Deze vertelschets gaat over Lukas 1:5-25 en hoort bij les C1.14 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Bijbelgedeelte: Lukas 1:5-25
Context
Na een aantal vertellingen over het Oude Testament stappen we nu, vóór de Kerstdagen, over naar het Nieuwe Testament om zo met de kinderen toe te leven naar het herdenken van de geboorte van de Heere Jezus in Bethlehem.
Kerntekst
Lukas 1:13, 15a Vrees niet, Zacharias! Want uw gebed is verhoord, en uw vrouw Elizabet zal u een zoon baren, en gij zult zijn naam heten Johannes. Want hij zal groot zijn voor de Heere.
Doelstellingen
- De kinderen horen opnieuw dat de Heere doet wat Hij belooft.
- Ze begrijpen dat Hij het gebed van Zacharias en Elizabet verhoort.
- Ze beseffen dat het een wonder was.
Zingen
Psalm - 84:6; 116:1; 130:4; Lofzang van Maria 3
UMK - De priester Zacharias
Geloofsleer
- HC, vraag 21 en 22 - Het ware geloof
Introductie
Vertel de kinderen dat de priesters in de tempel, je zou kunnen zeggen: de kerk, werkten. Ze brachten offers: schapen, duiven. Vertel dat in de tempel ook een altaar stond, waarop twee keer per dag werd geofferd. De priester strooide korrels op de gloeiende kolen. Die verbrandden en dat rook heerlijk. Die lucht ging zo omhoog. De Heere zag dat en wist dat de priesters dan een gebed deden. De Heere hoort je altijd als je bidt. Misschien kun je een plaat van de tempel, de voorwerpen in de tempel laten zien.
Beginzin
‘Luister eens Elizabet! Ik mag naar Jeruzalem!’ De stem van Zacharias klinkt heel blij. Hij vindt het ook heerlijk dat hij dit aan Elizabet, aan zijn vrouw, kan vertellen.
- Elizabet kijkt naar hem. Ze weet het: Zacharias is priester en alle priesters komen maar één keer aan de beurt, en soms zelfs nooit, om in de tempel te werken. Dan mogen ze daar het werk voor de Heere doen. Dat willen ze allemaal heel graag.
- ‘Wat is dat fijn voor je, Zacharias’, zegt ze. Zij blijft thuis in het kleine dorp als de oude priester weggaat. Ze blijft helemaal alleen. Zij en Zacharias hebben geen kinderen. Elke dag hebben ze de Heere gevraagd of ze een kindje mochten krijgen, maar dat is niet gebeurd. En nu zijn ze al zo oud, nu zal het niet meer gebeuren.
- •Toch is ze niet helemaal alleen: Zacharias en Elizabet hebben de Heere lief. Dat heeft de Heere Zelf in de Bijbel gezegd. Hij heeft hun zonden vergeven. Ze geloven in Hem.
- Het is een heel eind lopen naar Jeruzalem, maar Zacharias voelt bijna niet dat hij moe is. Wat heerlijk dat hij een hele week in de tempel mag werken! Iedereen die hem ziet lopen, weet dat die man een priester is. Dat zien ze aan zijn kleren. Hij heeft witte kleren, tot op de grond en op zijn hoofd een witte sjaal gebonden als muts.
- Als hij er al een paar dagen is, mag hij het reukoffer brengen. Dat is eigenlijk wel het mooiste werk in de tempel. Dan mag hij in het heilige gaan, dat is een kamer met allemaal gouden spullen om de Heere te dienen. Dan ben je heel dicht bij God.
- In die kamer staat een altaar met reukwerk. Als hij straks de korrels op de gloeiende kolen strooit, gaat het heerlijk ruiken. De rook van het offer gaat omhoog.
- Buiten staan de mensen. Zij bidden. De gebeden gaan ook omhoog, naar de Heere, Die ze hoort. Ze weten wat er in het heilige gebeurt. Straks zal de priester naar buiten komen en hen zegenen.
- Als de rook van het offer omhoog stijgt, heft Zacharias zijn hoofd omhoog. Hij bidt tot de Heere.
- Plotseling schrikt hij: ineens staat er een man, een engel, naast het altaar. Hij heeft lichte kleren aan en kijkt naar Zacharias. Zacharias wordt angstig. Wat zal er gebeuren?
- ‘Zacharias, je hoeft niet bang te zijn. Ik vertel je iets heel moois: jullie krijgen een kindje, een zoon. De Heere heeft gehoord hoe jullie daar altijd om hebben gevraagd. Weet je hoe hij zal heten? Johannes!’
- De engel vertelt dat Johannes een knecht van God zal zijn. Hij zal de mensen vertellen dat de Heere Jezus komt. Veel mensen zullen in de Heere God geloven en Hem dienen.
- ‘Hoe kan dat nu?’ vraagt Zacharias. ‘We zijn al zo oud! Hoe kunnen Elizabet en ik nog een kindje krijgen?’
- ‘Ik ben Gabriël. Ik woon bij God in de hemel. Wat ik nu tegen u zeg, is een boodschap van de Heere! Hij heeft mij naar u toe gestuurd om iets heel moois te vertellen voor uzelf, maar ook iets wat heel belangrijk is voor de mensen. Omdat u het niet gelooft, zult u niet meer kunnen praten, tot uw zoontje is geboren.
- Dan is de engel weg. Zacharias is alleen. Hij kan niet praten en hoe moet dat nu?
- De mensen buiten staan te wachten. De priester blijft zo lang weg! Zal er iets gebeurd zijn?
- Als de deur opengaat, wordt het heel stil. De mensen wachten tot hij hen zegent. Maar er gebeurt niets.
- Zacharias staat daar, met zijn handen omlaag, hij zegt niets. Dan zwaait hij met zijn handen: de mensen moeten naar huis gaan. De mensen kijken verbaasd naar hem. Maar dan gaan ze weg. Ze weten het zeker: in de tempel is iets bijzonders gebeurd. Maar ze weten niet wat.
- Als de dagen voorbij zijn dat Zacharias in de tempel mocht werken, gaat hij naar huis. Naar Elizabet.
- Ze zal hem wel vragen hoe het was, maar hij kan niets zeggen. Hij kan niet vertellen van de engel en van die mooie boodschap. Misschien heeft hij het wel opgeschreven. Dan wist Elizabet ook alles.
- Na een poosje merkt Elizabet dat ze een kindje zal krijgen. Precies zoals de engel het had gezegd.
Slotzin
De Heere is machtig. Hij doet wat Hij belooft. Johannes zal geboren worden, en daarna zal de Heere Jezus geboren worden. Wat een geweldige boodschap.
Gesprek
Praat met de kinderen over deze vertelling. Wat ging Zacharias in de tempel doen? Wat kwam de engel hem vertellen? Waarom geloofde hij de engel niet? Wat zei de engel toen? Hoe heette de engel?
Geloven wij altijd wat de Heere zegt? Is dat moeilijk?
Samenvatting
Zacharias, de priester, en Elisabeth hebben geen kind. Als Zacharias aan de beurt is om in de tempel het reukoffer te brengen, staat er aan de rechterkant van het altaar een engel. Die brengt hem een boodschap van de Heere: hij zal een zoon krijgen, Johannes. Als hij gekomen is, zal daarna de Heere Jezus komen. Zacharias kan het niet geloven en vraagt hoe hij dat zeker kan weten. Nog gelooft Zacharias het niet. De engel Gabriël vertelt hem dat hij niet meer zal kunnen spreken. Dat gebeurt meteen: Zacharias kan het volk niet zegenen. Als hij al weer een poosje thuis is, merken Zacharias en Elisabeth, dat het wáár is wat Gabriël zei: zij zullen een kind krijgen.
Vragen
- Wat mag Zacharias in de tempel doen?
- Wat voor bijzonders gebeurt er dan?
- Welke straf krijgt Zacharias? Waarom?