Deze vertelschets gaat over Genesis 12:1-8 en hoort bij les A1.3 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Genesis 12:1-8
Context
Slechts zo’n 350 jaar na de zondvloed en na de torenbouw van Babel en de spraakverwarring is er zoveel afgodendienst dat de mensen God vergeten zijn. Ze dienen Hem niet meer.
Maar juist in deze tijd komt God tot Abram en roept hem. In Abram kiest God een volk uit om Zijn volk te zijn: Israël. In hem en in zijn nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden. De Messias zal geboren worden (ongeveer 2000 jaar later). God laat Zijn belofte niet vallen!
Kerntekst
Hebreeën 11:8 Door het geloof is Abraham, geroepen zijnde, gehoorzaam geweest, om uit te gaan naar de plaats, die hij tot een erfdeel ontvangen zou; en hij is uitgegaan, niet wetende, waar hij komen zou.
Doelstelling
- De kinderen beseffen wat het betekende voor Abram om weg te trekken uit Ur.
- Ze weten hoe hij gehoorzaamde in geloof en weten dat de Heere ook van hen gehoorzaamheid vraagt.
- Ze horen hoe Abram openlijk de Naam van de Heere beleed.
Zingen
- Psalm 105:5; 111:3-6
- ZB - Machtig God, Sterke Rots / Groot is Uw trouw
- UAM - De pelgrimsstaf is in mijn hand
- UMK - Door het geloof is Abraham
Geloofsleer
- HC vraag 20, 21 - Een waar geloof
- DL 3-4, 10 - Roeping en verkiezing
- NGB art. 22 - Rechtvaardigmaking door het geloof
Introductie
Spreek over mensen die nu in een ander land gaan wonen. Denk aan zendelingen, emigranten. Wat betekent dat voor hen? Wat is het verschil met in een ander land op vakantie gaan?
Wat zijn de verschillen tussen het reizen van toen (Abram) en nu? Denk aan vervoermiddelen, de duur van de reis en daardoor de grote kans elkaar nooit meer terug te zien. Al het vertrouwde laat je achter. Hoe kon/kun je de weg weten? Hoe kwam/kom je aan voedsel?
Beginzin
Over de karavaanweg die van de stad Haran naar het Westen, in de richting van de Middellandse Zee loopt, trekt een grote groep mensen en dieren. Voorop gaat een man, het is Abram. Waar gaat deze lange stoet heen en wie gaan er allemaal met Abram mee?
Vertelschets
- God heeft Abram geroepen. Hij moet zijn familie, zijn vrienden, alles, verlaten. De Heere zal hem wijzen welke weg hij moet volgen. Dit betekent veel voor Abram; hij moet álles achterlaten, maar hij is gehoorzaam aan het bevel van God.
- En jij? Luister jij naar Gods stem?
- Abram gaat op reis als rijk herdersvorst. Een grote karavaan volgt hem. Zijn vrouw Saraï en zijn neef Lot gaan ook mee. Zijn vader Terah is er bij. Veel dieren, kamelen, schapen met lammetjes, geiten, koeien met hun herders vormen een lange stoet.
- Waarheen? Dat weet niemand, ook Abram niet. Alleen God. En God is Abrams Gids. De Heere wijst de weg naar het noorden. Dag na dag trekken ze door het onherbergzame gebied. ‘s Avonds slaan ze hun tenten op en ’s morgens breken ze het tentenkamp op. Tot ze in Haran komen. Daar blijven ze. Terah sterft er. Maar na verloop van tijd maakt de Heere Abram duidelijk dat hij verder moet trekken. Dan breken ze hun tenten weer op.
- Abram heeft alle tijd om er aan terug te denken hoe het allemaal is gegaan. Wat een wonder dat de Heere hém riep. Heel zijn vertrouwde omgeving moest hij achterlaten. En hij wist niet eens waar hij heen zou moeten gaan. Toen de Heere zei dat Hij hem de weg zou wijzen, twijfelde Abram niet. Hij was er zeker van dat de Heere Zijn Woord zou houden.
- De Heere heeft jou ook Zijn belofte gegeven, toen je werd gedoopt. Twijfel je er aan of Hij die wil houden?
- De Heere gaf hem die heerlijke beloften: Ik zal u tot een groot volk maken. Ik zal u zegenen en uw naam groot maken. Gij zult tot een zegen zijn. Ik zal zegenen die u zegenen, vervloeken die u vervloeken en in u zullen al de geslachten van de aardbodem gezegend worden. Uit het nageslacht van Abram zal eens de Verlosser worden geboren.
- Dan gaat Abram als een kind aan Vaders hand; rustig en vol vertrouwen maakt hij de gevaarlijke reis. In de woestijn zijn roversbenden en hij weet niet of ze genoeg te eten en te drinken zullen hebben. Er is gevaar voor ziekte, van ongelukken, wilde dieren… Abram vertrouwt op God. Hij zal hem veilig leiden.
- Vertrouw jij ook op God bij alles wat je doet? Volg jij Zijn stem? Die stem hoor je nú ook!
- Na een lange reis gaat de woestijn over in vruchtbare vlakten. Er is gras, er is water in het land Kanaän. Bij de stad Sichem slaat Abram zijn tenten op. Hier zullen ze een poosje blijven. De heidense Kanaänieten dienen in het eikenbos hun afgoden.
- Het eerste wat Abram doet, is een altaar bouwen; hij roept de Naam van de HEERE aan. Iedereen mag zien Wie hij volgt en liefheeft.
- Wat doe jij het eerste als je in een nieuwe situatie komt?
- In Sichem verschijnt de Heere weer aan Abram en Hij belooft: ‘Dit is het land, dat Ik aan uw kinderen geven zal.’ Abram heeft nog geen kinderen, hij en Saraï zijn al oud.
Slotzin
Maar Abram gelooft! God heeft beloofd dat de Messias uit zijn nageslacht geboren zal worden!
Gesprek
- Hoe moet jij de Heere gehoorzaam zijn? En op wie vertrouw jij? De Heere beproefde Abrams geloof telkens weer. Wat is een beproeving? En een verzoeking?
- Welke beloften geeft God jou? Hoe ga je ermee om? Als Abram een altaar bouwde, kon iedereen zien dat hij niet de afgoden van het land diende. Wat vind je daar van? Hoe ga jij daarmee om?
- Een opdracht van de Heere gaat altijd gepaard met een belofte. Daarom mag je bidden: ‘Heere, geef mij eerst wat u vraagt en vraag mij dan wat u mij heeft gegeven.’
Samenvatting
Abram woont in Ur in Mesopotamië. In de vele tempels aanbidden de mensen de afgoden, vooral de maangod Sin. Daar roept de HEERE Abram om Hem te volgen. Hij moet zijn land en zijn familie achterlaten. De HEERE zal hem wijzen waar hij heen moet gaan. Hij belooft dat Hij Abram tot een groot volk zal maken en dat in zijn nageslacht, de hele mensheid gezegend zal worden. Abram gaat op reis met zijn vader Terah en zijn neef Lot. Na ongeveer 1000 km komen ze aan in Haran. Daar sterft Terah. Ze trekken zo'n 700 km verder naar Sichem, in het beloofde land Kanaän. De HEERE belooft Abram dat Hij zijn nageslacht dit land zal geven. Abram bouwt de HEERE een altaar. Later trekt Abram verder naar het zuiden, bij Bethlehem en ook daar bouwt hij een altaar en roept de Naam van de HEERE aan.
Vragen
- Wat betekent het voor Abram dat hij Ur moet verlaten? Leef je zelf eens in die situatie in en praat er dan over.
- Wat moet Abram verlaten? Doet hij dat?
- Waarom bouwt Abram een altaar?
- Wat betekent dat in dit land Kanaän?
- Wat kunnen wij er van leren dat Abram eerst een altaar in Kanaän bouwde?