Deze vertelschets gaat over Handelingen 1:15-26 en hoort bij les C2.44 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Handelingen 1:15-26
Context
Nadat de Heere Jezus is opgevaren naar de hemel, zijn de discipelen naar de stad Jeruzalem gegaan, zoals de Heere Jezus hen Zelf bevolen had. Ze zijn daar eendrachtig bijeen in bidden en smeken en wachten op de vervulling van de belofte dat de Heilige Geest zal komen.
Kerntekst
Handelingen 1:20 Een ander neme zijn opzienersambt
Doelstelling
• De kinderen begrijpen dat er een nieuwe apostel moet komen, omdat Judas weg is.
• Ze horen dat de discipelen de Heere vragen om een nieuwe apostel aan te wijzen en merken hoe de Heere dat gebed verhoort.
• Ze beseffen dat de Heere ook in onze tijd nog mensen uitkiest om van Hem te getuigen.
Zingen
Psalm 75:1,2;135:1
ZB - Neem mijn leven / Roept uit aan alle stranden
Geloofsleer
NGB, artikel 31 - Verkiezing van ouderlingen en diakenen
Formulier - Bevestiging van ouderlingen en diakenen
Introductie
Als jij op zondag in de kerk zit, zie je altijd een rij mannen binnen komen. Je weet wel wie het zijn, de dominee met de ouderlingen en diakenen. Misschien heb jij wel eens gedacht: ‘Ik wil later ook ouderling worden, of diaken.’ Hoe kun je ouderling of diaken worden? Kun je zomaar een keer naar de dominee gaan en zeggen: ‘Ik wil graag ouderling worden’? Nee, dat kan niet. Weet je wie hen uitkiest? Dat doet de Heere Zelf. De Heere kiest Zelf mensen uit, die van Hem mogen vertellen.
Beginzin
Vol spanning zitten ze bij elkaar in de grote stad Jeruzalem. Samen zitten ze in een zaal. Wie zijn die mensen, die daar bij elkaar zijn?
Vertelschets
- Kijk maar eens goed. Daar zit Petrus en daar Johannes. En nog meer discipelen van de Heere Jezus. Wat zijn er veel mensen! Wel 120. Ze wachten vol spanning.
- Op Wie wachten deze mensen dan? Op de Heilige Geest. De Heere Jezus heeft het Zelf beloofd: De Heilige Geest zal komen. En daar bidden ze nu samen om.
- Als al die mensen bij elkaar zitten, gaat er ineens iemand staan. De mensen worden allemaal stil. Ze kijken naar de man. Het is Petrus. Wat wil Petrus vertellen?
- ‘Mannen, luister allemaal eens goed’, zegt Petrus. ‘Weten jullie nog dat wij altijd met twaalf discipelen bij elkaar zijn geweest?’ Ja, dat weten ze nog wel. Toen de Heere Jezus nog op aarde was, waren ze altijd met z’n twaalven bij de Heere Jezus. Altijd mochten ze met de Heere Jezus mee. Ze hebben zoveel van de Heere Jezus gehouden. Nu is de Heere Jezus niet meer bij hen op aarde, maar in de hemel, waar Hij voor hen zorgt.
- ‘Nu zijn wij niet meer met twaalf discipelen’, zegt Petrus dan. ‘Eén discipel is er niet meer bij. Dat is Judas’. De discipelen knikken. Dat klopt, Judas is er niet meer. ‘Weten jullie nog wat Judas heeft gedaan? Hij heeft er voor gezorgd dat de Heere Jezus gevangen werd genomen’, gaat Petrus verder.
- Alle discipelen denken weer even terug aan die donkere nacht. Ze weten het nog zo goed. Ze waren allemaal bij de Heere Jezus, alleen Judas was er niet bij. Ineens kwamen er allemaal mannen aan met stokken en zwaarden; Judas liep voorop. In die nacht namen ze de Heere Jezus gevangen. Dat vergeten de discipelen nooit meer!
- ‘Judas is gestorven’, zegt Petrus, ‘maar nu moet er een andere discipel komen. Dat heb ik in de bijbel gelezen. Eerst waren er twaalf discipelen, dat moet nu ook weer zo worden.’ Maar wie moet de nieuwe discipel worden?
- ‘Het moet iemand zijn die de Heere Jezus echt gekend heeft’, vindt Petrus. ‘Iemand die ook bij de Heere Jezus is geweest, toen Hij nog op aarde was. En hij moet ook gezien hebben dat de Heere Jezus aan het kruis is gestorven en daarna is opgestaan’. Daar is iedereen het over eens. Want iemand die dat heeft gezien, kan ook veel beter aan andere mensen vertellen dat de Heere Jezus leeft.
- Samen denken de discipelen na: ‘Wie moet nu de nieuwe discipel worden?’ Uiteindelijk vinden ze twee mannen die het zouden kunnen zijn. De ene heet Justus en de andere Matthias.
- Wie van de twee moet het worden? Moeten ze gewoon iemand uitkiezen? Nee, dat doen ze niet. Wat dan wel? Ze vouwen hun handen… Ze gaan bidden! Doe jij dat ook als je niet weet wat je moet doen? De Heere weet wel wie de nieuwe discipel moet worden. Hij weet immers alles en zorgt voor alles.
- ‘Heere, U kent iedereen. Wilt U dan aanwijzen wie de nieuwe discipel moet worden?’ bidden ze samen. ‘Want Judas is er niet meer en daarom is het nodig dat er een nieuwe discipel komt.’
- De Heere geeft antwoord. Hij heeft al bedacht wie de nieuwe discipel moet worden. Hij laat de discipelen weten dat Matthias het moet worden. En Matthias? Hij wil het graag. Nu kan hij over een poosje aan andere mensen vertellen over de Heere Jezus.
- Allemaal zijn ze blij. Nu zijn er weer twaalf apostelen, want Matthias is erbij gekomen.
Slotzin
Vandaag gaat het ook zo. De Heere roept mensen om over Hem te vertellen. De dominee roept Hij om over Hem te preken. De ouderlingen en diakenen roept Hij om Hem in de gemeente te dienen.
Gesprek
- Waarom moest er een nieuwe discipel komen? Wie werd de nieuwe discipel? Wie heeft de nieuwe discipel uitgekozen? Hoe?
- Hoe kiest de Heere nu mensen uit die over Hem mogen vertellen? Kun jij iemand bedenken wie de Heere uitkiest om over Hem te vertellen?
- Vertel jij wel eens aan iemand over de Heere Jezus? Vind je dat makkelijk of moeilijk? Waarom? Kun je Hem alleen dienen als je dominee bent, of in de kerkenraad zit? Wat dan?
Samenvatting
Vanuit het Oude Testament laat Petrus zien dat het verraad en het levenseinde van Judas voorzegd is in de Bijbel. Na zijn dood zijn er nog maar elf discipelen over. Petrus zegt dat er een twaalfde apostel moet komen die ook ooggetuige is geweest is van het leven van Jezus. Ze wijzen twee mannen aan, Jozef en Matthias. Zij hebben allebei het leven van de Heere Jezus meegemaakt; ze weten hoe Hij preekte, wonderen deed, heeft geleden, is gestorven en opgestaan en naar de hemel gevaren. De discipelen bidden tot God om te vragen wie de nieuwe apostel moet worden. Ze werpen het lot en Matthias wordt aangewezen.
Vragen
- Waarom moet er een apostel gekozen worden?
- Wie wijst hem aan? Hoe heet hij?
- Hoe wordt er in jullie kerk een nieuwe ouderling of diaken gekozen?
- Wat is de taak van een ouderling? En wat is de taak van een diaken?
- Wordt een dominee ook gekozen? Wat is zijn taak?