Deze vertelschets gaat over 1 Koningen 5:1 tot 8:13 en hoort bij les C3.44 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: 1 Koningen 5:1 tot 8:13 |
Context
De macht, rijkdom, wijsheid en roem van Salomo vallen op. Ook buiten het koninkrijk van Salomo hoort men hiervan. Het koninklijk paleis is schitterend. Koning Hiram van Tyrus sluit een zakelijke overeenkomst met Salomo voor de tempelbouw. Er komen 30.000 werkers op uit het volk en nog eens 150.000 werkers van buiten het volk. Er zijn 3.600 opzichters over het werk. Hout en steen wordt pasklaar aangevoerd. Hierna volgt een beschrijving van de tempelbouw en de inwijding hiervan. Tijdens het Loofhuttenfeest wordt de ark naar de tempel gebracht.
Kerntekst
1 Koningen 6:13 Ik zal in het midden der kinderen Israëls wonen
Doelstellingen
- De kinderen weten dat de tempel volgens Gods bouwplan wordt gemaakt;
- De kinderen begrijpen dat het een bevestiging is van Gods Woord aan David;
- De kinderen horen over het plaatsen van de ark en de komst van God;
- De kinderen horen van Salomo’s gebed.
Zingen
- Psalm 26:1-3, 6-8; 87; 27:3
Geloofsleer
- NGB art. 27 - God bewaart de kerk
- NGB art. 29 - De ware Kerk
- NGB art. 26 - De voorbidder
- HC vraag 8 - Noodzaak van wedergeboorte
- HC vraag 47 - ‘Mijn ogen en Mijn hart zullen daar zijn...’
- HC vraag 118, 119 - Het gebed
Introductie
Laat, indien mogelijk, een plaat zien van de tempel van Salomo. ‘Zien jullie hoe mooi de tempel is gemaakt?’ Wijs verschillende dingen aan: ‘Hier is het voorhof, hier het heilige met het reukofferaltaar, hier het heilige der heiligen met de ark van het verbond’. De Heere heeft Salomo de kracht en wijsheid gegeven om dit te maken.
Beginzin
Er staan een paar deftige dienaren in het paleis van koning Salomo. Ze komen uit Tyrus. Het zijn knechten van koning Hiram. Ze maken een diepe buiging voor koning Salomo en feliciteren hem met zijn koninkrijk.
Vertelschets
- Koning Hiram was een vriend van Salomo’s vader, koning David. Nu stuurt Salomo een boodschapper naar koning Hiram. Hij moet tegen hem zeggen: ‘Mijn vader David kon geen huis bouwen voor de Heere, onze God. Hij moest veel oorlog voeren. Maar de Heere heeft mij rust gegeven. Er is vrede. En nu ben ik van plan om een huis te bouwen voor de Heere. De Heere heeft Zelf tegen mijn vader David gesproken: ‘Uw zoon die Ik in uw plaats op uw troon zal zetten, die zal dat huis voor Mijn Naam bouwen.’
- ‘Wilt u mij hiervoor cederhout brengen? Dan betaal ik u ervoor.’ Hiram is blij, hij zegt: ‘Geloofd zij de Heere, Die David een wijze zoon gegeven heeft om over dit grote volk te regeren.’ Hiram belooft voor cederhout en cipressenhout te zorgen. ‘Geeft u mij dan voedsel in ruil hiervoor.’ Salomo geeft koren aan Hiram. Hiram en Salomo sluiten een verbond met elkaar.
- Kijk de mannen eens sjouwen. Duizenden mannen zijn aan het werk. Allemaal stenen worden er naar Jeruzalem gebracht. En je hoort bij het tempelterrein zelfs geen geluid van hamers of ander gereedschap, uit eerbied voor de Heere.
- Er wordt een paar jaar gebouwd aan de tempel. Wat wordt het mooi! Prachtige muren, mooie ramen. Twee grote pilaren met de namen Jachin en Boaz, gouden vloeren en wanden en zelfs het plafond is van goud. De deuren zijn met houtsnijwerk versierd. Ook om de tempel heen komen allerlei gebouwen.
- Waarom moet de tempel zo mooi worden?
- Moet je het paleis van de koning zien. Dat wordt ook mooi! Kijk eens naar die pilaren. En moet je al dat goud zien! Het zal dertien jaar duren voordat het paleis van koning Salomo klaar is.
- Zeven jaar wordt er gebouwd aan de tempel. Nu is het bijna klaar. Wat wordt daar naar de tempel gebracht? Een enorme schaal die die ligt op de ruggen van twaalf koperen koeien. In die schaal kan heel veel water waar de priesters zich mee kunnen wassen. En kijk eens: daar komt het altaar, de tafel voor de toonbroden, de kandelaars. Allerlei schalen en kommen van goud worden naar de tempel gebracht.
- Het is feest. De tempel is af. Steeds meer mensen komen naar de tempel om te kijken. De priesters en Levieten krijgen de opdracht om de ark naar de tempel te brengen.
- Daar komen ze aan! Kijk eens, ze hebben de ark bij zich. En daar worden allemaal schapen en koeien geofferd. Wat zijn het er veel! Ik zou ze niet eens kunnen tellen. Nu gaan de priesters met de ark naar binnen. De ark wordt in het Heilige der Heiligen neergezet, onder de vleugels van de engelen. Weet je nog dat de twee stenen tafels erin zitten, de tafels met de wet erop geschreven?
- Opeens is het helemaal stil. Ook de priesters staan stil. Ze willen weer uit het heiligdom naar buiten gaan om verder te werken. Maar ze vallen op hun knieën op de grond. Een grote, donkere wolk vervult de tempel. Het is de Heere Zelf! Hij wil in de tempel wonen. Net zoals Hij eerder in de tabernakel heeft gewoond. De mensen kijken vol ontzag toe. Wat een wonder is dit!
- Luid klinkt de stem van koning Salomo: ‘De Heere heeft gezegd dat Hij in een donkere wolk zal wonen. Dit huis is voor U, Heere, tot in alle eeuwigheid.’
Slotzin
Wat een wonder dat de Heere tussen de mensen wil wonen. Woont Hij ook in jouw hart?
Gesprek
- In de tempel woonde de Heere in het heilige der heiligen. Hoe kan de Heere nu bij ons wonen?
- Moet de kerk ook mooi zijn?
Samenvatting
Sálomo vraagt koning Hiram om hulp bij de bouw van de tempel. Heel veel mensen helpen mee. Het hout en de stenen worden netjes op maat gemaakt en naar Jeruzalem gebracht. De tempel wordt heel mooi met veel goud. De twee grote pilaren krijgen de namen Jachin en Boaz. De bouw van de tempel duurt wel zeven jaar. Dan is het feest. Het grote wasvat, het altaar, de tafel met de toonbroden en de kandelaren worden gebracht. De ark wordt door de priesters in het Heilige der Heiligen gezet. De priesters brengen heel veel offers. De HEERE komt in de tempel wonen.
Vragen
- Hoe heet de koning die Sálomo helpt bij de bouw van de tempel?
- Welke namen hebben de twee grote pilaren van de tempel?
- Wat staat er in het Heilige der Heiligen?