Deze vertelschets gaat over Lukas 15:1-10 en hoort bij les B3.36 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Lukas 15:1-10
Context
Waar de Heere Jezus ook komt, overal zoeken tollenaars en zondaars Hem op. Ze zoeken Hem, omdat ze zijn uitgestoten uit de gemeente en niemand meer oog voor hen heeft. Jezus heeft echter wel oog voor hen; Hij ontvangt hen vriendelijk en spreekt en eet met hen. Ook vertelt Hij dat er voor de grootste zondaars vergeving is. Als de Farizeeën dit horen, ergeren ze zich mateloos aan wat Jezus zegt. Dan vertelt de Heere Jezus deze gelijkenissen.
Kerntekst
Lukas 15:7 Ik zeg ulieden, dat er alzo blijdschap zal zijn in de hemel over één zondaar die zich bekeert, meer dan over negen en negentig rechtvaardigen, die de bekering niet van node hebben.
Doelstellingen
- De kinderen horen van de opzoekende liefde van Christus voor zondaren en leren dat Hij ook hen wil zoeken.
- Ze weten dat er blijdschap bij God is over de bekering van een zondaar.
- Ze horen van de liefdeloosheid van de Farizeeën en de Schriftgeleerden als waarschuwend voorbeeld.
Zingen
- Psalm 23:1; 25:4; 79:4,7; 95:4; 100:2; 119:88
- ZB - Veilig in Jezus’ armen / Zijn liefde zocht mij teder
- UMK - Heer’ Jezus, goede Herder / De Heer’ is mijn Herder
Geloofsleer
- NGB art. 16 - Gods verkiezing
- DL 1, 1-2 - De liefde van God
Introductie
Vertel de kinderen het volgende: Er loopt een moeder over het strand. Ze kijkt heel goed om zich heen en ziet er verdrietig en bang uit. Waar kan haar kindje zijn? Overal vraagt ze het en overal zoekt ze het, maar nergens kan ze het vinden. Ze wordt steeds ongeruster. Was haar kindje maar bij haar gebleven en niet alleen weggelopen! Moedeloos loopt ze terug naar haar plek. Wat kan ze doen? Dan kijkt ze ineens op. Wat hoort ze daar? In de verte ziet ze haar kindje huilend lopen. Snel rent ze naar haar kindje toe en pakt het in haar armen. Oh, gelukkig, ze heeft haar kindje gevonden. Wat is ze blij!
Beginzin
In dit verhaal gaat het ook over zoeken en vinden. Luister maar goed, Wie er zoekt en wie er gevonden wordt.
Vertelschets
- ‘Hé, heb je het al gehoord? Heb je al gehoord dat Jezus heeft gezegd dat er ook voor ons nog vergeving is?’ Er staan twee tollenaars met elkaar te praten. Blij en opgewonden kijken ze elkaar aan. ‘Kom, dan gaan we naar de Heere Jezus toe. Dan kunnen we nog meer van Hem horen!’
- Iets verderop loopt een groepje Farizeeën. Hun gezichten staan helemaal niet blij. Ze begrijpen er niets van! Hoe kan Jezus met tollenaars praten en eten? Tollenaars zijn grote zondaars, die het alleen maar belangrijk vinden om veel geld te hebben. Hoe kan de Heere Jezus juist hen opzoeken en vertellen dat er voor hen vergeving is? Nee, ze begrijpen er niets van, ze ergeren zich juist aan Hem. En dat zullen ze tegen Hem vertellen ook! Ze lopen in de richting van de Heere Jezus.
- Ja hoor, zien de Farizeeën, er staan alweer veel mensen om de Heere Jezus heen. ‘Wij begrijpen niet dat Hij met tollenaars en zondaars praat’, zeggen ze tegen een paar mensen die vlakbij hen staan. ‘En dat Hij zelfs met zulke mensen eet, dat doe je toch alleen maar met je beste vrienden? En niet met mensen die zulke zonden hebben gedaan!’ Mopperend kijken ze in de richting van de Heere Jezus. Dan zien ze dat Hij ook naar hen kijkt. Hij heeft gehoord wat ze hebben gezegd. Nu gaat Hij iets tegen hen zeggen.
- ‘Stellen jullie je eens voor dat een herder honderd schapen heeft en met zijn grote kudde achter zich aan door de droge velden loopt, op zoek naar een beetje gras om te grazen. Hij kijkt achterom en houdt zijn kudde goed in de gaten; er mag geen schaap weglopen, veel te gevaarlijk!
- Als de herder zijn schapen telt, schrikt hij. Ziet hij dat goed? Hij is er één kwijt! Dan kan hij maar één ding doen: de negenennegentig schapen achter zich laten en het ene schaap dat verloren is, gaan zoeken, net zolang totdat hij het gevonden heeft.
- De herder zoekt en zoekt. Overal waar hij maar kan. Waar is zijn schaap gebleven? Dan hoort hij een geluid. Als hij omkijkt, ziet hij dat het zijn schaap is. Vlug loopt hij ernaartoe. Hij ziet dat het schaap moe is, het kan niet meer lopen. Hij pakt het schaap op en legt het op zijn schouders. Wat is hij blij!
- Als hij weer thuiskomt, roept hij zijn buren en vrienden bij elkaar en zegt tegen hen: ‘Wees blij met mij, want ik heb mijn schaap gevonden, dat eerst verloren was.’
- De Heere Jezus kijkt de mensen om Hem heen aan. ‘Ik zeg jullie dat er zo ook blijdschap is in de hemel over één zondaar die zich bekeert. Meer dan over negenennegentig mensen die denken dat ze goed zijn, en zich niet hoeven te bekeren.’
- Ben jij ook zo’n weggelopen schaap? Ben jij ook verloren omdat je niet zonder de Heere kunt leven? Weet je wat het grote wonder is? Dat de Heere Jezus jou op wil zoeken! Omdat Hij als een schaap is geslacht aan het kruis op Golgotha. Dat deed Hij om verloren mensen te vinden en Thuis te brengen.
- Maar de Heere Jezus gaat verder. ‘Of moeten jullie je eens voorstellen dat er een vrouw is die tien penningen heeft…’ Een penning is best veel geld, daar moest je wel een dag voor werken. ‘Maar die vrouw is een penning kwijt! Wat zal ze nu doen? Omdat het zo donker is in huis, pakt ze een kaars en zoekt overal in huis naar de penning. Ze zoekt in alle hoeken van het huis en bezemt de vloer, zodat ze goed kan kijken waar de penning is.’
- ‘Daar ziet ze eindelijk de penning liggen! Ze raapt het op en rent naar haar vriendinnen en buurvrouwen. Ze vertelt: ‘Jullie moeten blij zijn met mij, want ik heb de penning gevonden die ik verloren was!’
- ‘Op die manier is er ook blijdschap in de hemel bij de engelen van God over één zondaar die zich bekeert.’ Dan zien de engelen aan de Heere God dat er blijdschap bij Hem is, en kunnen ze daar ook blij mee zijn.
Slotzin
Ben jij al zo gevonden door de Heere Jezus Zelf?
Gespreksvragen
Denk eens aan de vraag aan het begin: Wie zoekt er en wie wordt er gevonden? Wat betekent dat voor jou?
Waarom vinden de Farizeeën het niet goed wat de Heere Jezus zegt over de tollenaars en zondaars?
Wat wil de Heere Jezus vertellen met het verhaal over het weggelopen schaap? En over de verloren penning?
Ben jij ook blij als er andere mensen in de Heere Jezus gaan geloven? Waarom, en hoe zie je dat andere mensen in de Heere Jezus geloven?
Samenvatting
De Farizeën en Schriftgeleerden zijn boos op Jezus omdat Hij met tollenaars en zondaren omgaat. De Heere Jezus vertelt twee gelijkenissen. Iemand had honderd schapen. Als één van die schapen zoek is, laat de herder de 99 schapen achter om het ene schaap te zoeken. Blij komt hij terug als hij het schaap gevonden heeft. En het verhaal van een vrouw die tien penningen, munten, heeft. Ze raakt er eentje kwijt en zoekt net zolang totdat ze de munt weer gevonden heeft. Dan viert ze feest met haar buren. Zo zal er ook in de hemel blijdschap zijn als een zondaar zich bekeert.
Vragen
- Wat doet de herder uit de gelijkenis?
- Wie is de goede Herder? Wat doet Hij?
- Waarom is de vrouw uit de tweede gelijkenis zo blij?
- Wanneer zal er blijdschap in de hemel zijn? Wat betekent dat?