Deze vertelschets gaat over Lukas 4:16-31 en hoort bij les A1.19 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Lukas 4:16-31
Context
Onmiddellijk na Zijn doop voert de Heilige Geest Jezus naar de woestijn. Daar wordt hij 40 dagen lang verzocht door de duivel. Al die tijd vast de Heere Jezus. Als Hij gekweld wordt door de honger, komen de zwaarste verzoekingen. De duivel daagt de Heere Jezus uit een wonder voor Zichzelf te doen. De Heere Jezus zegt dat dit niet nodig is, omdat God voor Hem zorgt. De duivel daagt de Heere Jezus uit te proberen of God Zijn Woord houdt. De Heere Jezus noemt dit: God verzoeken. De duivel biedt de Heere Jezus deze wereld aan voor een knieval. De Heere Jezus zegt dat we alleen God mogen aanbidden. Dan wijkt de duivel van Hem en de engelen komen naar Jezus toe en dienen Hem.
Kerntekst
Lukas 4:21 En Hij begon tot hen te zeggen: Heden is deze Schrift in uw oren vervuld.
Dostellingen
- De kinderen zien het verband tussen de profetieën en de komst van Christus.
- De kinderen beseffen hoe erg ongeloof is, omdat het de Heere Jezus als Messias verwerpt.
Zingen
- Psalm 34:9,10; 45:4; 51:2,5,9; 119:17
- UMK - Jezus, Die verloor’nen zoekt
- ZB - Kom naar huis
Geloofsleer
- HC vraag 21 - Een waar geloof
- HC zondag 38 - Het vierde gebod
- NGB 18 - De Mens Jezus
- DL 3/4,11 - Bekering
Introductie
Stel de kinderen de vraag: ‘Stel dat Jezus in jouw dorp is geboren, zou je dan geloven dat Hij de Messias is? Waarom wel of niet?’
Beginzin
Er lopen veel mensen op de weg naar de synagoge in Nazareth. Ze praten druk met elkaar. Zo meteen gaan ze luisteren naar wat Jezus, de zoon van Jozef, hun te zeggen heeft. Ze gaan in de hoop dat er ook in hun dorp een wonder zal gebeuren. Helaas gaan ze niet om te luisteren naar het woord van Jezus, de Zoon van God.
Vertelschets
- Even later is de synagoge gevuld met druk pratende mensen. Plotseling wordt het stil. Jezus is opgestaan en de overste van de synagoge geeft Hem de boekrol van de profeet Jesaja.
- Jezus rolt onder ademloze stilte de rol open en leest: ‘De Geest des Heeren is op Mij, daarom heeft Hij Mij gezalfd; Hij heeft Mij gezonden om de armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen die gebroken zijn van hart. Om de gevangenen te prediken loslating en de blinden het gezicht; om de verslagenen heen te zenden in vrijheid; om te prediken het aangename jaar des Heeren.’
- Jezus geeft de boekrol terug aan de overste en gaat zitten. Het wordt nog stiller, want Jezus zal nu gaan spreken.
- ‘Heden’, zo begint Jezus, ‘is deze Schrift in uw oren vervuld.’ Wat Jesaja heeft geprofeteerd, is nu waar geworden.
- Jesaja spreekt over ‘armen’. Dat begrijpen de inwoners van Nazareth. De meesten moeten hard werken voor een karig stukje brood. En aan armen zal het Evangelie verkondigd worden, heeft Jezus net gelezen.
- Maar de mensen begrijpen niet dat Jezus en Jesaja mensen bedoelen die verdriet over hun zonden hebben. Arm van geest, noemt de Heere Jezus dat.
- Ook legt Jezus uit wat ‘gebroken zijn van hart’ betekent. Hij bedoelt niet die mensen die treuren om een dode, maar vooral die mensen die verdriet hebben over hun zonden. Zij zullen getroost worden. De Heere zal hun zonden vergeven. Maar ook dat begrijpen de meesten niet.
- Jezus spreekt over gevangenen die vrij gelaten worden. Over blinden die weer zullen zien. Hij spreekt eenvoudig en met gevoel, want Hij meent wat Hij zegt. De overste van de synagoge spreekt altijd zo koel en koud. Hij heeft het altijd over wetten, die ze moeten houden, maar Jezus spreekt woorden van troost. De mensen luisteren ademloos en prijzen Hem.
- Hoe luister jij naar de preek?
- De aanwezigen heffen met een ruk hun hoofd op. De Heere Jezus zegt dat deze profetie van Jesaja vervuld is, dat Hij gekomen is om die te vervullen. Maar dat geloven ze niet! ‘Is deze niet de Zoon van Jozef?’ Ze denken: hoe durft Hij te zeggen dat Hij de Messias is!
- Het is nutteloos om verder te spreken. Er is veel vijandschap in de harten van de Nazareners en dat weet Jezus.
- Jezus zegt: ‘Jullie zullen ongetwijfeld zeggen: Medicijnmeester, genees Uzelf. Als U echt de Messias bent, bewijs het dan eens. Doe dan hier ook eens een wonder. In Nazareth zijn ook veel zieken. Genees dan liever de zieken hier, in Uw eigen woonplaats en niet in Kapernaüm.’
- Maar de Heere Jezus doet geen wonderen, omdat de mensen niet in Hem geloven. Jezus geeft twee voorbeelden. Toen de profeet Elia leefde en er hongersnood heerste in Kanaän moest hij naar de heidense weduwe in Zarfath gaan, omdat de Israëlitische weduwen niet geloofden. Toen de profeet Elisa leefde, waren er veel melaatsen in Israël, maar ze gingen niet naar Elisa, omdat ze niet geloofden. De heidense Naäman werd genezen vanwege zijn geloof.
- Dit is een ernstige waarschuwing voor de mensen uit Nazareth. Trouwens, voor jou en mij net zo! Geloof jij in de Heere Jezus?
- De mensen zijn woest en worden rood van kwaadheid. Met gebalde vuisten dringen ze naar Jezus toe, grijpen Hem vast en sleuren Hem de synagoge uit naar de top van de berg, even buiten het dorp. Ze willen Hem naar beneden gooien. Harde woorden vol hoon worden naar Zijn hoofd geslingerd.
- Jezus laat Zich voortslepen door de toornige en spottende mensen. Hij doodt ze niet, want Hij is gekomen om mensen te behouden en niet om te doden.
- Op de top van de berg richt Jezus Zich plotseling op en de mensen die Hem vasthouden, moeten Hem loslaten. Rustig draait de Zaligmaker Zich om en gaat midden tussen die woedende menigte door weer naar beneden.
- De Nazareners willen een wonder zien? Hier zien ze een wonder. Het is een wonder dat hen van Jezus scheidt. Nergens lezen we dat er één berouw heeft gekregen of Jezus om vergeving heeft gevraagd. Moedwillig hebben ze de Zaligmaker verworpen, op de Sabbat!
Slotzin
Kapernaüm wordt de stad waar Jezus ’s nachts verblijft, waar Hij op de sabbatdagen in de synagoge preekt. Misschien denk je dat je beter bent dan de Nazareners, dat jij Jezus niet zo zou willen behandelen. Maar uit onszelf zullen we de Heere nooit liefhebben. Wel als God het anders maakt in je hart, vraag Hem daar maar om. Dan zul je merken dat Hij het je ook zal geven!
Gesprek
- Lees met elkaar de profetie uit Jesaja 61 en bespreek het. Hoe heeft de Heere Jezus deze profetie vervuld?
- Welke andere profeten hebben gesproken over de komst van de Messias?
- Wat is ongeloof? Hoe kan dat ongeloof worden overwonnen? Wat verandert er dan?
Samenvatting
Na de verzoeking in de woestijn komt de Heere Jezus in Nazareth, waar iedereen Hem kent. Op de sabbat krijgt Hij in de synagoge de boekrol van Jesaja. Hij rolt die uit tot bij Jesaja 61. Hij leest de profetie staande voor en zittend legt Hij uit dat deze profetie nu vervuld is: Hij is de Messias. Degene over Wie Jesaja sprak. Iedereen voelt dat er kracht in Zijn Woorden is. De Heere Jezus weet dat ze Hem niet geloven, dat ze dit godslasterlijk vinden. Ze willen dat Hij hier, net als in Kapernaüm, wonderen doet. Hij legt uit dat in de tijd van het Oude Testament Elia naar de weduwe van Zarfath werd gestuurd, dat de melaatse Naäman genezen werd. Beide waren heidenen.Woedend werpen ze de Heere Jezus buiten de stad met de bedoeling Hem van de berg te gooien. Rustig loopt de Heere Jezus weg, tussen hen door en toont daarmee Zijn kracht om wonderen te doen. |
Vragen
- Wat legt de Heere Jezus uit als Hij in Nazareth uit de profeet Jesaja 61 leest?
- Wat betekent de uitdrukking dat een profeet niet aangenaam is in zijn eigen land?
- Hoe komt het toch dat de Joden niet geloven dat de Heere Jezus de echte Messias is?
- Bid je wel eens voor de Joden die dat nog niet geloven (Psalm 122)?