Deze vertelschets gaat over Jozua 2 en hoort bij les C2.20 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Jozua 2
Context
Mozes is gestorven en nu heeft de Heere de leiding over Zijn volk aan Jozua toevertrouwd. Jozua krijgt de opdracht om het land Kanaän binnen te trekken en de Heere bemoedigt hem.
De Israëlieten hebben hun tenten opgeslagen in Sittim, een plaats in Moab, tegenover Jericho. Hij geeft twee spionnen de opdracht om de stad Jericho te bespioneren.
Kerntekst
Jozua 2: 11 Als wij het hoorden, zo versmolt ons hart en er bestaat geen moed meer in iemand vanwege ulieder tegenwoordigheid; want de HEERE ulieder God is een God boven in de hemel en beneden op de aarde.
Doelstellingen
- Aan de kinderen laten zien dat de Heere alles bestuurt en ervoor zorgt dat de verspieders bij Rachab komen.
- Ze beseffen dat de Kanaänieten gehoord hebben hoe de Heere voor Zijn volk gezorgd heeft. Ze begrijpen iets van de angst van de Kanaänieten.
- Zij leren dat Rachab gered wordt door haar geloof en worden opgeroepen zelf ook te geloven.
Zingen
- Psalm 46:6, 75:1, 99:1, 116:1
- ZB - Groot is Uw trouw o Heer’ / Nooit kan ’t geloof te veel verwachten
Geloofsleer
- HC vraag 26 - Geloofsbelijdenis
- HC vraag 27 - Gods voorzienigheid
- NGB art. 2 - Middelen waardoor God zich openbaart
- NGB art. 13 - Gods voorzienigheid
- NGB art. 22 - Rechtvaardigmaking door het geloof in Christus
-
Introductie
Waarom zou je iemand helpen? Wie heb jij weleens geholpen? Zou je iemand helpen als het heel gevaarlijk is? Toen er vreemde soldaten in ons land waren, wilden ze mensen vangen die niet naar hen luisterden. Ze wilden hen dan doden. Die mensen waren bang en vroegen aan iemand: ‘Wilt u ons alstublieft helpen en ons verstoppen?’ Het was wel gevaarlijk om hen op een geheime plek te verstoppen, want als de soldaten zouden komen en hen zouden vinden, zouden ze iedereen in huis meenemen.
Beginzin
Rachab tilt haar hoofd op. Ja, ze hoort het goed, er wordt op de deur geklopt.
Vertelschets
- Rachab doet de deur open. Voor haar staan twee vreemdelingen. Ze ziet direct dat dit geen mannen uit Jericho zijn. Wat zijn dit voor mannen? Zijn het Israëlieten? Zouden dit de verspieders zijn die komen kijken hoe sterk de stad is? Ja, dan zijn het ook de mannen van het volk met die machtige God.
- ‘Mogen wij bij u in de herberg slapen?’ Rachab knikt en laat de mannen binnen.
- Plotseling wordt er op de deur gebonsd! ‘In naam van de koning, doe open!’ Rachab hoort het, wat nu? De dienaren van de koning komen natuurlijk die twee Israëlieten halen. Wat moet ze doen? De deur open doen en de twee mannen gevangen laten nemen of…? Maar ze heeft meteen een plan.
- ‘Kom snel’, zegt ze tegen de twee verspieders. Ze brengt hen naar boven, naar het dak. ‘Ga snel liggen!’ Op het dak liggen vlasstengels om te drogen. Daar kan ze de verspieders mooi onder verstoppen. Ze legt de stengels over de mannen heen. Zo, er is niets meer van hen te zien.
- Wat Rachab doet, is heel gevaarlijk! Als de soldaten de mannen vinden, zullen ze Rachab doden. Maar ze wil deze mannen helpen, want deze mannen dienen een machtige God, de God die Koning is over hemel en aarde. Rachab wil deze Koning dienen, naar Hem wil ze luisteren.
- Naar welke koning luister jij? Luister jij naar de Heere? Als je niet naar Hem luistert, dan luister je naar de duivel. Maar de Heere wil dat je naar Hem luistert.
- Rachab gaat naar beneden en doet de deur op. ‘Er zijn twee gevaarlijke vreemdelingen in uw huis, breng ze maar snel hier’, zeggen de soldaten. ‘Ze zijn gekomen om de stad te verkennen, om te kijken hoe sterk de stad is.’
- Daar staat Rachab en ze zegt: ‘Ik wist niet dat het gevaarlijke vreemdelingen waren. Voordat het donker werd en de poorten van de stad dichtgingen, zijn ze de stad uitgegaan. Als jullie snel zijn, kunnen jullie ze nog inhalen.’
- De soldaten draaien zich om en gaan snel de stad uit in de richting van de Jordaan. Ze geloven Rachab.
- Rachab gaat terug naar de mannen op het dak. De verspieders komen onder het vlas vandaan. ’Ik heb gezegd dat jullie uit de stad zijn gegaan.’ Ze kijkt de mannen aan. Ze wil nog iets zeggen.
- ‘Ik weet dat de Heere dit land aan jullie gegeven heeft. Wij zijn bang voor jullie. We hebben gehoord dat de Heere een pad door de Schelfzee heeft gemaakt. We hebben ook gehoord dat jullie de koningen Sion en Og verslagen hebben. Toen we dat allemaal hoorden, werden we zo vreselijk bang. We durven niets meer tegen jullie te doen.
- Beloof me alstublieft dat jullie mijn familie en mij niet zullen doden als jullie de stad Jericho komen veroveren. Ik heb jullie nu toch ook geholpen?‘
- De verspieders beloven dat, wanneer de Heere Jericho aan hen overgeeft, ze Rachab en haar familie niet zullen doden. ‘Dan moet je een helderrood touw uit het raam hangen’, zeggen ze. De Israëlieten weten dan waar Rachab woont. Ze moet haar vader, moeder, broers en zussen roepen; heel haar familie moet naar het huis van Rachab komen. In het huis van Rachab zijn ze veilig, anders zullen ze sterven.
- ‘Kom ik zal jullie helpen om de stad uit te komen.’ Ze pakt een sterk touw en loopt naar het raam. Als je door het raam naar buiten kijkt, zie je de velden buiten de stad. Ze maakt het touw stevig vast en zegt tegen de mannen: ‘Klim maar naar beneden en verstop je dan drie dagen in de bergen. Dan zullen de soldaten niet meer naar jullie zoeken en dan kunnen jullie teruggaan naar jullie volk.’
- Dan klimmen de mannen naar beneden en vluchten naar de bergen. Rachab ziet ze gaan en kijkt ze na totdat ze hen niet meer ziet.
- Uit het raam hangt een rood touw. Dat hebben de mannen gezegd. Ze gelooft hen en doet wat ze gezegd hebben. Met dat touw uit het raam is ze in haar huis veilig.
- Weet je wanneer jij veilig bent? Als de Heere in je hart woont. Dan hoef je niet bang te zijn, want dan zal de Heere je altijd helpen. Het is heel gevaarlijk als de Heere niet in je hart woont. Dan ben je niet veilig, dan is de duivel in je hart. Geloof Hem! Vraag Hem of Hij je geloof wil geven. Dan ben je veilig.
Slotzin
De mannen blijven drie dagen in de bergen en gaan dan naar Jozua terug. ‘Jozua’, zeggen ze, ‘de Heere zal ons helpen en we zullen de stad veroveren. De mensen zijn zo bang voor ons! De Heere heeft het Zelf beloofd: Israël zal in het beloofde land komen.
Gesprek
Wat doen de twee Israëlieten in Jericho? Wat zegt de koning van Jericho? Waarom kunnen de soldaten de spionnen niet vinden? Waarom heeft Rachab de verspieders geholpen? Wat gelooft Rachab? Hoe voelen de mensen van Jericho zich? Waar zorgt de Heere voor?
Samenvatting
Na veertig jaar staan de Israëlieten weer voor Kanaän. Jozua, de nieuwe leider, stuurt spionnen weg om het land te bekijken. Twee mannen gaan naar de stad Jericho. ’s Avonds slapen ze in het huis van Rachab, dat op de muur gebouwd is. Rachab verbergt de mannen op het platte dak als soldaten hen komen zoeken. Later laat ze de mannen via een touw ontsnappen. Deze vrouw doet dat omdat ze de God van Israël wil dienen en liefhebben. Ze weet zeker dat de Israëlieten het land zullen innemen. Ze laat een rood koord uit het raam hangen. Dat is het teken dat ze mag blijven leven.
Vragen
- Wie is nu de leider van de Israëlieten?
- Wat moeten de twee mannen gaan doen?
- Waarom is het gevaarlijk?
- Wat gebeurt er? Wie redt hen? Hoe doet ze dat?
- Wat weet Rachab zeker? Hoe zal zij gered worden?