Deze vertelschets gaat over Mattheüs 17:1-13 en hoort bij les B1.38 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Mattheüs 17:1-13
Context
In Cesaréa Filippi heeft Petrus persoonlijk beleden dat Jezus de Christus is, na eerst de antwoorden van ánderen te hebben genoemd. Vanaf dat moment vertelde Jezus Zijn discipelen duidelijk dat Hij binnenkort zou gaan lijden. De discipelen begrepen nog steeds niet dat Zijn sterven noodzakelijk was om de zaligheid te verkrijgen voor Zijn kinderen. Jezus belooft hen dat ze Zijn majesteit zullen zien. Zes dagen na dit gesprek neemt Hij drie discipelen mee de berg op.
Kerntekst
Mattheüs 17:5b Deze is Mijn geliefde Zoon, in Dewelke Ik Mijn welbehagen heb; hoort Hem!
Doelstellingen
- De kinderen horen hoe de Vader bevestigt dat Jezus de Messias is
- De kinderen weten dat Jezus de enige en door God aangewezen Middelaar is
- Ze beseffen dat, alleen door te luisteren naar Zijn stem en in Hem te geloven, ook hun zonden vergeven kunnen worden
Zingen
- Psalm 2:4,6. 7; 8:4; 50:1,9; 144:7
- ZB - Alzo lief had God de wereld / Genade groot / Glorie aan God / Heer’, Uw bloed dat reinigt mij
Geloofsleer
- HC vraag 29 - Jezus is Zaligmaker
- HC zondag 23 - Hoe ben ik rechtvaardig?
- NGB art. 22 - Rechtvaardig door het geloof
- NGB art. 23 - Vergeving door Christus
Introductie
Misschien heb je weleens iets gezien wat heel bijzonder, speciaal of mooi was. Iets wat je misschien wel nooit meer vergeet. Denk maar eens goed na. Als je iets weet mag je het vertellen. (Laat een paar kinderen iets noemen. Je kunt ze het ook (nog) even aan de buurman laten vertellen.)
Beginzin
Heel rustig lopen vier mannen de hoge berg op. Af en toe staan ze stil en kijken ze eens om zich heen. De dalen liggen al ver beneden hen. Nog maar een klein stukje hoeven ze te klimmen, dan zullen ze op de top van de berg staan. Vanaf die plek kun je heel ver in alle richtingen kijken. Daar gaan de mannen niet voor naar de top. Maar waarom ze wel gaan, dat weet maar één van hen: de Heere Jezus.
Vertelschets
- Petrus, Jakobus en Johannes weten niet waarom ze hier naartoe gaan. Maar terwijl ze daar bovenop die berg zijn, gebeurt er opeens iets vreemds. De Heere Jezus ziet er plotseling niet meer uit als een mens zoals zij. Van Zijn gezicht straalt een glanzend licht, zoals het licht van de zon. Zijn kleren zijn blinkend wit.
- En kijk eens naast de Meester! Er staan opeens twee mannen bij Hem: Mozes en Elia. De discipelen zien hoe zij met de Heere spreken. Mozes en Elia weten dat het lijden van de Heere Jezus nu gaat beginnen. Dat is al heel lang geleden voorzegd. Zo staat het in de wet en ook de profeten hebben dat gezegd.
- Mozes en Elia zijn gekomen om Hem te vertellen dat Hij niet alleen zal zijn. Maar ook om Hem te laten zien welke eer en heerlijkheid Hij zal ontvangen na Zijn lijden en sterven, als Zijn werk op de aarde gedaan is. Hier, op deze berg, mag de Heere Jezus daar al wat van zien.
- De discipelen kijken met grote, verwonderde ogen. Wat is dit toch allemaal? Opeens bedenkt Petrus een mooi plan. Alles is hier nu zo goed, zo moet het altijd maar blijven! Als ze nu eens met elkaar drie tenten zouden maken, één voor Mozes, één voor Elia en één voor de Heere Jezus! Zonder na te denken roept hij het uit: ‘Heere, het is goed dat wij hier zijn!’ Hij vertelt het plan dat hij heeft bedacht.
- Maar terwijl Petrus nog praat, gebeurt er iets. Een wolk daalt naar beneden en komt over de Heere Jezus, Mozes en Elia heen. Nu kunnen de discipelen de Heere niet meer zien, al is Hij er nog wel.
- Een geweldige, machtige stem klinkt vanuit de wolk: ‘Deze is Mijn geliefde Zoon, in Dewelke Ik Mijn welbehagen heb; hoort Hem!’
- Als de discipelen dit horen, vallen ze bevend van angst neer op de grond. Ze duwen hun gezicht tegen de grond. God spreekt tot hen! Hij is hier, op deze berg en Hij wijst hen Wie Degene is die kan betalen voor de zonden, ja, voor hún zonden! Zo heeft Johannes de Doper het ook eens gezegd: ‘Zie het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt.’
- Mag jij, net als de discipelen weten dat de Heere ook voor jouw zonden heeft betaald? Luister jij naar Hem?
- Geen van de discipelen durft nog op te kijken. De Heere Jezus loopt naar hen toe. Hij buigt naar hen over en Hij raakt hen aan. Zo dicht komt Hij bij hen. ‘Sta maar op,’ zegt Hij, ‘wees niet bang.’
- Als de discipelen die rustige stem van hun Meester horen, verdwijnt hun angst. Ze kijken op, er is niets meer te zien van alles wat er net gebeurd is. Mozes en Elia zijn er niet meer, de wolk is weg. Ze zien alleen nog maar de Heere Die hen vriendelijk aankijkt. Ze gelóven.
- Met elkaar lopen ze de berg weer af. ‘Je mag aan niemand vertellen wat jullie hier hebben gezien’, zegt Jezus. ‘Pas wanneer Ik, de Zoon des mensen, uit de dood zal zijn opgestaan, mag je hierover aan anderen vertellen.’ Eerst moet Jezus lijden en sterven, dan zullen zij Zijn heerlijkheid zien.
- Dan denken de discipelen opeens aan iets wat de Schriftgeleerden altijd gezegd hebben: ‘Voordat de Messias komt, zal eerst de profeet Elia weer op de aarde komen.’ De discipelen geloven dat Jezus de Messias is, maar waar is dan Elia? Ze vragen het aan de Heere.
- ‘Elia is al gekomen,’ zegt de Heere, ‘maar de mensen herkenden hem niet. Ze hebben slechte dingen tegen hem gedaan en hem tenslotte gedood. Zo zal ook Ik moeten lijden en sterven.’
- Dan opeens begrijpen de discipelen wie de Elia is, over wie de Heere spreekt: Johannes de Doper. Hij heeft de mensen verteld over de Messias Die zou komen. Maar de mensen hebben niet naar zijn woorden geluisterd.
- Wie niet luistert naar de woorden van Johannes of naar de woorden van de andere profeten, wil ook niet luisteren naar de woorden van de Heere Jezus. Die mensen hebben Hem niet nodig.
Slotzin
Daarom zegt de Heere ook tegen jou: ‘Luister naar de woorden van de Heere Jezus. Hij is Mijn Zoon, de Redder, Die ook voor jouw zonden kan en wil betalen. Hoort Hem!’
Gesprek
- Heb jij de stem van God ook wel eens gehoord? Wanneer bijvoorbeeld? Hoe kun je Hem horen? Wat zegt de Heere tegen ons?
- Bij welke gebeurtenis waren deze discipelen ook bij de Heere Jezus? (Jaïrus, Gethsemané)
- Waarom zouden Mozes en Elia juist op de berg zijn geweest?
Samenvatting
De Heere Jezus neemt Petrus, Jakobus en Johannes mee op een hoge berg. Hier verandert de Heere Jezus van gedaante, Hij blinkt gelijk de zon en Zijn kleren worden zo wit als het licht. De drie discipelen zien Mozes en Elia met Hem praten. Petrus stelt voor om drie tenten te maken, voor de Heere Jezus, Mozes en Elia. Terwijl hij dit nog zegt, komt er een wolk, waaruit een stem klinkt: 'Dit is Mijn geliefde Zoon, in Denwelke Ik Mijn welbehagen heb, hoort Hem! De discipelen worden bevreesd en vallen met hun gezicht op de grond. Nadat de Heere Jezus hun aanraakt, staan ze op en zien ze alleen Jezus. Hij gebiedt hen dat ze dit tegen niemand mogen zeggen, totdat Hij opgestaan zal zijn uit de dood.
Vragen
- Welke discipelen mogen mee op de berg?
- Wat gebeurt er met de Heere Jezus?
- Wie komen er bij de Heere Jezus?
- Wat gebiedt de Heere Jezus hen als zij weer van de berg afdalen?