalen. Vaak laten de tollenaars veel meer geld betalen dan de Romeinen vragen en dat stoppen ze in hun eigen zak. ‘Volg Mij’, zegt Jezus tegen Levi. Levi staat op en gaat mee. Zonder iets te zeggen of te vragen. Hij ontvangt de Heere bij hem thuis.
- ‘Kijk nou joh, Levi neemt die Jezus mee naar zijn huis! Laten we ook naar binnen gaan, dan kunnen we horen wat Jezus zegt!’ Nieuwsgierig gaan nog meer tollenaren en zondaren het huis van Levi binnen. Wat hier gebeurt, is heel bijzonder!
- Levi nodigt allen aan de maaltijd, en daar zitten ze bij elkaar: Jezus, Zijn discipelen, Levi en al die andere tollenaren en zondaren.
- ‘Dit lijkt toch nergens op! Jullie Meester eet met die zondige tollenaren! Hij verontreinigt Zich door dit te doen! ‘ Verbijsterd staan enkele Schriftgeleerden en Farizeeërs voor de discipelen. Zij hebben Jezus zien zitten en begrijpen er niets meer van. Niemand van de Joden wil iets met deze zondaren te maken hebben. Niemand wil met hen praten. En Jezus eet zelfs met hen. Met een tollenaar eten doe je niet. De maaltijd gebruiken doe je alleen met mensen met wie je je leven wil delen, met nette mensen.
- De Heere Jezus geeft Zelf het antwoord: ‘Die gezond zijn hebben de medicijnmeester, de dokter, niet nodig, maar die ziek zijn. Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering’. Als je gezond bent, ga je toch niet naar de dokter? Eigenlijk zegt Jezus: Ik ben niet gekomen voor mensen die zichzelf zo goed vinden. Ik ben gekomen voor mensen die weten dat ze zondaar zijn. Voor mensen die vergeving van zonden nodig hebben. Hun hart wil Ik veranderen, zodat ze Mij lief hebben.
Slotzin
Simon, Andreas, Jakobus , Johannes en Levi waren onmiddellijk bereid om Jezus te volgen, toen Hij hen riep. Wil jij Hem volgen?
Gesprek
- Waarom is de Heere Jezus eigenlijk naar de aarde gekomen? Wie waren de eerste discipelen? Wat vind je er van dat de vissers Jezus meteen volgden? Wat zou jij doen? Wat betekent het om de Heere na te volgen? Wanneer roept de Heere jou? Wat is jouw antwoord? Bij ons zijn geen tollenaren. Misschien kun je wel mensen bedenken met wie we liever niet omgaan. Wie? Wat zou je moeten doen?
Samenvatting
Bij het Meer van Galilea roept Jezus de broers Simon en Andreas Hem te volgen, evenals Jakobus en Johannes. Bij het tolhuis roept Hij Levi, de tollenaar. Allen volgen Hem. Als Hij in het tolhuis bij Levi de maaltijd gebruikt, vragen de schriftgeleerden en farizeeën aan de discipelen waarom Hij met deze zondaren eet. Jezus vertelt hen dat alleen zieken naar een arts gaan.
Vragen
- Welke discipelen roept de Heere Jezus? Hoe doet Hij dat?
- Wat betekent het dat zij vissers van mensen zullen worden?
- Wat vinden de schriftgeleerden en farizeeën er van dat Jezus bij een tollenaar eet?
- Wat betekent het antwoord van de Heere Jezus voor ons?