Een verhaaltje waarin duidelijk wordt gemaakt dat de Heere vaak hulpmiddelen zendt, maar dat we het niet altijd inzien.
Een enorme overstroming, in het dorp. Het water stroomt door de straten en komt steeds hoger te staan. Een man is zo slim om op het dak van zijn huis te vluchten. Al snel komt er een vlot aan en degene op de vlot roept: “Meneer, kom met me mee, het is hier levensgevaarlijk!” Maar de man riep: “Nee, want God zal me redden!” De vlot vaart daarom weer verder.
Even later wordt het hem nat onder de voeten, zó hoog is het water al. Het water stijgt vrij snel als er een boot langskomt, waarvan de bestuurder roept: “Meneer, klim op de boot, u verdrinkt nog!” “Nee,” zegt de man, “God zal me redden!” De bestuurder kan hem niet overtuigen en vaart door.
Het water staat de man nu aan zijn lippen. Een helikopter hangt nu boven hem en er wordt een touw uitgeworpen. De piloot roept: “Meneer, we verzoeken u onmiddellijk op te klimmen, want u gaat het anders niet redden hier! Dit is niet verantwoord!” Maar het antwoord van de man blijft hetzelfde: “Beste piloot, ik blijf hier, want God zal me redden!”
Uiteindelijk verdrinkt de man tóch en komt in de hemel voor God te staan. Erg verontwaardigt roept hij: “Maar Heere, ik heb al die tijd op U vertrouwd en om u geroepen! Waar was U? Waarom redde U mij niet?” De Heere antwoordde en zei: “Beste man, ik stuurde een vlot, een boot en zelfs een helikopter op u af…”