Deze vertelschets gaat over Ruth 2 en hoort bij les C3.9 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Ruth 2
Context
Naomi is weer terug in Bethlehem. Samen met haar gezin was zij naar Moab gevlucht, vanwege de hongersnood in Bethlehem. In Moab zijn haar man en haar twee zonen gestorven. Toen de hongersnood voorbij was, is Naomi teruggegaan. Haar schoondochter Ruth is meegegaan, omdat zij de God van Israël wilde dienen.
Kerntekst
Ruth 2:12 De Heere vergelde u uw daad, en uw loon zij volkomen van de HEERE, de God van Israel, onder Wiens vleugelen gij gekomen zijt om toevlucht te nemen.
Doelstelling
- De kinderen begrijpen dat de Heere voor Ruth zorgt, omdat zij in Hem gelooft.
- Ze beseffen dat, wanneer zij tot de Heere de toevlucht nemen, Hij ook voor hen zorgt.
Zingen
- Psalm 17:4; 36:2; 68:10; 91:1
- ZB - U bent mijn schuilplaats Heer’ / ‘k Stel mijn vertrouwen op de Heer’ mijn God
- UMK - Er groeit geen koren, er is geen brood / Kom, bedroefde vrouw
Geloofsleer
- HC vraag 26 - God de Vader Die Zijn schepping onderhoudt
Introductie
Je hebt vast wel eens een moederkip gezien met kleine kuikentjes erbij. Soms lopen ze los op het erf bij de boer. Dan kan het zomaar gebeuren dat er een grote hond aan komt. Wat gebeurt er dan? Dan zie je ineens de kleine kuikentjes naar de moederkip gaan. Moederkip spreidt haar vleugels uit en alle kuikentjes vluchten onder de vleugels van moederkip. Daar zijn ze veilig en kan de grote hond hen niet pakken. Weet jij ook veilige plekjes? Weet jij welke plaats het veiligst is?
Beginzin
Kijk eens! Wat zijn die mensen hard aan het werk daar op het land. Wat zijn ze aan het doen?
Vertelschets
- Ze maaien het koren wat op het land staat. Met een groot mes zijn de maaiers druk bezig. Ze snijden de lange stengels door en maken van het koren een bos. De bossen koren zetten ze bij elkaar, die worden straks weggebracht.
- Tussen al die mensen die zo druk aan het werk zijn, is ook een vrouw bezig. Ze kijkt om zich heen. Ja, daar ligt weer een aar die afgebroken is, en dáár... Ze raapt ze op en houdt ze vast. Dat mag, dat heeft de Heere gezegd.
- Wie is die vrouw? Het is Ruth. Naomi en Ruth zijn arm. Ze hebben bijna geen eten. Maar nu het tijd is om het koren te maaien, kan Ruth op het land bij de boeren aren rapen. Dan hebben ze toch te eten.
- Als Ruth druk bezig is, komt er een man bij de maaiers kijken. Het is Boaz, de baas van de maaiers. Hij kijkt naar al de mensen en ineens ziet hij Ruth. ‘Wie is die vrouw daar?’ vraagt hij aan één van de mannen. ‘Dat is Ruth uit Moab die met Naomi meegekomen is’, zegt de man. ‘Ze heeft vanmorgen gevraagd of ze hier aren mocht rapen. De hele dag is ze al bezig, ze heeft nog bijna niet gerust!’
- Boaz loopt naar Ruth toe. Hij kijkt vriendelijk naar Ruth en zegt: ‘U moet hier blijven hoor, om aren te zoeken. Ga niet naar een ander stuk grond’. Verbaasd kijkt Ruth Boaz aan. Waarom is hij zo vriendelijk voor haar?
- Boaz gaat verder. ‘Blijf maar dicht bij de maaiers. En als je dorst hebt, mag je water pakken van mijn knechten’. Hoort Ruth dat goed? Waarom is Boaz zo vriendelijk voor haar?
- Ruth valt voorover op de grond. ‘Waarom bent u zo vriendelijk voor mij?’ vraagt ze. ‘Omdat ik gehoord heb dat je zo goed voor Naomi zorgt. En ik weet ook dat je gevlucht bent naar de Heere. Je schuilt bij Hem. Daarom zorgt de Heere nu voor jou.’
- Als het etenstijd is, zegt Boaz: ‘Kom maar Ruth, je mag met ons eten!’ Hij geeft Ruth brood en drinken. Wat zorgt de Heere goed voor Ruth.
- Na het eten gaan ze weer aan werk. Ruth gaat ijverig verder met rapen. Boaz loopt naar de maaiers en fluistert zachtjes: ‘Jullie moeten steeds maar een handje vol aren laten vallen voor Ruth. Dan kan ze veel aren oprapen.’
- Als het avond is, heeft Ruth heel veel koren verzameld. Snel gaat ze nu naar huis. Wat zal Naomi blij zijn, dat ze heeft! ‘Kijk eens, hoeveel ik heb! Als we dit allemaal malen, kunnen we brood bakken’, zegt ze tegen Naomi.
- ‘Bij wie heb je toch op het land gewerkt?’ vraagt ze. ‘Bij Boaz’, vertelt Ruth. ‘Hij was zo vriendelijk voor mij. Hij heeft gezegd dat ik daar mag blijven.’ Naomi is verbaasd. Ze kent Boaz wel, hij is familie van haar.
- ‘Het is goed, Ruth’, zegt Naomi. ‘Blijf maar bij Boaz op het veld werken. Hij kan voor ons zorgen.’
Slotzin
Naomi en Ruth zijn blij. Nu is er genoeg eten. De Heere laat hen niet alleen. Hij zorgt voor hen. De Heere wil ook voor jou zorgen. Schuil jij daarom, net als Ruth, ook bij de Heere?
Gesprek
In het begin heb ik het voorbeeld verteld van de moederkip met de kuikentjes. De kuikentjes waren veilig onder de vleugels van moederkip. Waar ben je nog meer veilig? Wie zocht hier een veilige plek bij de Heere? Hoe zorgde de Heere voor Ruth? Hoe zorgt de Heere voor jou?
Samenvatting
In de oogsttijd komt Ruth terecht op de akker van Boaz, die familie is van Elimelech. Als Boaz hoort wie deze vrouw is, zegt hij haar op zijn akker te blijven om aren te verzamelen. Hij weet hoe goed ze voor Naomi zorgt. Ruth toont hem haar dankbaarheid. Boaz laat haar met hem en zijn knechten mee-eten en daarna geeft hij zijn knechten opdracht te zorgen dat er voor haar extra koren afvalt van wat ze maaien. Ze komt thuis met een grote voorraad koren, waarna Naomi haar vertelt dat Boaz een van hun lossers is.
Vragen
- Hoe moeten Naomi en Ruth aan voedsel komen?
- Op welk veld komt Ruth terecht?
- Wat zegt Boaz?
- Wat vind je van Boaz?