Deze vertelschets gaat over 2 Samuël 19:9 tot 20:2 en hoort bij les A2.57 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: 2 Samuël 19:9 tot 20:2
Context
Koning David treurt nog om het verlies van zijn zoon Absalom. David wil met instemming van het volk weer als vorst regeren vanuit Jeruzalem, maar wil de troon niet met geweld veroveren. De tien stammen (zonder Juda) willen David opnieuw trouw bewijzen door hem als koning terug laten keren. David hoort niets van de mensen uit zijn eigen stam en daar had hij wél op gehoopt. Zolang de stam van Juda geen initiatief neemt, wil David niet als koning teruggaan naar Jeruzalem. Hij stuurt eerst de priesters Zadok en Abjathar er op uit. David stelt zijn neef Amasa aan als generaal. Uiteindelijk laten de mannen van Juda zich overhalen en roepen ze David weer terug naar Jeruzalem.
Kerntekst
2 Sam. 19:14b En zij zonden heen tot de koning, zeggende: Keer weder, gij en al uw knechten.
Doelstellingen
- De kinderen leren dat het belangrijk is om respect voor elkaar te hebben en om elkaar te vergeven.
- De kinderen beseffen dat we klaar moeten zijn voor de ontmoeting met Koning Jezus. Het gaat erom dat hij niet alleen onze Rechter zal zijn, maar ook onze Redder.
Zingen
- Psalm 97:1; 146:8; Gebed des Heeren:6
- ZB - Eens als de bazuinen klinken
Geloofsleer
- HC vraag 126 - Wij moeten onze naaste van harte vergeven
- HC vraag 106 - God verbiedt doodslaan, wraakgierigheid en haat
- HC vraag 126 - Vergevingsgezindheid
- NGB art. 37 - De terugkomst van Christus als rechter
Introductie
Stel je eens voor dat koning Willem-Alexander en koningin Máxima aangekondigd hebben dat ze op werkbezoek zullen komen in het dorp of de stad waar jij woont! Daar zul je dan vast heel erg naar uitkijken! Alles wordt in orde gemaakt om het koninklijke bezoek zo goed mogelijk te laten verlopen! Alles is tot in de puntjes voorbereid. In deze vertelling zul je horen hoe David als koning terugkeert naar Jeruzalem. Je zult ook horen wie er o.a. klaarstaan om hem te ontvangen!
Beginzin
Het is een drukte van belang bij de rivier de Jordaan! Er is ontzettend veel te zien en er zijn veel mensen op de been! Wat is er toch allemaal aan de hand?
Vertelschets
- Koning David heeft Mahanaïm verlaten en trekt richting de Jordaan. Niet als vluchteling, maar als koning keert hij weer terug naar Jeruzalem.
- Davids soldaten hebben gezorgd voor vaartuigen waarmee ze de rivier kunnen oversteken en voor David en zijn mannen wordt speciaal een pont gestuurd.
- Daar ontmoet David Simeï en Ziba. Simeï heeft de koning tijdens zijn vlucht vervloekt en uitgescholden en Ziba stelde Mefiboseth in een kwaad daglicht bij de koning. Beide mannen willen weer bij koning David in de gunst komen.
- Simeï valt voor de voeten van koning David neer. ’Koning! roept hij. ’’Vergeef het mij! Ik heb gezondigd. Maar nu ben ik als eerste gekomen om u terug te halen. Ik wil het weer goed maken!’ Simeï vertelt de koning dat het hem spijt wat hij heeft gedaan. Hij vraagt om vergeving en genade aan de koning.
- Abisaï stelt direct voor om Simeï te doden. Hij heeft de koning toch vervloekt en wie de koning vloekt, moet gedood worden.
- David gaat niet in op het voorstel van Abisaï. Hij verbiedt Abisaï om zich met zijn zaken te bemoeien. David benadrukt dat híj koning is en bepaalt wat er moet gebeuren!
- David kreeg van God vergeving van zijn zonden en schuld. Bij God vond hij genade. Genade die er ook is voor jouw. God wil zonde (dat wat je verkeerd deed) vergeven. Daarvoor is nodig dat we onze zonden en leven delen met de Heere Jezus, door het Hem te vertellen als we bidden.
- Nu wil hij ook vergevingsgezind naar Simeï toe zijn. Koning David zweert dat Simeï niet hoeft te sterven.
- Aan de overkant van de Jordaan komt de kreupele Mefiboseth de koning tegemoet.
- Hij ziet er vuil, onverzorgd, geschokt en verdrietig uit. Mefiboseth is nog in rouwkleding en rouwstemming, omdat de koning moest vluchten uit Jeruzalem.
- Maar nu hij de koning weer gezond en wel terug ziet, kan hij zijn blijdschap niet op!
- Graag had hij met koning David mee willen vluchten, maar dat was niet mogelijk. De kreupele Mefiboseth kon zelf niet ver lopen. Hij had gewacht op Ziba. Die zou hem wel op zijn ezel kunnen zetten, zodat hij toch nog met koning David mee kon gaan. Maar Ziba had de ezel meegenomen en Mefiboseth in de steek gelaten.
- Ziba had toen tegen koning David een leugen verteld. Hij had David verteld dat Mefiboseth zijn kans zou afwachten om koning te kunnen worden (tijdens Davids vlucht) want Mefiboseth was een prins, een zoon van Jonathan en een kleinzoon van koning Saul.
- Koning David had toen het leugenverhaal van Ziba geloofd en was vervolgens kwaad geworden op de onschuldige en trouwe Mefiboseth. Hij had bevel gegeven om Ziba de akkers en landerijen van Mefiboseth in bezit te geven.
- Bij de rivier de Jordaan komen ze elkaar dus weer tegen.
- Koning David valt kwaad tegen Mefiboseth uit: ’Waarom ben je niet met me meegegaan toen ik vluchten moest? Waarom heb je me in de steek gelaten?’
- De man die zo ongeveer het meest met David heeft meegeleefd en het meest op David betrokken was, krijgt er flink van langs!
- Koning David laat Mefiboseth weten dat hij niets meer horen wil over wat er zich tussen Ziba en Mefiboseth afgespeeld heeft. Ze moeten het land maar delen.
- Nu denk je misschien dat Mefiboseth tijdens die ontmoeting bij de Jordaan vreselijk boos wordt op koning David omdat hij oneerlijk behandeld wordt. Nee hoor! Luister maar verder!
- Mefiboseth vertelt wèl eerlijk dat hij bedrogen werd door Ziba.
- Maar vervolgens zegt hij nadrukkelijk tegen koning David dat de koning moet doen wat goed is in zijn eigen ogen. Als David het land aan Ziba wil geven, moet hij dit maar doen, ook al is het geen eerlijke daad.
- Mefiboseth is tevreden met de regeling van de koning. Hij is zo blij dat David weer koning mag zijn. Hij dient in alle oprechtheid en liefde de koning en is tevreden met zijn lot. Ondanks alles wat er gebeurd is.
- Barzillaï (een belangrijke en rijke man) brengt de koning ook over de Jordaan. Hij hielp David in de achterliggende moeilijke tijd. Hij heeft veel eerbied voor koning David.
- Koning David nodigt hem nu uit om bij hem aan het hof te komen wonen. David wil Barzillaï belonen voor zijn trouw en vriendelijkheid.
- Ook kan David profijt hebben van de raadgevingen van Barzillaï.
- Barzillaï zegt dat deze beloning te groot is. Hij zegt dat het eigenlijk niets voorstelde wat hij voor de koning heeft kunnen doen.
- Barzillaï stelt de uitnodiging van David wel op prijs en dankt de koning daarvoor. Hij vraagt vergeving aan David nu hij weigert om op het aanbod van de koning in te gaan.
- Barzillaï voelt zich te oud om nu nog te gaan verhuizen. Hij staat aan het einde van zijn leven en moet er niet aan denken om nu nog een heel nieuw leven op te bouwen aan het hof van koning David.
- Barzillaï vraagt een gunst aan koning David: ‘Wilt u vriendelijk zijn voor mijn zoon Chimham en hem een hoge post geven aan het koninklijke hof?”
- David neemt afscheid van Barzillaï.
- David vertelt Barzillaï dat hij hem altijd zal blijven liefhebben en dat hij altijd voor hem zal blijven bidden.
- Als Barzillaï iets nodig heeft van de koning, moet hij dit David laten weten. Wat hij de koning ook verzoeken zal, David zal dit uit dankbaarheid aan hem geven.
- Barzillaï zelf mag een post aan het koninklijke hof uitkiezen voor zijn zoon Chimham.
- Waarschijnlijk vraagt Barzillaï een landgoed dichtbij Jeruzalem voor zijn zoon.
- David trekt de rivier de Jordaan over, begeleid door de mannen van Juda.
- Bij Gilgal zetten zij hun kamp op. Daar komen ook een aantal belangrijke mannen uit Israël bij David om hem te begroeten.
- Ze waren te laat om aanwezig te zijn bij de plechtige intocht van de koning. Hier zijn ze boos over. Dit zorgt weer voor ruzie tussen de mannen van Juda en de mannen van Israël. De mannen van Juda hebben zonder overleg de overtocht van de koning geregeld.
Slotzin
Gelukkig mag David weer koning zijn en is hij veilig in Jeruzalem teruggekeerd.
Gesprek
- In het slot van de vertelling was David al de Jordaan over voor de mannen van Israël het wisten. Ze waren te laat en koning David keert terug naar Jeruzalem. Welke Koning zal onverwacht terugkomen? Wanneer zal dit gebeuren? Weet jij ook wat het woordje ‘Maranatha’ betekent?
- Heb jij er wel eens over nagedacht hoe jij deze Koning zult ontvangen?
Samenvatting
De tien stammen willen David weer als koning. David hoort niets van de stam van Juda. David stuurt de priesters Zadok en Abjathar naar Juda. De mannen van Juda laten zich overhalen en roepen David weer terug naar Jeruzalem. Amasa, een neef van David, wordt de nieuwe generaal in de plaats van Joab. Simeï komt David tegemoet en vraagt vergeving. David spaart zijn leven. Mefibóseth ontmoet David. David is boos op hem. Mefibóseth vertelt dat Ziba hem in de steek heeft gelaten. David nodigt Barzillaï, een belangrijke en rijke man, uit om bij hem aan het hof te komen wonen. Barzillaï bedankt voor de beloning.
Vragen
- Wat wil het volk dat David doet?
- Hoe heet de nieuwe generaal van David?
- Waarom kon Mefibóseth niet mee vluchten met David?