Deze vertelschets gaat over Genesis 11:26-32 en 12:1-8 en hoort bij les B1.7 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Genesis 11:26-32 en 12:1-8
Context
Terah is de vader van Abram, Nahor en Haran. Haran krijgt een zoon: zijn naam is Lot. Abram trouwt met Saraï. Abram en Saraï hebben geen kinderen. Terah neemt (omdat God dit bevel aan Abram gegeven heeft) verschillende familieleden mee op reis naar Ur der Chaldeën om naar het land Kanaän te gaan. Ze komen in Haran en blijven daar voorlopig wonen. Terah sterft in Haran.
Kerntekst
Handelingen 7:2,3 en 5 De God der heerlijkheid verscheen onze vader Abraham, nog zijnde in Mesopotámië, eer hij woonde in Charran; en zeide tot hem: Ga uit uw land en uit uw maagschap, en kom in een land, dat Ik u wijzen zal. En Hij gaf hem geen erfdeel in hetzelve, ook niet een voetstap; en beloofde dat Hij hem hetzelve tot een bezitting geven zou, en zijn zaad na hem, als hij nog geen kind had.
Doelstellingen
- De kinderen beseffen dat we God altijd gehoorzaam moeten zijn.
- De kinderen leren dat gehoorzaamheid een vrucht van het geloof is.
- De kinderen duidelijk maken dat God ons geloof wel eens op de proef stelt.
- Ze begrijpen dat wij allemaal op reis zijn.
Zingen
- Psalm 1:3; 17:3; 37:2,3
- ZB - Heer’ wees mijn Gids
- UMK - Door het geloof is Abraham
Geloofsleer
- HC zondag 10 - Gods voorzienigheid
- HC vraag 21 - Een waar geloof
- HC zondag 50 - Vertrouw op God alleen
Introductie
Vraag: ‘Denk eens even na…heb jij de stem van God wel eens gehoord? Hoe? Wanneer?’ Geef de kinderen een paar minuten de tijd om na te denken. Laat enkele kinderen de vraag beantwoorden.
Je hoort Gods stem als je in de Bijbel leest of als iemand jou iets uit de Bijbel gaat vertellen. Wie?
Ook in de natuur kun je Gods stem horen, bijvoorbeeld als het noodweer is of als je naar een machtig natuurwonder kijkt en/of luistert. Als je in nood of gevaar bent of als je ziek bent, kun je daarin Gods stem horen.
Het is de stem van God die jou roept: ’bekeer je tot Mij!’
Beginzin
‘Abram! Abram! Abram!’ Ademloos, zijn hoofd naar de hemel opgeheven, luistert Abram naar de stem Die roept. Ineens beseft hij het: dit is Gods stem, Die hem roept!
Vertelschets
- Abram woont in de prachtige stad Ur. Binnen een dikke muur staan mooie, grote huizen. Op veel plaatsen zijn tempels gebouwd, waar de mensen allerlei goden aanbidden.
- Op een dag hoort Abram Gods stem: ‘Ga uit je land, verlaat je familie en uit je omgeving en ga naar het land dat Ik u wijzen zal! Ik zal u zegenen en u tot een groot volk maken. Ik zal uw naam groot maken.’
- De mensen dienen de afgoden en vergeten God; Abram en zijn familie zullen God wel dienen in het land dat God hem geven zal. God wil Abram en zijn nageslacht tot Zijn eigen volk maken, maar dat weet Abram nog niet.
- De HEERE roept Abram. Nu moet Abram zomaar weg gaan uit de plaats en de omgeving die hij goed kent en waar hij zich thuis voelt. Alles moet hij achterlaten. Hij moet vertrouwen op Gods beloften alléén! Abram kiest ervoor om op God te vertrouwen en te doen wat God zegt.
- Hij vertelt aan Saraï, Lot en aan alle andere mensen en knechten die bij hem horen, wat God gezegd heeft.
- Hij gehoorzaamt zonder vragen. Alles wat hij heeft pakt hij in; zijn kudden laat hij bij elkaar drijven. Er moet voedsel en drinken mee voor onderweg. Hij laat de tenten nakijken waarin ze zullen overnachten. Ze moeten zich goed voorbereiden, want het kan wel een lange reis worden, en gevaarlijk is het zeker. In de woestijn zijn rovers, en zullen ze wel genoeg voedsel vinden? Het duurt een poosje voordat alles klaar is, maar dan trekken ze de stad uit.
- God roept jou ook: ‘Bekeer je tot Mij!’ Ben je gehoorzaam aan die stem? Waarheen ben jij op reis? God wil jou ook de weg wijzen.
- God vertelt Abram niet waar hij naar toe moet reizen. In zijn hart is een vast vertrouwen dat God hem niet zal laten (ver)dwalen.
- Na een wekenlange reis komen ze aan in Haran. Daar kunnen ze uitrusten; ze blijven er een poos wonen. Terah, de vader van Abram sterft daar. Dan trekken ze weer verder. Dit was niet het land dat de HEERE Abram zou wijzen. De HEERE maakt hem duidelijk dat hij verder moet gaan.
- Na een lange en gevaarlijke reis komt de stoet uiteindelijk aan in Kanaän. Abram reist door naar de stad Sichem, waar de heidense Kanaänieten wonen. Bij het eikenbos More slaat hij zijn tenten op.
- ’Dit land zal Ik u en uw familie geven‘, zegt God. Zo versterkt God het geloof van Abram. Nu wonen de Kanaänieten nog in het land, maar eens zal het volk van Abram hier wonen.
- Abram bouwt een altaar en offert de Heere een dankoffer. Hij laat het heidense volk zien dat hij, met iedereen die bij hem hoort, de HEERE dient.
- Abram woont als een rijke herdersvorst tussen de Kanaänieten.
- Als de dieren de weiden afgegraasd hebben, breken ze de tenten weer op en reizen ze door tot het gebergte ten oosten van Beth-El. Daar slaan ze hun tenten weer op en weer brengt Abram God een dankoffer op het altaar dat hij bouwt van stenen. In het land van de heidenen roept hij toch Gods Naam aan!
Slotzin
‘Kom’, zegt Abram, ’we gaan het tentenkamp weer opbreken! Laten we richting het zuiden trekken.’
Tot nu toe heeft Abram er nog geen spijt van gehad dat hij God gehoorzaamd heeft.
Gesprek
- Zou het voor Abram moeilijk geweest zijn om uit Haran te vertrekken? Wat denk jij?
- Wat betekent het dat wij allemaal op reis zijn?
- Gehoorzaam zijn is een vrucht van het geloof. Dat betekent dat je laat zien dat je de Heere gelooft. Waaraan kun je nog meer zien dat iemand gelooft?
- Abram woont midden tussen de heidenen in het land Kanaän. Hoe kun je God dienen als je in een wijk woont waar bijna niemand naar de kerk gaat?
Samenvatting
De Heere roept Abram en vertelt hem dat hij moet gaan naar het land, dat de Heere wijzen zal. God belooft dat Hij Abram tot een groot volk zal maken en hem zal zegenen. Abram neemt zijn vrouw Sarai en zijn neef Lot mee en gaat op reis naar Kanaän. De Heere verschijnt aan Abram en belooft hem dit land aan zijn nakomelingen te zullen geven. Abram maakt een altaar voor de Heere.
Vragen
- Wat zegt de Heere tegen Abram?
- Doet Abram dit? Zou het makkelijk zijn om dat te doen?
- Wat laat Abram allemaal achter?
- Wie gaat er met hem mee?
- Wat belooft de Heere aan Abram?