Deze vertelschets gaat over Handelingen 16:16-40 en hoort bij les C3.41 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Handelingen 16:16-40
Context
Paulus is bezig met zijn tweede zendingsreis. Tijdens deze zendingsreis wordt hij middels een visioen geroepen om het Evangelie ook in Europa te verkondigen. Hij is in Filippi gekomen, waar het Evangelie zijn vruchten afwerpt: Lydia, de purperverkoopster, is tot geloof gekomen.
Kerntekst
Handelingen 16:31 Geloof in de Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden, gij en uw huis.
Doelstellingen
- De kinderen weten dat Paulus een meisje verlost van een boze geest en beseffen dat de Heere Jezus sterker is dan de duivel.
- Ze weten dat Paulus en Silas in de gevangenis midden in de nacht lofzangen zingen en beseffen dat ook zij dit in moeilijke omstandigheden kunnen doen.
- Ze horen dat de stokbewaarder gelooft in de Heere Jezus en worden opgeroepen om ook in de Heere Jezus te geloven.
Zingen
- Psalm 2:7; 42:5; 75:1,6; 136:1,26
- ZB - Looft de Heere, alle gij volken / ‘k Stel mijn vertrouwen / Wees ook jij een discipel
Geloofsleer
- HC zondag 25 - Vanwaar komt zulk geloof?
- HC zondag 27 - De kinderdoop
- HC vraag 105 - Het zesde gebod
- NGB, art. 22 - Geloof in Christus
Introductie
Houd een gesprek met de kinderen over het volgende:
Misschien heb jij het ook wel eens gehad. Je ligt in bed, het is nacht en je kunt niet slapen.
Wat doe jij als je niet kunt slapen?
Beginzin
‘Deze mannen zijn knechten van God, die ons de weg naar de zaligheid vertellen!’
Wie roept daar zomaar midden op straat?
Vertelschets
- Steeds hoor je hetzelfde: ‘Deze mannen zijn knechten van God, die ons de weg naar de zaligheid vertellen!’ Paulus en Silas, die op straat lopen, staan stil. Ze kijken achterom. Wie loopt er steeds achter hen aan en schreeuwt zo hard?
- Het is wéér dat meisje. Gisteren en eergisteren was ze er ook al. Steeds roept ze Paulus en Silas na: ‘Deze mannen zijn dienstknechten van God.’ Hoe weet het meisje dit? Wie heeft haar dit verteld?
- In haar hart woont een boze geest. Door die boze geest weet ze dingen die andere mensen niet weten. Daarom vragen mensen vaak dingen aan haar en daar krijgt ze geld voor. Dat geld geeft ze aan haar bazen.
- Nu loopt ze steeds achter Paulus en Silas aan. Eerst doet Paulus net alsof hij het niet hoort. Maar dan heeft hij er genoeg van. Hij draait zich om en zegt met een harde stem tegen de boze geest die in het meisje woont: ‘Ik gebied je in de naam van Jezus Christus, ga weg uit haar!’
- Kijk eens wat er dan gebeurt. Het meisje wordt rustig, ze schreeuwt niet meer. De boze geest is weg uit haar. De Heere is sterker dan die boze geest. Wat een wonder. Wat is dat fijn!
- Fijn? De bazen van het meisje vinden het helemaal niet fijn. Nu kan het meisje geen geld meer voor hen verdienen. Woedend gaan ze naar Paulus en Silas toe en pakken hen vast. ‘Meekomen’, zeggen ze met een boze stem.
- Ze slepen Paulus en Silas mee naar de markt waar de rechters zijn. ‘Deze mannen zorgen voor onrust in de stad’, zeggen ze boos. ‘En ze vertellen ook allemaal verkeerde dingen aan de mensen!’
- Steeds meer mensen komen er bij staan. Ze schreeuwen en schelden op Paulus en Silas. ‘Ze moeten gestraft worden!’ roepen ze. Zal dat gebeuren?
- ‘Paulus en Silas moeten opgesloten worden in de gevangenis’, zeggen de rechters dan. Een paar mannen nemen hen mee. Maar kijk, eerst worden ze nog geslagen op hun blote rug. Zo erg, dat er allemaal bloed op hun ruggen komt.
- Direct daarna worden ze de gevangenis in gesleept. Daar is de stokbewaarder. Hij zet hen tegen de muur en maakt hen vast met kettingen. Dan pakt hij een groot blok. Daar moeten hun voeten in. Daarover legt hij een stok, zodat hun voeten vast zitten. Daarom heet hij ook: stokbewaarder.
- Paulus en Silas kunnen geen kant meer op. Ze zitten helemaal vast. Hun ruggen doen pijn van de slagen die ze gehad hebben. Het wordt nacht. Slapen kunnen ze zo niet. Wat zullen ze boos en verdrietig zijn…! Boos? Verdrietig?
- Hoor eens. Er wordt gezongen, midden in de nacht. Het zijn Paulus en Silas. ‘Looft de Heere’, zingen ze. Zijn ze niet bang? Paulus en Silas weten: De Heere is erbij en daarom hoef ik niet bang te zijn. Weet jij ook dat de Heere altijd bij je is? Dan hoef jij ook niet bang te zijn! Want Hij zorgt voor je.
- De andere mensen in de gevangenis horen het ook. Wat klinkt dat mooi! Opeens schrikt iedereen. Wat is dat? Wat gebeurt er? De aarde beeft en schudt. De muren gaan heen en weer en beginnen te scheuren. Deuren springen open. Een aardbeving!
- De stokbewaarder wordt ook wakker. Bang springt hij op! Wat gebeurt hier? Alle deuren zijn open. Nu kunnen alle gevangen ontsnappen. Wat voor straf zal hij dan wel niet krijgen?
- Op die straf zal hij niet wachten. Hij pakt zijn zwaard en wil zichzelf doodsteken. Dan klinkt er ineens een harde stem: ‘Doe uzelf geen kwaad, want we zijn allemaal hier!’
- Wie is dat? Het is zo donker. Hij vraagt of iemand een lamp wil brengen en loopt de gevangenis in. En dan ziet hij het: Paulus en Silas, en alle andere gevangen. Niemand is weg.
- Geschrokken valt hij op de grond. Hij beeft helemaal. Hij begrijpt er niks van. ‘Kom maar mee naar buiten’, zegt hij dan tegen Paulus en Silas. Als ze buiten zijn, vraagt hij: ‘Lieve mannen, wat moet ik doen om zalig te worden?’
- ‘Geloof in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden en heel uw familie’, antwoordt Paulus. Vraag jij het misschien ook: ‘Hoe kan ik een kind van de Heere worden?’ Geloof in de Heere Jezus! Vraag Hem: Heere, wilt U mijn zonden vergeven?
- Paulus vertelt nog meer over de Heere Jezus aan de stokbewaarder en zijn familie. Stil luisteren ze. Als ze zo stil luisteren, weten ze dat ze niet meer zonder de Heere Jezus kunnen. Ze geloven in Hem.
- ‘Wat erg, dat ik Paulus en Silas eerst geslagen heb’, denkt de stokbewaarder. Hij neemt Paulus en Silas mee. Hun ruggen zitten nog vol bloed, van de slagen. Wat doet hij? Hij wast zelf hun ruggen.
- Ook wordt hij gedoopt. Nu kan iedereen zien en weten dat de stokbewaarder en zijn familie bij de Heere Jezus horen. Wat zijn ze gelukkig!
Slotzin
En Paulus en Silas? Ze hoeven niet meer terug naar de gevangenis. Zij gaan weer verder op reis. Om aan nog meer mensen te vertellen over de Heere Jezus. Iedereen moet horen dat de Heere Jezus mensen wil redden!
Gesprek
Wie woonde er in het hart van het meisje wat achter Paulus en Silas aanliep? Wie is er sterker dan de duivel? Wat deden Paulus en Silas midden in de nacht in de gevangenis? Wat kun jij doen als je bang bent? Wat gebeurde er ineens? Hoe kon stokbewaarder een kind van de Heere worden?
Samenvatting
Een vrouw met een waarzeggende geest achtervolgt Paulus. In de Naam van Christus geneest hij deze vrouw. Haar bazen zijn daar niet blij mee, omdat ze nu geen geld meer met haar kunnen verdienen. Ze pakken Paulus en Silas op en brengen hen voor de oversten. Ze worden gegeseld en in de gevangenis opgesloten. Middenin de nacht zingen ze psalmen. Dan komt er een grote aardbeving die alle deuren van de gevangenis opent. Als de stokbewaarder dat ziet, meent hij dat alle gevangenen gevlucht zijn en wil hij zichzelf doden. Paulus weerhoudt hem hiervan, alle gevangenen zitten nog in hun cel. De stokbewaarder vraagt hen wat hij moet doen om behouden te worden. Paulus en Silas verkondigen hem en zijn huis het Evangelie. Allen komen tot geloof en worden gedoopt. De volgende dag worden ze vrij gelaten en uitgeleide gedaan uit de stad.
Vragen
- Waarom komen Paulus en Silas in de gevangenis?
- Wat doen ze middenin de nacht?
- Wat vraagt de stokbewaarder?
- Wat gebeurt er met hem en zijn hele gezin?