De website heeft recent een grote update gehad in de techniek, waarna nog niet alles weer perfect werkt. Kom je een foutje tegen, kopieer dan de link uit de adresbalk van je browser en deel hem via de chat of per mail, met een korte toelichting van de fout. Daarmee help je ons om de website weer goed in vorm te krijgen. Dankjewel!

Vertelschets over Jakob en Ezau

Deze vertelschets gaat over Genesis 25:19-34 en hoort bij les C2.1 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.

Bijbelgedeelte: Genesis 25:19-34

Context
Sara, de moeder van Izak is gestorven. Abraham stuurt zijn knecht Eliëzer er op uit om een vrouw voor Izak te zoeken. Niet bij de heidense Kanaänieten, maar een vrouw uit het land en de familie van Abraham. Eliëzer komt terug met Rebekka, een kleindochter van Nahor. Nahor is de broer van Abraham en dus de oom van Izak. Izak trouwt met Rebekka en zo wordt hij getroost in het verdriet om zijn moeder. Ook Abraham sterft. Dan volgt de geschiedenis van Jakob en Ezau.

Kerntekst
Genesis 25:32 En Ezau zeide: Zie, ik ga sterven; en waartoe mij dan de eerstgeboorte?

Doelstellingen

  • De kinderen weten dat ze alles tegen de Heere mogen vertellen en dat de Heere ook naar ons gebed wil horen.
  • De kinderen weten dat Ezau het eerstgeboorterecht verkoopt aan Jakob. Daarmee geeft hij zijn verachting voor deze zegen aan.
  • Ze begrijpen dat Jakob het heft in eigen hand neemt en niet wacht op de Heere.

Zingen

  • Psalm 24:2; 81:5
  • ZB - Zegen ons Algoede / Ga niet alleen door ’t leven / Wees ook jij een discipel

Geloofsleer

  • NGB art 26 - Van de enige voorbidding van Christus
  • DL 1, 7 - De verkiezing

Introductie
Praat kort (aan de hand van een plaatje) over Abraham. Wie was hij, zijn reis, Lot, etc. Zing eventueel samen het lied van Abraham. Abraham en Sara hebben heel lang gebeden omdat de Heere beloofd had dat ze een zoon zouden krijgen. Sara heeft een kind gekregen toen ze al heel oud was. Wie weet hoe dat kind heette? Nu gaan we verder vertellen over Izak, die nu groot is.

Beginzin
Zie je ze lopen daar, al die dieren. Wat zijn het er veel. Kijk daar gaan schapen. Een herder loopt voorop. En daar bij die struiken staan koeien.

Vertelschets

  • En naast die koeien staan geiten. En daar nog veel meer dieren. Hé, en daar staat ook een grote tent. Van wie zijn al die dieren en van wie is die tent? Al die prachtige dieren zijn van Izak. Wat is hij rijk, zeg. Hij heeft zo veel dieren. En in die tent woont Izak. Dat is zijn huis. Hij woont niet alleen in dat huis. Nee, Izak heeft ook een vrouw van de Heere gekregen. Ze heet Rebekka. Samen wonen ze in die tent. Ze zullen vast wel heel blij zijn. Want ze houden veel van elkaar. En weet je, ze houden allebei ook veel van de Heere. Dat is het allerfijnst.
  • Maar toch zijn ze ook weleens verdrietig. Weet je waarom? Het is vaak zo stil in de tent. En het is ook vaak zo stil buiten de tent. Er is geen meisje dat roept: ‘Mama, waar bent u?’ en er is ook geen jongetje dat huilend bij zijn vader komt en zegt: ‘Ik ben gevallen.’ Izak en Rebekka hebben geen kinderen. Ze hebben nog nooit een baby gekregen. En ze willen het wel heel graag. Elke dag vragen ze aan de Heere: ‘Wilt U ons alstublieft een kindje geven?’ Wat fijn dat ze dat aan de Heere mogen vragen.
  • Jij mag ook alles aan de Heere vertellen. Als je blij bent of verdrietig, als je ziek bent of alleen. Alles mag je zeggen.
  • Dat doen Izak en Rebekka ook. Maar… het duurt zo lang. Ze moeten zo heel lang wachten. Maar dan, ja hoor, dan gebeurt het. De Heere geeft in de buik van Rebekka een baby. Niet één baby, maar twee. Wat fijn. Wat zijn Izak en Rebekka blij. Samen danken ze de Heere. Kijk, je kunt het al zien bij Rebekka. Haar buik wordt dikker en dikker. De Heere doet wat Hij beloofde. Uit hun familie zal heel veel later de Heere Jezus geboren worden.
  • En dan worden de baby’s geboren. Twee jongetjes. Eerst wordt Ezau geboren, hij is de oudste, en dan Jakob. Izak en Rebekka zorgen goed voor de jongetjes. Als ze groter worden, gaat Ezau vaak ver van de tent spelen. Of hij mag met z’n vader mee als die op jacht gaat.
  • Jakob blijft liever dicht bij de tent. Hij helpt zijn moeder. Hij zorgt voor de koeien en geeft de geiten eten. Als de jongens groot worden, gaat Ezau elke dag het veld in en Jakob werkt hard in de tent en bij de dieren.
  • Kijk daar staat Jakob. Wat doet hij toch? Hij roert in een pan. Mmm, hij is lekkere soep aan het maken. Linzensoep. Rode soep. Het ziet er heerlijk uit en het ruikt zo lekker. Maar Jakob ruikt het niet. Hij denkt na over de eerstgeboortezegen. De zegen van de Heere voor de oudste zoon. Dat is Ezau en hij krijgt later de grote zegen. Straks luistert iedereen naar Ezau. Straks krijgt Ezau heel veel dieren en hij minder. Misschien heeft zijn moeder hem wel verteld dat de Heere beloofd heeft dat Jakob de grote zegen zou krijgen. Maar Ezau is de oudste. Hoe moet dat nu?
  • Jakob denkt dat hij het zelf moet oplossen. Waarom wacht Jakob niet op de Heere? Die heeft toch beloofd dat de zegen voor Jakob is? Dan zal Hij ook zorgen dat het gebeurt. Wat de Heere belooft, doet Hij.
  • Daar komt Ezau aanlopen. Hij is de hele dag in het veld geweest. Wat is hij moe. Hij heeft er honger van. Hij ruikt die heerlijke soep. Mmm… wat lekker. ‘Jakob, geef het aan mij, laat mij die rode soep op slurpen, ik ben zo moe.’ Jakob bedenkt snel een plan. Hij zegt: ‘Goed, maar dan wil ik de eerstgeboortezegen, de grote zegen krijgen.’
  • Maar Ezau zal toch vast niet de zegen verkopen? Die zegen van de Heere kun je toch niet zomaar weggeven! Als de Heere belooft dat Hij voor je wil zorgen. Dat Hij land wil geven waar je mag wonen. Als Hij zegt dat Hij dicht bij je wil zijn en je wil helpen, ja als de Heere zegt dat je bij Hem mag horen. Dat kun je toch zomaar niet weggeven?
  • Maar wat zegt Ezau? ‘O, die zegen, nou die mag je best hebben hoor, ik ga toch een keer sterven. ‘ Eigenlijk zegt Ezau dat hij het niet zo belangrijk vindt dat de Heere hem die zegen wil geven. Hij houdt niet van de Heere. Wat de Heere beloofd heeft, wil hij niet hebben.
  • Jakobs plan is gelukt. Hij krijgt nu de grote zegen. En hij zegt tegen Ezau: ‘Zeg het nog eens, krijg ik hem echt? ‘ En Ezau zegt het nog eens: ‘Ja, jij krijgt hem, maar geef mij nu snel die soep’. Ezau eet de soep op. Ja, zijn buik is vol maar zijn hart is leeg. Want de Heere woont er niet.

Slotzin
Wat is het fijn als de Heere wel in je hart woont. Dan zegent Hij je. En de zegen van de Heere, die maakt je blij!

Gesprek
Waarom waren Izak en Rebekka zo gelukkig? Wat deed Ezau graag toen hij groot was? En wat deed Jakob altijd? Wat was de eerstgeboortezegen? Wat had de Heere beloofd? Waarom wilde Ezau de grote zegen niet hebben? Wat wilde hij wel graag? Wat zou jij kiezen? Waarom?

Samenvatting
Twintig jaar bidden Izak en Rebekka om kinderen. Dan worden Jakob en Ezau geboren. Ezau heeft veel haar als hij geboren wordt. Jakob houdt bij de geboorte de voet van Ezau vast. Later gaat Ezau vaak op jacht. Hij wil het liefst zijn eigen zin doen. Jakob blijft meer thuis. Hij heeft de Heere lief. God heeft aan Rebekka beloofd dat Jakob de eerstgeboortezegen van God zal krijgen, hoewel hij de jongste zoon is. Izak houdt het meest van Ezau, de sterke jager. Rebekka houdt het meest van Jakob. Op een dag verkoopt de onverschillige Ezau zijn eerstgeboorterecht voor een bord linzensoep aan Jakob.

Vragen

  1. Bid jij ook wel eens om iets wat je graag wilt hebben? Krijg je dat altijd?
  2. Wat had God beloofd aan Rebekka?
  3. Wat betekent dat: de eerstgeboortezegen?
  4. Waarom verkoopt Ezau zijn eerstgeboorterecht?
  5. Waarom is dat zo erg?


Nog beter in vorm raken?

Wij komen graag langs voor toerusting op maat! Bekijk de dienstenpagina voor ons aanbod of stel je vraag via lydia@goedinvorm.nu.

NEEM CONTACT OP

Heb je een tip?

Deel met ons je idee!

STUUR JE TIP IN

Les C2.1

Alles van

1 Thessalonicenzen 5:17 met uitleg

6 oktober 2021
Deze bijbeltekst met daarbij een korte uitleg hoort bij les C2.1 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Bijbeluitleg over Genesis 25:19-34 - C2.1

10 november 2020
Deze exegese gaat over Genesis 25:19-34 en hoort bij les C2.1 van het zondagsschoolmateriaal van het LCJ.
+
Ontwikkeld door
LCJ

Gesprekje over een tweeling

16 mei 2022
Deze verwerking hoort bij les C2.1 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Tekening over Jakob en Ezau

16 mei 2022
Deze verwerking hoort bij les C2.1 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Plaatmateriaal - Jakob en Ezau

1 oktober 2021 Door Free Bible Images
Dit plaatmateriaal hoort bij les C2.1 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Psalm 32:6 met uitleg

7 oktober 2021
Dit Psalmvers met daarbij een korte uitleg hoort bij les C2.1, C2.2 en T-A2 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ

Verwerking - Jakob en Ezau

1 oktober 2021
Deze verwerking hoort bij les C2.1 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
+
Ontwikkeld door
LCJ, BHZ
Naar de methodepagina

Uitgelichte items

Avondmaal

30 oktober 2020
Het Avondmaal laat zien dat de Heere Jezus Zijn lichaam en bloed geofferd heeft tot vergeving van de zonden. Als je door het geloof het Avondmaal …
+
Ontwikkeld door

Belijdenis doen

5 januari 2021
Ik zou het als een grote zegen zien als jij door deze inleiding een verlangen krijgt naar het doen van openbare geloofsbelijdenis, omdat de Heere …
+
Ontwikkeld door
LCJ

Stel je eigen inspiratielijst samen

Voeg met behulp van het gele plusje items toe aan je inspiratielijst. Alles in één lijstje overzichtelijk bij elkaar voor jouw clubavond of activiteit!