Deze vertelschets gaat over 2 Koningen 5 en hoort bij les B4.8 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: 2 Koningen 5
Context
De profeet Elisa doet zijn werk in Israël. Door de kracht van de Heere doet hij verschillende wonderen. Zijn naam is bekend in Israël. Dat horen we ook in deze geschiedenis.
Kerntekst
2 Koningen 5:15 Toen keerde hij weder naar de man Gods, hij en zijn ganse heir, en kwam, en stond voor zijn aangezicht, en zeide: Zie, nu weet ik, dat er geen God is op de ganse aarde, dan in Israël!
Doelstellingen
- De kinderen horen hoe een dienstmeisje in een vreemde omgeving Naäman en zijn vrouw wijst op de God van Israël. Zo hoeven ook zij zich niet te schamen om aan ongelovige kinderen over de Heere te vertellen.
- Ze horen dat Naäman het woord van de profeet in geloof opvolgt en wordt genezen.
- Ze beseffen dat zij zo het woord van God in geloof moeten gehoorzamen. Dan worden ook zij genezen van de zonde in hun leven.
- •Ze horen dat Gehazi de verzoeking van rijkdom niet kan weerstaan en hiervoor gestraft wordt.
Zingen
Psalm - 51:4,5; 103:1,2; 105:1,2; 136:1,4
ZB - Nooit kan ’t geloof teveel verwachten / Vaste Rots van mijn behoud
Geloofsleer
- NGB, artikel 22 - Christus als volkomen Zaligmaker
- HC vraag 112 - Geen vals getuigenis
Introductie
‘Bram, breng jij even deze brief voor mij naar de brievenbus. Als je terug komt, krijg je iets lekkers’. Bram kijkt naar buiten. Het regent. Wat zal hij doen? Hij kan twee dingen doen: Gehoorzamen… dan krijgt hij iets lekkers. Of ongehoorzaam zijn… dan zal moeder boos zijn.
Hij gehoorzaamt. En inderdaad, als hij thuis komt doet moeder wat ze heeft beloofd.
Beginzin
Als je naar hem kijkt, schrik je. Zijn hele lichaam zit vol witte vlekken. Hoe komt dat? Hij is melaats. Dat is een vreselijke ziekte.
Vertelschets
- Iedereen in het huis weet het. De Syrische generaal Naäman is heel erg ziek. Wat erg! Nu kan hij niet met het leger mee om oorlog te voeren. Hij zal steeds zieker worden, en dan? Hoe moet het verder?
- Is Naäman ziek? Eén van de dienstmeisjes, die in het huis van Naäman werkt, heeft het ook gehoord. Ze komt uit Israël, maar op een dag is ze meegenomen door de vijanden naar Syrië.
- Het dienstmeisje schrikt als ze de boodschap hoort. Haar gezicht betrekt. Maar opeens kijkt ze toch weer een beetje blij. Ze heeft een idee!
- Zo snel mogelijk gaat ze naar haar bazin toe: ‘Mevrouw’, zegt ze, ‘ik weet wel iemand die uw man weer beter kan maken. In mijn eigen land Israël woont een profeet van de Heere. Hij kan het!’
- Is dit dienstmeisje niet bang om over de Heere te vertellen? In Syrië dienen de mensen de Heere niet. Nee, ze is niet bang en vertelt over Hem. Doe jij dat ook maar aan mensen die Hem niet kennen.
- Even kijkt de mevrouw naar haar dienstmeisje. Is het echt waar? Maar dan draait ze zich om en laat de boodschap bij haar man brengen.
- Als de verdrietige Naäman het hoort, krijgt hij toch weer wat hoop. Onmiddellijk gaat hij naar de koning en vertelt hem wat het Joodse meisje gezegd heeft. Gespannen kijkt Naäman zijn koning aan: Mag hij gaan?
- Dan klinkt het antwoord: ‘Ga op weg! Ik zal een brief meegeven voor de koning van Israël. Dan zal hij ervoor zorgen dat u geneest’.
- Naäman maakt zich klaar voor de reis. Ook neemt hij geschenken mee, om te geven als hij straks genezen is. Wel ongeveer 350 kilo zilver. En 60 kilo goud. En 10 stel feestkleren. Daar gaat hij, met zijn knechten.
- De koning van Israël kijkt een beetje verbaasd als de Syrische generaal bij hem komt en hem een brief geeft. Wat staat er in de brief? Hij leest de brief en schrikt. Hoe kan hij dat nou doen? In de brief staat dat hij Naäman moet genezen.
- De koning springt op en scheurt zijn kleren. ‘Ben ik dan God? Kan ik soms doden en levend maken? De koning van Syrië zoekt gewoon een reden om oorlog tegen mij te voeren!’
- Ineens komt er een knecht van de profeet Elisa aan. Hij zegt: ‘Waarom hebt u toch uw kleren gescheurd? Laat Naäman bij mij komen. Dan zal hij weten dat er een profeet in Israël is’.
- Daar gaat Naäman weer in zijn wagen, samen met zijn knechten. Op weg naar het huisje van de profeet Elisa. Daar stapt hij zijn wagen uit en blijft voor de deur van het huisje staan.
- Er komt een jonge man naar buiten. Dat zal de knecht van de profeet zijn, denkt Naäman. Zal hij hem gaan genezen? ‘Mijn heer Elisa laat u zeggen: Ga naar de Jordaan, en was u daar zevenmaal. Dan zult u helemaal genezen!’ Dan gaat de knecht weer naar binnen.
- Wat?! Verbaasd kijkt Naäman de knecht na. ‘We gaan naar huis’, klinkt zijn stem dan boos. ‘Ik had gedacht dat de profeet zelf naar buiten zou komen. En dat hij de naam van zijn God zou aanroepen en over mijn lichaam zou strijken’.
- ‘Mezelf wassen in de Jordaan? Dat nooit. Zijn niet de Abana en de Farpar, de rivieren van Damascus, beter dan alle wateren van Israël?’ Woedend draait Naäman zich om. Hij gaat naar huis.
- ‘Mijn vader’. Opeens klinken daar de stemmen van de knechten van Naäman. ‘Als de profeet nou iets heel moeilijk aan u had gevraagd, zou u het dan wel gedaan hebben? En nu vraagt hij alleen maar: Was u en u zult genezen zijn!’
- Even is het stil. Wat moet hij doen? Dan knikt Naäman. Laat hij het dan maar proberen. Bij de Jordaan stapt Naäman uit zijn wagen. Langzaam loopt hij het water in.
- Hij dompelt zich in de rivier. Eén keer. Kijk eens naar de huid van Naäman, verandert er iets? Nee. Twee keer, drie, vier… Voor de zevende keer dompelt hij zich in het water. En dan? Hoe kan dat? Wat de profeet gezegd heeft gebeurt! Alle witte plekken op zijn huid zijn weg. Hij is genezen!
- Wat een wonder. Naäman doet precies wat de profeet zei en de Heere geneest hem. Zo is de Heere nog. Als je Hem gehoorzaamt en met je zondige leven tot Hem gaat, wil Hij je zonden vergeven!
- ‘Terug naar de profeet!’ beveelt Naäman zijn knechten. Voor de tweede keer staat Naäman nu voor het huisje van Elisa. Als Elisa voor hem staat roept hij het uit: ‘Nu weet ik dat er geen God is op de hele aarde dan alleen in Israël’.
- ‘Neem alstublieft een geschenk van mij aan’, zegt hij dan tegen de profeet. Maar Elisa schudt beslist zijn hoofd: ‘Nee, ik wil geen geschenk’. ‘Doe het toch maar’, zegt Naäman. ‘Ik zweer bij de Heere die ik dien, dat ik er niets van aanneem’ is het antwoord van Elisa.
- Wat is dat ontzettend jammer, denkt de knecht van Elisa, Gehazi. Door die geschenken kunnen we zo rijk worden! En nu laat Elisa dat aan zijn neus voorbij gaan…
- Dan krijgt Gehazi een plan. Dat zal hij doen! Als Naäman al een tijdje weg is, snelt hij Naäman achterna. Ja, daar ziet hij de wagens van Naäman al. Naäman komt meteen van zijn wagen af. ‘Is alles goed?’ vraagt hij.
- Gehazi knikt: Alles is goed. ‘Maar mijn heer Elisa heeft nog een vraag aan u. Toen u net weg was, kwamen er onverwachts 2 jonge profeten op bezoek. Wilt u mij 35 kilo zilver en 2 stel feestkleren meegeven voor hen?’
- ‘Natuurlijk!’ antwoord Naäman. Hij roept 2 knechten die zakken vullen met zilver. Gehazi krijgt zelfs het dubbele. De knechten lopen met hem mee terug. Als ze bijna thuis zijn, zegt hij: ‘Geef de zakken nu maar aan mij’.
- Opgewonden verstopt hij snel de spullen. Wat is hij nu rijk! Wat kan hij daar veel van kopen! Dan gaat hij terug naar het huis van Elisa.
- ‘Waar kom je vandaan Gehazi?’ vraagt Elisa. ‘Uw knecht is niet weggeweest, hoor’, liegt Gehazi. Maar dan schrikt hij. Met een boos gezicht kijkt Elisa hem aan.
- ‘Denk je dat ik in gedachten niet bij je was toen je Naäman achterna ging?’ klinkt de stem van Elisa boos. ‘Was het tijd om zilver en kleren mee te nemen om daar veel spullen van te kopen?’
- ‘De Heere zal je straffen. Nu zul jíj melaats zijn. Jij en je familie, voor altijd!’ Wat schrikt Gehazi. Hij weet het: Het is zijn eigen schuld.
Slotzin
De Heere wil de zonde niet! Zul je dat bedenken? Bid maar elke dag: ‘Leid mij niet in verzoeking. Leer mij om Uw wil te doen’.
Gesprek
Het dienstmeisje vertelt over de profeet van de Heere. Vertel jij wel eens iemand over de Heere? Hoe vind je het om dat te doen? Waarom wilde Naäman eerst niet naar de Jordaan? Wat wil de Heere dat jij met jouw zondige leven doet? Wat wil Hij dan aan je geven?
Samenvatting
Naäman is een belangrijke knecht van de koning van Syrië. Hij is erg ziek: melaats. Zijn vrouw heeft een Israëlisch dienstmeisje. Zij vertelt over de profeet Elisa, die kan hem wel genezen. Met een brief van de koning gaat Naäman naar Israël. Eerst komt hij bij de koning, maar dan laat Elisa hem bij zich komen. Hij laat een knecht Naäman de opdracht geven zich zeven keer in de Jordaan te wassen. Naäman wordt boos, en wil terug gaan naar Syrië. Zijn knechten overtuigen hem, en Naäman doet toch wat Elisa gezegd heeft. En.. hij wordt beter. Hij wil Elisa bedanken met geschenken, maar Elisa weigert die te ontvangen. Gehazi gaat later achter Naäman aan en vraagt de geschenken alsnog. Dan wordt Gehazi melaats, als straf.
Vragen
- Wie is Naäman?
- Wat vertelt het dienstmeisje?
- Welke opdracht krijgt Naäman?
- Waarom wil hij dat niet doen? En waarom doet hij het toch?
- Waarom wordt Gehazi melaats?