Deze vertelschets gaat over Lukas 2:21-38 en hoort bij les A1.17 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Lukas 2:21-38
Context
Jozef is toch getrouwd met zijn verloofde, de zwangere Maria. Voor de inschrijving moeten ze beiden naar Bethlehem. Wegens plaatsgebrek in de herberg wordt hun kind geboren in een stal. God verkiest de plaatselijke herders om het nieuws als eersten te horen. Deze herders schrikken geweldig als er plotseling een engel verschijnt. De engel zegt dat de beloofde Messias geboren is. Hij vertelt ook waar ze het Kindeke kunnen vinden. Dan verschijnt er een menigte engelen, die God prijzen. Als de engelen weg zijn, besluiten de herders naar Bethlehem te gaan. Ze vinden Jozef, Maria en het Kind in hun stal. De herders vertellen tegen iedereen wat ze gehoord en gezien hebben. Er heerst alom verbazing, maar Maria bewaart alles in haar hart. Tenslotte keren de herders weer terug naar hun kudde, God lovende.
Kerntekst
Lukas 2:34 Zie, Deze wordt gezet tot een val en opstanding van velen in Israël en tot een teken dat weersproken zal worden.
Doelstellingen
- De kinderen kennen de betekenis van de besnijdenis van de Heere Jezus, en kennen het verband tussen de besnijdenis en de doop.
- Zij leren dat de Messiasverwachting onder de Joden leefde.
- Ze weten wat Jezus’ komst ook voor heidenen betekent.
Zingen
- Psalm 84:1,2; 105:5; 118:1; 147:6; Lofzang van Simeon
- ZB - O Heil’ge Geest Die levend maakt / Mijn ziel maakt groot de Heer’
Geloofsleer
- HC zondag 1 - De enige troost
- HC zondag 26 en 27 - De heilige doop
- NGB art. 34 - De heilige doop
- Doopformulier
Introductie
Lees een kort stukje voor uit het Doopformulier. Stel vervolgens de vraag: ‘Wie herkent dit?’
Waarom dopen wij kinderen? Hoe was dat bij de Joden?
Beginzin
Alleen als de Heere Jezus Mens zou worden, zou Hij Zijn volk kunnen verlossen. Wat een vernedering voor de Zoon van God, Die de wet op deze manier vervulde.
Vertelschets
- Als de Heere Jezus acht dagen oud is, besnijdt Jozef Hem. Waarom? Hij is toch zonder zonden? God had aan Abraham bevolen dat al zijn nakomelingen besneden moesten worden. De Heere Jezus kwam nu onder de wet om die te vervullen.
- In Egypte waren de oudste zonen door de verderfengel gedood. Bij de Israëlieten niet omdat het bloed aan de deurposten gestreken was. Daarachter waren ze veilig. Toen had God gezegd dat alle eerstgeborenen van de Israëlieten Hem toebehoorden.
- Toen bij de berg Sinaï de tabernakel gebouwd werd, na de zonde met het gouden kalf, wees de Heere de stam van Levi aan om Hem te dienen.
- Alle oudste zonen moesten, als ze 40 dagen waren, in de tabernakel en later in de tempel, aan de Heere voorgesteld worden. De priester nam zo’n kind in zijn armen en hief het omhoog, alsof hij zeggen wilde: Heere, dit kind behoort U toe.
- Er lopen in de tempel altijd priesters rond in afwachting van ouders die hun kind aan de Heere voor willen stellen. Kijk, daar komt weer een ouderpaar het tempelplein op. De priester ziet direct dat het geen rijke mensen zijn. Ze zijn arm gekleed en ze hebben het offer van de armen bij zich: een paar jonge duiven.
- De priester weet niet dat zij de Zoon van God in de tempel brengen; voor hem is het een gewoon kind.
- De priester doodt de dieren, vangt het bloed op en offert ze aan de Heere. Dan heft hij het Kind op en stelt het de Heere voor. Priester, u moest eens weten, Wie u daar in uw armen hebt.
- Er komt een man de voorhof binnen. Hij loopt naar de eenvoudige mensen toe. Zijn ogen beginnen te schitteren, hij neemt het Kind en roept met een van vreugde trillende stem uit: ‘Nu laat Gij, Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede, naar Uw woord.’ De man zegt eigenlijk dat hij nu wel wil sterven.
- De priester kijkt verbaasd. Hij begrijpt er niets van. Ook voor Jozef en Maria is die man een onbekende. De man is een bekende in Jeruzalem, waarschijnlijk komt hij vaak in de tempel. Het is Simeon. ‘Hij was rechtvaardig en godvrezend, verwachtende de vertroosting Israëls; en de Heilige Geest was op hem.’ Zo staat het letterlijk in Gods Woord.
- Hij verwacht de vertroosting Israëls en Wie kan dat anders zijn dan de Messias? De Heere heeft Simeon beloofd dat hij niet zou sterven, voordat hij de Zaligmaker zou hebben gezien. Het wachten duurde zo lang. De duivel heeft Simeon waarschijnlijk vaak bestreden. ‘Simeon, de Messias komt toch niet,’ zei hij dan.
- Zie jij ook zo uit naar de komst van de Messias in je hart? Ken je Hem al?
- Nu is Simeon door de Geest in de tempel gekomen. Er daalt een hemelse blijdschap in zijn ziel. Dit Kind is de Koning van Israël, de Zoon van David. De priester ziet niets bijzonders in het Kind, maar Simeon wel. Dat komt omdat Simeon door het geloof op het Kind ziet. Dat Kind is het Lam van God, Dat de zonde der wereld wegneemt. Hij jubelt het uit. Hij heeft de Zaligmaker gezien, zijn Zaligmaker, maar ook voor veel Joden en heidenen. Het licht van Christus zal schijnen in de duisternis van deze wereld.
- Simeon kijkt naar Maria en zegt ernstig: ‘Deze wordt gezet tot een val en opstanding van velen in Israël, en tot een teken dat wedersproken al worden.’ Niet alle mensen zullen in Hem geloven. Velen zullen Hem verwerpen, velen zullen Hem bespotten en verachten. ‘Een zwaard zal door uw ziel gaan’ zegt hij tegen Maria. Hij weet dat Jezus zal worden bespot en veracht; dat mensen niet in Hem willen geloven en hij ziet Maria in gedachten bij het kruis van haar Kind staan. Hij voelt het verdriet en de pijn die dat alles haar zal doen.
- Langzaam en schuchter komt Anna, een profetes, dichterbij. Ze is een weduwe van 84 jaar en ze gelooft in God. Ze leeft dicht bij Hem, ze dient Hem nacht en dag. Ook zij verlangt al jaren naar de komst van de Messias. Er daalt ook in haar ziel een hemelse vreugde neer. Ook zij ziet in dit kind haar Zaligmaker.
- Na een poosje gaat iedereen weg. Anna gaat niet direct naar huis. Ze heeft in Jeruzalem veel vrienden wonen. Dit zijn godvrezende mensen die uitkijken naar de komst van de Messias. ‘O, ik heb Hem gezien’ zegt ze, ‘de Messias is in de tempel geweest.’
- Leeft in jouw hart ook het verlangen naar de Heere Jezus? Wij denken misschien de Zaligmaker (nog) niet nodig te hebben, maar zonder Hem ontvangen we nooit de echte vrede in onze ziel.
Slotzin
Maar als je zo verlangt naar de Heere Jezus, als je oprecht bidt, dan zál God je die vrede geven. En wat ben je dan gelukkig!
Gespreksvragen
- Wat is de betekenis van de besnijdenis van de Heere Jezus? Wat heeft de besnijdenis met de doop te maken?
- Hoe verwacht jij de Heere Jezus? Spreek ook over de wederkomst, hoe kun je daar naar verlangen?
- Hoe krijgen wij die echte vrede in ons hart? Wat betekent het te sterven met vrede in je ziel?
- Bespreek HC vraag 1 met de kinderen en trek de lijn van de ‘enige troost’ door naar het kennen van de Heere Jezus.
Samenvatting
Als Hij acht dagen is, besnijdt Jozef de Eerstgeborene van Maria. Hij krijgt de naam Jezus. Veertig dagen na de geboorte gaan ze naar de tempel in Jeruzalem. Maria moet een offer brengen om weer rein verklaard te worden door de priester. De Heere Jezus, als oudste Zoon, moet worden gelost. Aan de godvrezende Simeon, die dagelijks in de tempel te vinden is, heeft de Heere geopenbaard dat hij niet zal sterven voordat hij Christus heeft gezien. De Heilige Geest leidt hem die dag naar de tempel, naar de Zoon van God. Hij neemt Hem in zijn armen en looft God. Nu kan hij in vrede sterven, de Heere heeft Zijn belofte vervuld. Hij profeteert dat Christus voor de één behoud en voor een ander de ondergang zal betekenen. Tegen Maria zegt hij dat ze veel verdriet zal hebben als ze meemaakt dat haar Zoon verworpen wordt en tenslotte aan het kruis zal sterven.De oude Anna die elke dag, met bidden en vasten, in de tempel komt, belijdt de Heere Jezus en spreekt over Hem tot de mensen die naar Zijn komst uitzagen.
Vragen
- Wanneer is de besnijdenis ingesteld en wat wil de Heere ermee zeggen?
- Wat gebeurt er in onze kerken in plaats van de besnijdenis?
- Wat 'verzegelen' beide uiterlijke tekenen?
- Wanneer kun je in vrede sterven?
- Waarom betekent de komst van de Heere Jezus voor sommige mensen hun ondergang?