"Mensen hebben gebeden in gevangenissen, mensen hebben gebeden in sloppenwijken en in concentratiekampen. Het is alleen de middenklasse die vraagt om geschikte omstandigheden om te bidden" (Graham Greene).
Het lukt niet, het loopt niet en het gaat niet. Alles zit tegen. Je hoofd zit vol en je hebt geen tijd en zin om te bidden. Eerst even rust, voordat je stille tijd kan houden. Herkenbaar?
Graham Greene zegt dan tegen je: Kijk eens naar die ene jongen. Zie je hem staan? 18 jaar oud, een ingevallen gezicht en een trieste blik. Zijn vader is doodgeschoten en zijn moeder heeft hij al weken niet gezien. Aan de rand van het concentratiekamp staat hij al uren te werken in de brandende middagzon. Zie je dat? Net even, als de beveiligers niet kijken, sluit hij zijn ogen en beweegt hij zijn lippen. Hij fluistert een gebedje. Te midden van alle pijn en verdriet, bidt hij tot God.
Wij zoeken vaak de ideale omstandigheden om te bidden. Maar kijk eens naar die ene jongen in dat concentratiekamp of naar die Noord-Koreaanse christen in de gevangenis. Geen tijd, geen ruimte en geen vrijheid. En toch bidt hij. Wacht niet op de ideale omstandigheden. Laat het gebed de adem zijn van je leven. Hoe benauwder je het hebt, hoe meer je snakt naar adem. Hoe moeilijker je het hebt, des te meer heb je God nodig.