Deze vertelschets gaat over Handelingen 21:15-36 en hoort bij les A2.46 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Handelingen 21:15-36
Context
Paulus heeft afscheid genomen van de gemeenten. Veel mensen raden hem af om naar Jeruzalem te gaan. Paulus geeft zijn leven over in de handen van God. In Jeruzalem moet Paulus zichzelf eerst reinigen volgens de wetten van Mozes, omdat hij contact heeft gehad met heidenen. Na zeven dagen is Paulus weer in de tempel. Er zijn ook joden uit Azië naar Jeruzalem gekomen omdat het bijna pinksterfeest is. Ze herkennen Paulus. De joden beschuldigen Paulus ervan dat hij overal mensen opzet tegen de joden, de wet en de tempel.
Kerntekst
Handelingen 21:13 Want ik ben bereid niet alleen gebonden te worden, maar ook te sterven te Jeruzalem voor de Naam des Heeren Jezus.
Doelstellingen
- De kinderen leren dat Paulus door het geloof bereid is om zelfs te sterven voor de Naam van de Heere Jezus.
- Ze leren dat het doel van de wet niet is om er uiterlijk aan te houden, maar om je te leiden tot Christus, Die de wet volkomen heeft volbracht.
Zingen
- Psalm 40:5; 41:1; 42:7; 62:1; 81:11, 12; GdH:3, 9
- ZB - God is getrouw / Jezus, ga ons voor / Wat God doet dat is welgedaan / Wie maar de goede God laat zorgen
Geloofsleer
- HC vraag 1 - Enige troost in het leven en in het sterven
- HC vraag 115 - Doel van scherpe prediking van de tien geboden
- HC vraag 104 - Het 5e gebod
- NGB art. 25 - Ceremoniële wet vervuld in Christus
Introductie
Het is aan het begin van een nieuwe schooldag. Je zoekt je plekje weer op in de klas. Jouw juf klapt in haar handen en kijkt iedereen ernstig aan. ‘Jullie mogen van mij altijd je werk van rekenen zelf nakijken. Ik heb jullie vertrouwd dat je dan ook het antwoordboekje weer bij mij inlevert. Maar ik mis nu één boekje. Wie weet waar het is?’ Het blijft stil in de klas. Je kijkt om je heen. Dat boekje kan toch niet zomaar weg zijn? Dan steekt een jongen uit de klas zijn hand op en zegt: ‘Ik weet wie het gedaan heeft juf. Ik heb diegene uit de klas zien komen vanmorgen.’ De jongen kijkt jou lang aan.
Bespreek: Hoe zou jij je voelen? Wat zou jij doen?
Beginzin
Wat zijn de christenen in Jeruzalem blij! Paulus is in Jeruzalem aangekomen!
Vertelschets
- Ze hadden hem verwacht en ontvangen hem hartelijk. Paulus werd door de Heilige Geest geleid naar Jeruzalem.
- Op de volgende morgen ontmoet Paulus Jakobus en de ouderlingen uit de gemeente in Jeruzalem. Jakobus is de broer van de Heere Jezus. Hij gaf ook leiding aan de gemeente.
- Paulus vertelt uitgebreid hoe de Heere God heeft gewerkt onder de heidenen door zijn prediking.
- Ze loven de Heere voor Zijn werk. God werkte toen, maar nu nog! Ook nu kunnen er nog mensen bekeerd worden. God is Dezelfde!
- De leiders van de gemeente leggen hun probleem voor aan Paulus. ‘U ziet, broeder, dat er veel Joden tot geloof zijn gekomen. Ze zijn ijverig in het houden van de wetten van Mozes. Ze zoeken hun zaligheid er niet meer in, maar ze onderhouden de wetten nog wel. En nu zeggen ze over u, Paulus, dat u tegen al de Joden die onder de heidenen leven, zegt dat ze de jongetjes niet meer hoeven te besnijden en de wetten van Mozes niet meer hoeven te houden.’
- De gelovigen Joden in Jeruzalem letten nog heel veel op de vorm van de wetten. Maar de vorm van de wet is niet het belangrijkste. Het gaat om het wezen, het geestelijke van de wet. Dat zien de Joden in Jeruzalem nog niet.
- ‘Wat moeten we nu doen? De gemeenteleden zullen ook horen dat u in Jeruzalem bent aangekomen. Ze zullen u willen ontmoeten.’
- Waarom vertellen ze dit probleem tegen Paulus? De ouderlingen willen de vrede en eenheid in de gemeente proberen te bewaren.
- ‘We hebben een advies voor u, Paulus. Doe wat wij zeggen: Sluit u aan bij de vier mannen die nazireeërbelofte hebben afgelegd.’
- Wat is dat, een nazireeërbelofte? Dit betekent dat deze mannen zich helemaal gewijd hebben aan God. Ze mogen dan een bepaalde periode geen alcohol drinken, geen doden aanraken en hun haar mag niet worden geknipt.
- ‘U moet u ook reinigen.’ Paulus is onrein geworden omdat hij in contact is geweest met heidenen. Daarom moet hij zichzelf ook reinigen.
- ‘Als u met de vier mannen naar de tempel gaat en de kosten van de offers betaalt, laat u zien dat u de wetten van Mozes hoogacht.’
- De ouderlingen in Jeruzalem verwachten van heidenen die tot geloof zijn gekomen niet dat ze zich aan de voorschriften uit het Oude Testament houden.
- Ze geloven net zoals Paulus dat de wetten van Mozes in de Heere Jezus zijn vervuld. Niet het uiterlijke is belangrijk, maar het geestelijke van de wet. Je houdt de wetten van Mozes door te geloven in Christus, Die het einde van de wet is.
- Paulus luistert naar het advies van de ouderlingen.
- God zegt in het vijfde gebod ook tegen ons, tegen jou: ‘Eert uw vader en moeder.’ Luister jij ook naar degenen die boven je gesteld zijn als ze je een advies geven? Luister je naar je ouders, als ze je waarschuwen? Luister je naar de kerkenraad, ouderlingen als ze op huisbezoek komen? Luister je naar wat de dominee zegt? Leg alle adviezen en waarschuwingen niet naast je neer. Luister en leg alles voor Hem neer in het gebed. ‘Heere, bekeer mij, leer mij Uw wegen.’
- Daar zien we Paulus de volgende dag samen met de vier mannen naar de tempel gaan. Eerst hebben ze zich gereinigd. Paulus betaalt de offers, zie Numeri 6:13-15.
- Zeven dagen zijn Paulus en de mannen onrein. Na deze zeven dagen moeten ze weer naar de tempel komen.
- Het is bijna pinksterfeest. Daarom komen er steeds meer Joden naar Jeruzalem. Er zijn nu ook Joden uit Azië naar de tempel gekomen. Ze herkennen Paulus. Ze schreeuwen: ‘Gij Israëlitische mannen, deze man, Paulus, zet overal mensen op tegen de Joden, de wet en de tempel.’ De Joden uit Azië zijn vijanden van Paulus. Ze zijn ongelovige Joden.
- Wat heeft Paulus verkeerd gedaan? Ze hebben Paulus gezien samen met Trofimus. Trofimus kwam uit Efeze, hij is een heiden. Ze denken dat Paulus ook Trofimus heeft meegenomen naar de tempel. En dat mag niet, want een heiden mag niet op het voorhof bij de tempel komen.
- Er komen steeds meer mensen kijken bij de tempel. Er ontstaat een oploop. De Joden grijpen Paulus vast en sleuren hem uit de tempel. De tempeldeuren doen ze dicht.
- Ze zijn zo boos. Ze zouden Paulus wel willen doden. Ze beginnen Paulus te slaan.
- God zorgt voor Paulus! Nu is het nog niet de tijd dat Paulus moet sterven. God leidt ook nu Paulus’ leven.
- Kijk maar, daar komen Romeinse soldaten aan. Ze hebben gehoord over het oproer. De verzamelplaats van het Romeinse leger was dichtbij de tempel, in de burcht Antonia. Door middel van een trap konden ze direct bij het voorhof van de tempel komen.
- De Romeinse legercommandant Lysias komt nu kijken wat er precies aan de hand is, samen met een aantal soldaten en officiëren. De Joden zien de soldaten komen. Ze houden direct op met Paulus te slaan.
- De legercommandant Lysias loopt naar Paulus toe en beveelt zijn soldaten dat ze hem moeten boeien met twee ketenen. Hij vraagt aan Paulus: ‘Wie bent u en wat heeft u gedaan?’
- De menigte mensen schreeuwt van alles door elkaar. De ene zegt dit en de ander dat. Het is zo’n herrie dat de commandant Lysias er niets van begrijpt. Hij zegt tegen zijn soldaten: ‘Neem hem mee.’ Op de trap richting de burcht Antonia moeten de soldaten Paulus beschermen, omdat de mensenmenigte zo boos is. Paulus wordt gedragen door de soldaten.
- De mensen volgen Paulus en de soldaten. Hoor eens wat ze roepen: ‘Weg met hem! Weg met hem!’ Ze willen dat Paulus gedood wordt.
- ‘Weg met Hem, kruis Hem.’ Dat hebben de Joden ook geroepen tegen de Heere Jezus. De Heere Jezus was ook door de Joden verworpen. Hij ging vrijwillig de weg van lijden en sterven. Hij moest lijden voor de zonden. Niet voor zijn eigen zonden, maar de zonden van Zijn vijanden, van zondaren. Alleen zo, door Zijn sterven aan het kruis, kon de hoge prijs voor de zonden worden betaald. Het kostte Hem Zijn leven, Hij gaf Zijn bloed. ‘Zijn bloed reinigt van alle zonden.’
- De Heilige Geest heeft ook Paulus geleerd om het eens te zijn met Gods weg. Paulus zegt het zelf: ‘Ik ben bereid niet alleen gebonden te worden, maar ook te sterven te Jeruzalem voor de Naam van de Heere Jezus.’
Slotzin
Wat als jij verworpen wordt door de mensen, gevangen genomen wordt? Ben jij bereid om te sterven voor Zijn Naam?
Gesprek
- Waarvoor diende de ceremoniële wet van Mozes? Waarom worden de tien geboden voorgelezen in de kerk? Ben je bekeerd als je je aan de tien geboden houdt? Waarvoor is de wet gegeven?
Samenvatting
Paulus is in Jeruzalem aangekomen! Daar ontmoet hij Jakobus en de ouderlingen uit de gemeente in Jeruzalem. In Jeruzalem moet Paulus zichzelf eerst reinigen volgens de wetten van Mozes, omdat hij contact heeft gehad met heidenen. Na zeven dagen is Paulus weer in de tempel. Er zijn ook joden uit Azië naar Jeruzalem gekomen omdat het bijna pinksterfeest is. Ze herkennen Paulus. De joden beschuldigen Paulus ervan dat hij overal mensen opzet tegen de joden, de wet en de tempel. De Heilige Geest heeft Paulus geleerd om het eens te zijn met Gods weg.
Vragen
- Waarom moet Paulus zich volgens de Joden in Jeruzalem reinigen?
- Wat is een nazireeërbelofte?
- Wat roepen de Joden uit Azië als ze Paulus herkennen?
- Wat gebeurt er daarna met Paulus?