Het onderwijs in de catechese staat in het kader van zorg voor de ziel. Jongeren in de gemeente staan aan het begin van de geloofsweg. Velen van hen zoeken, verdringen of stellen vertwijfeld hun vragen. Hoe geven wij pastorale zorg handen en voeten in de catechisatie?
‘Ik zie naar je om’ is het jaarthema van de Gereformeerde Bond. Want God zag naar ons om. De goede Herder is intens over ons bewogen, ouderen én jongeren. Hoe geven wij pastorale zorg handen en voeten in de catechisatie?
Christus, de goede Herder bij uitstek, gaat zo ver dat Hij Zijn leven geeft voor de schapen én voor de lammeren van Zijn kudde, voor kinderen, voor jongeren. De heilige doop is daar een prachtig, krachtig teken en zegel van. Hij weidt en hoedt Zijn lammeren. Jongeren aan het begin van de geloofsweg, ik zie hen aarzelen, zoeken, kritisch of vertwijfeld hun vragen verdringen of stellen. Ik zie hen op de tweesprong. Maar ook in hun leven is de drie-enige God de Eerste: ‘Ik zie naar je om’.
Bewogen
Het jaarthema gaat dus ook over kinderen, over jongeren in de gemeente. Goed om daar aandacht voor te hebben in deze tijden. Bij dat prachtige woord ‘pastoraat’ of bij ‘zielszorg’ zouden we zomaar kunnen vergeten dat het hart van de goede Herder intens over jongeren bewogen is. We zouden zomaar kunnen vergeten dat wij als gemeente geroepen zijn Hem te weerspiegelen in de zorg voor jongeren en voor kinderen van de gemeente. ‘Weid Mijn lammeren.’ Daarom zoomen we in op de vraag: Hoe geven we pastorale zorg handen en voeten in de catechisatie?
Geschenk
Catechese zie ik als geschenk voor én in de christelijke gemeente. Een geschenk dat voortvloeit uit de opdracht van Christus: ‘Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen.’ (Matt.28:19)
Daarmee staat de catechese meteen voluit in het licht van de doop. Elke catechese is doopcatechese. Het licht van de heilige doop, het licht van Gods verbond valt over de catechese. Met catechese zijn we op het erf van het verbond. Daarmee staat de catechese meteen, principieel, in het krachtenveld van: ‘Ik zie naar je om’. Dus, in het krachtenveld van Gods trouw, Gods genade, en dus in het krachtenveld van pastoraat.
In dat uur waarop jongeren samenkomen onder leiding van de catecheet, biddend, zingend, rond een open Bijbel, met op tafel een tekst uit de belijdenis van de kerk, dan wordt er naar hen omgezien. De Geest van Christus is daar aan het werk. In goede uren én in minder goede uren, waarin het om welke reden dan ook niet liep. De catechese is een geschenk van de goede Herder om jongeren te ontmoeten. Een geschenk dat zich in de loop van de geschiedenis heeft ontwikkeld en verschillende vormen heeft gehad, tot in de huidige tijd. Daarom oefent de predikant, de catecheet zich om met de ogen van Christus te kijken naar de jongeren met wie hij optrekt. Hij oefent zich om met oren van Christus naar hen te luisteren, met het hart van Christus hen lief te hebben, met de hand van Christus jongeren te (bege)leiden. Niemand kan zich daarom van de catechese afmaken.
Overdracht van kennis
Die overdracht van kennis staat centraal. Onderwijzen en leren zijn twee kernwoorden. De Schriften gaan open, catecheet en catechisant zijn leerling aan de voeten van Christus. De kernwoorden van ons christelijk geloof worden uitgelegd. Het onderwijs en het leren richt zich op Christus, op Zijn Vader, op de Heilige Geest. We zoeken de relevante woorden om jongeren mee te nemen op de geloofsweg, om hen de geheimen van leven met God uit te leggen. Om verlangen, hunkering op te wekken naar verdieping.
De catechese is een geschenk van de goede Herder om jongeren te ontmoeten.
Geloofsgeheimenissen leggen we uit. We zijn daar zelf bij betrokken als catecheet, maar betrekken ook jongeren daar helemaal in. We zoeken naar een landingsweg in hun leefwereld. En we leggen het nog een keer uit. Het gaat ons om het hart, het hoofd, de handen van jongeren, met andere woorden, om de hele mens en de hele groep die voor ons zit. We zoeken ons houvast ook in de woorden die de kerk der eeuwen, de kerk van de Reformatie vond en uitsprak in haar belijdenissen. Vandaar die kernwoorden van leren en onderwijzen.
Getuigen van Christus
De setting van het onderwijs is echter niet die van de school, niet die van een cursus, maar dit onderwijs staat in het kader van zorg voor de ziel. Het gaat ons binnen de catechese in de christelijke gemeente erom jongeren mee te nemen op de weg van Christus en hen aan Christus te verbinden. Het is ons verlangen om hen bij Christus en Zijn heil te bewaren, hen toe te rusten tot levende gelovigen, tot getuigen van Christus in deze wereld. We beseffen dat ze in de branding van de tijd te maken hebben met duizend vragen. Die vragen nemen we serieus en we zoeken met hen naar antwoorden, want het gaat ons om de zorg voor hun ziel. Wij zien naar hen om in hun vragen, twijfels, angsten, onzekerheid, al of niet voorgewende onverschilligheid. We beseffen dat daar een laag onder zit, we dragen zorg voor hen, voor hun ziel. En in de setting van het onderwijs ‘zie ik naar je om’. Want, Christus ziet naar hen om. Daarom is de catechese ten principale pastorale catechese.
Twintig weken
Wij leven van dit geheim: Christus zag en ziet naar ons om. Dat kostbare, kwetsbare geheim dragen we verder, geven we door. De catechese biedt ons zoveel mogelijkheden: meer dan twintig weken per jaar optrekken met eenzelfde groep jongeren. Samen aan Christus’ voeten.
Bron: De Waarheidsvriend | Tekst: Ds. G.D. Kamphuis
In de praktijk
Een enkele lijn voor de praktijk om dat omzien naar jongeren handen en voeten te geven in het licht van Christus.
- Ken uw catechisanten. Dat begint al bij het kennen van hun naam. U als catecheet vertegenwoordigt Christus. Hij kent onze naam. Oefen u erin om de namen te weten, te kennen, te noemen. Het lijkt een open deur, maar helaas wijst de praktijk soms anders uit...
- Wees eerder in het lokaal dan de jongeren. Soms zijn er jongeren die wat vroeg zijn. Zomaar komt er ruimte voor een gesprekje over alledaagse dingen, er ontstaat een basis van vertrouwen voor straks. Misschien is er wel ruimte voor een vraag die ze anders niet zouden durven stellen.
- Pastoraat aan jongeren is behalve luisteren ook kijken. Hoe reageren ze in het uur van catechese op de kernwoorden, op de kwetsbare momenten, of is daar juist helemaal geen ruimte voor? Zo maar zie je hoe ze reageren, betrokken of juist niet. Sla het op, geef het een plaats, soms is er ruimte om het te benoemen, samen er op door te gaan.
- Denk aan het vertrekmoment. Die jongere die wat loopt te rommelen, even blijft hangen, nog wat kwijt wil. Zo’n moment is een geschenk. Soms kun je zo’n moment ook scheppen door even de lijn uit te leggen.
- De momenten van gebed tijdens de catechese zijn tere momenten, we spreken samen met jongeren met de Heere. We bidden voor hen, we noemen soms hun naam voor de Heere God. We brengen hun vragen bij God, we vragen om Zijn Heilige Geest voor hen. Die momenten staan niet los van onze persoonlijke gebeden als catecheet voor jongeren die de Heere aan ons toevertrouwt. Juist omdat we naar hen omzien in Christus’ Naam, noemen we hun naam in onze gebeden voor Gods aangezicht.
- Als de vragen aanhouden, spannend worden, waarom zou u dan een jongere niet uitnodigen om op een rustig moment daar samen met hem of met haar over door te spreken? Over pastoraat gesproken...