De website heeft recent een grote update gehad in de techniek, waarna nog niet alles weer perfect werkt. Kom je een foutje tegen, kopieer dan de link uit de adresbalk van je browser en deel hem via de chat of per mail, met een korte toelichting van de fout. Daarmee help je ons om de website weer goed in vorm te krijgen. Dankjewel!

Ben je op zoek naar kerstprogramma's? Dan kun je deze ook in één keer downloaden via deze link: Download alle kerstprogramma's.

Bruggen slaan

'Ik heb je gemist' is de titel van het boek waaruit hoofdstuk 8 hieronder in zijn geheel te lezen is. Dit hoofdstuk is geschreven door ds. J.B. Huisman, predikant in de Gereformeerde Gemeente te Ede. Den Hertog heeft Goed in vorm dit hoofdstuk doen toekomen voor toerusting van leidinggevenden binnen het jeugdwerk van de kerk. Het boek is bij hen te bestellen.

Ik heb je gemist Hoofdstuk 8 - Bruggen slaan

Inmiddels alweer vier jaar geleden bleek uit een gehouden onderzoek dat veel christelijke jongeren, ook uit de bevindelijk gereformeerde kring, met essentiële geloofstwijfels rondlopen. Een van de bevindingen is dat die twijfel vooral besproken wordt met vrienden. Er zijn ook jongeren die hun twijfels niet delen, omdat zij niet goed weten met wie en hoe zij dat kunnen doen. Bijna de helft van de jongeren ervaart onvoldoende ruimte om hun levensvragen en twijfels binnen de kerk te bespreken. Terwijl er juist wel behoefte is om er op deze plaats over te spreken.

De secularisatie van het hart
Wat de oorzaak van ‘onvoldoende ruimte’ is, wordt niet geheel duidelijk. Zijn jongeren benauwd dat hun vragen onvoldoende worden begrepen? Zijn ze soms bang voor negatieve reacties? Is er bijvoorbeeld een generatiekloof tussen kerkenraadsleden en de jongeren? Is er soms een taalkoof omdat onze jongeren kinderen van hun tijd zijn en geestelijke zaken weleens wat anders verwoorden dan wij in de kerk ‘gewoon’ zijn?

Verstaan wij in de kerk elkaar? Begrijpt een kerkenraad de jongere, die met geloofstwijfels en levensvragen rondloopt? We kunnen de vraag stellen of de kerk, waaronder ook kerkenraden, in voldoende mate de geestelijke crisis en geloofstwijfel peilen. Weten kerkenraden voldoende wat er leeft bij onze jongeren? Is pastorale zorg ook op hen gericht? Het gevaar kan zijn dat onze jongeren voor een kerkenraad ‘onder de radar’ blijven. Hoe peilt een kerkenraad geloofstwijfels bij jongeren en op welke wijze komt de kerkenraad in gesprek met hen?

Veelal wordt binnen de kerk de aandacht gericht op jongeren die op het punt staan om de kerk te verlaten. Op hen die hun twijfels, maar ook hun afkeer van de kerk openlijk uitspreken! Dit zijn niet de enige jongeren in de gemeente die aandacht behoeven. In het lezenswaardige boek De slag om het hart beschrijft dr. Herman Paul het onderwerp: secularisatie van het hart. Dit onderwerp geldt niet alleen jongeren, maar álle kerkgangers. Het verstaan van dit onderwerp kan kerkenraden helpen om de noodzakelijke bruggen te slaan met jongeren.

Herman Paul schrijft dat in kerkelijk taalgebruik vaak wordt gezegd dat kerkverlating tegen secularisatie aanhangt. Hij geeft echter aan dat secularisatie niet in de eerste plaats een zaak is van statistieken. Het is een proces dat zich ontwikkelt in het hart en richting geeft aan het verlangen van het hart. Secularisatie van het verlangen bestaat hierin dat mensen, niet alleen jongeren, hun verlangens meer en meer vervuld willen zien in het hier en nu. Alsof het hoogste goed op de markt van het leven verkrijgbaar is.

Een citaat uit dit boek: ‘Al zit ik iedere zondag met vrouw en kinderen in de kerk, mijn leven seculariseert als verlangens naar een onbezorgd familieleven of nieuwe carrièrestappen in mijn hart de overhand krijgen op verlangen naar God.’ Ook jongeren kennen, net als wij allen, de secularisatie van het hart. Elke zondag zitten ze in de kerk, maar het kan heel goed mogelijk zijn dat, zoals Herman Paul het schrijft, ze op een morgen wakker worden en denken: ik heb al in geen jaren gebeden, maar God niet of nauwelijks gemist. Het zijn jongeren die in het kerkelijk leven niet op de voorgrond staan, maar ‘meelopen’ met de grote stroom. Het is goed ook voor deze jongeren aandacht te hebben.

Jongeren kunnen dus elke zondag trouw hun plaats in de kerkbank innemen, maar innerlijk al vervreemd zijn van de kerk. Dat kan omdat zij niet goed weten waar zij met hun vragen en worstelingen terecht kunnen, of omdat zij geen afdoende antwoord ontvangen op hun vragen en worstelingen.

Gebed is vóór alles nodig
Wij kunnen de nood van onze jongeren bespreken, wij kunnen er onze mening over hebben, maar hebben onze jongeren een plaats in het gebed tot de Heere, ook tijdens het openbare gebed in de kerkdiensten? Horen onze jongeren dat predikanten en ouderlingen hen op het hart dragen, hun vragen kennen, dat ze voor de Heere worden neergelegd? Dat het in ons hart mag zijn zoals de dichter van Psalm 71:18 verwoordt: ‘Daarom ook, terwijl de ouderdom en de grijsheid daar is, verlaat mij niet, o God, totdat ik dit geslacht verkondige Uw arm, allen nakomelingen Uw macht.’

Een positieve benadering is nodig
Het komt regelmatig voor dat onze jongeren negatief benaderd worden, zeker als het om hun levensstijl gaat. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van moderne media. Laat duidelijk zijn: daar is ook veel zorg over, zeker bij ouders en ook bij kerkenraden. Maar pas op voor een algemene benadering van jongeren, alsof zij allemaal hetzelfde zijn, alsof zij alleen maar bezig zijn met dat soort zaken. Benader jongeren positief, ga met hen in gesprek en probeer ze te begrijpen. Een opgeheven vinger doet schade, maar een bewogen hart geeft indruk. Besef dat de Heere ook onder hen Zijn Koninkrijk heeft, en ook uit hen de kerk zal bouwen! We lezen ervan in Psalm 72:5: ‘Zij zullen U vrezen, zolang de zon en maan zullen zijn, van geslacht tot geslacht.’

Hoe peilen wij het hart van onze jongeren?
Van belang om te beseffen is dat de kerkenraad niet het eerste orgaan is waar geloofsvragen en geloofstwijfels op tafel moeten en zullen komen. De eerste plaats waar dit soort zaken besproken moeten worden, is in het gezin waarin onze jongeren een plaats hebben. We lezen van deze opdracht in Psalm 78:5-7: ‘Want Hij heeft een getuigenis opgericht in Jakob, en een wet gesteld in Israël, die Hij onzen vaderen geboden heeft, dat zij ze hun kinderen zouden bekendmaken, opdat het navolgende geslacht die weten zou, de kinderen die geboren zouden worden; en zouden opstaan en vertellen ze hun kinderen; en dat zij hun hoop op God zouden stellen en Gods daden niet vergeten, maar Zijn geboden bewaren.’ Ouders hebben immers bij de doop van hun kinderen de belofte afgelegd: ‘Of gij niet belooft en u voorneemt, dit kind, als het tot zijn verstand zal gekomen zijn, waarvan gij vader (moeder) of getuige zijt, in de voorzeide leer naar uw vermogen te onderwijzen, of te doen (en te helpen) onderwijzen.’

Wordt er door de ouders geluisterd naar de vragen van hun kinderen, nemen de ouders de tijd om met hun kinderen van hart tot hart te spreken? Of is er ook in onze gezinnen, zoals bleek uit het eerder genoemde onderzoek, onvoldoende ruimte om te spreken?

Wat kan er bij de ouders een schroom zijn om over geloofsvragen en geloofstwijfels te spreken. Zij kunnen bang zijn om geen ‘afdoende’ antwoord te hebben, maar zijn ook niet gewend aan de ‘openheid’ van de opgroeiende generatie. Een andere oorzaak kan liggen in het bevooroordeeld luisteren, waardoor de vragende jongere zich niet serieus genomen voelt. Dat is een groot gevaar waar ouders, kerkenraden, en de kerk aan bloot liggen. Niet naar elkaar luisteren, alleen maar ‘zenden’ naar elkaar.

Een voorbeeld. Stel dat een jongere de vraag stelt waarom in onze gemeenten jonge kinderen gedoopt worden. Enkele van zijn vrienden beweren dat alleen de volwassendoop bijbels is. Er staat in Markus 16:16: ‘Die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden.’ Wanneer een ouder dan antwoordt: ‘Zo is het altijd geweest, en wat je vrienden zeggen klopt niet’, dan begrijpt u wel dat de jongere zich niet serieus genomen voelt.

Ook kerkenraden moeten oppassen wezenlijke, maar soms ook confronterende vragen van jongeren op het gebied geloof en geestelijk zaken niet af te doen als een afwijken van ‘oude’ paden, kritiek op de leer zoals altijd gebracht in de gemeenten. Juist hier is het zo nodig om bruggen te slaan met onze jongeren.

De kerk en jongeren: bruggen slaan
Hoe kunnen er bruggen geslagen worden tussen de kerk en jongeren?
Bruggen slaan heeft vooral te maken met hoe wij onze jongeren zien en hoe wij ze benaderen! Een aantal belangrijke basisvoorwaarden willen we onder de aandacht brengen. De praktische invulling bespreken wij daarna.

Belangrijke voorwaarden om echt contact te hebben met jongeren die met geloofsvragen worstelen, zelfs op het punt staan af te haken, zijn:

In de leefwereld van de jongere verplaatsen en erin verdiepen
Dat is niet eenvoudig, maar wel noodzakelijk. Ze zijn vaak van een andere generatie dan het gemiddelde kerkenraadslid. De wereld van vandaag is een andere dan die van gisteren. Wat een decennia geleden niet ter discussie stond, is vandaag het onderwerp van gesprek. Tijdens mijn eigen jeugd was er bijvoorbeeld nagenoeg geen discussie over de kinderdoop. In deze tijd is het een vaak terugkerend onderwerp. Denk maar aan discussies hierover op internetplatforms.

Geef onze jongeren aandacht
In een gezonde relatie tussen twee personen, zeker in een huwelijk, is aandacht van groot belang. De relatie komt onder druk wanneer er te weinig of geen aandacht is. Zo is het ook nodig dat de jongeren van de gemeente aandacht krijgen van de kerkenraad. Dat jongeren niet alleen beseffen dat ze ‘gezien’ worden, maar ook begrepen worden in hun vragen. Als wij de aandacht niet geven, besef dan dat anderen dat wel doen. Laten we dit bedenken als wij jongeren zien vertrekken naar een ander kerkgenootschap of een evangelische gemeente.

Neem een luisterende houding aan
Wanneer wij met een probleem geconfronteerd worden en niet zo snel een oplossing weten, wat stellen wij dan op prijs? Een luisterend oor! Laat jongeren maar praten, en vraag door! Probeer ook naar de achterliggende gedachten, gevoelens en bedoelingen te luisteren. Het doel moet toch zijn om de jongere ruimte te geven om zijn of haar worsteling dan wel vraag uit te spreken. Zullen onze jongeren zich dan niet serieus genomen voelen?

Een kwetsbare opstelling
Hoe kunnen we dat realiseren? Door naast ze te gaan staan! Soms zijn de geloofsvragen en worstelingen van de jongeren ook ónze vragen en worstelingen. Hebben wij niet allen hetzelfde hart? Is het dan verkeerd om te zeggen: ‘Ik herken wat je zegt’? En ook als wij niet direct een antwoord hebben, beloof dan op korte termijn met een antwoord terug te komen. Laat ook in uw hart kijken. In een column over geloofsvragen schreef een docent dat een geloofsvraag vaak wordt gesteld als een kennisvraag, maar meestal bedoeld is als een ervaringsvraag. Een jongere kan vragen: ‘Wat is geloof eigenlijk?’ en daarmee bedoelen: Wat betekent het voor ú dat u gelooft? Of hij vraagt: ‘Waar staat dat precies dat je jezelf niet kunt bekeren?’ terwijl hij bedoelt: Ik verlang zo naar vrede en doe zoveel moeite om God te vinden. Dat doe ik toch niet voor niets? Met andere woorden: jongeren willen graag horen hoe het in uw hart en leven is.

Geef de jongeren vertrouwen
Waarom zouden jongeren met vragen naar de kerkenraad of naar een kerkenraadslid komen? Dat is echt geen vanzelfsprekendheid. Vertrouwen moet eerst gewonnen worden voordat het hart wordt opengezet. Dat geldt ons als ouderen, maar ook zeker onze jongeren. Wees daarom niet direct afwijzend als jongeren met vragen komen, maar ontvang ze hartelijk en zoek op een goede wijze het contact. Om vertrouwen te winnen, is het goed om als kerkenraad bewust jongeren bij bepaalde zaken van het kerkelijk leven te betrekken.

Geef de jongeren liefde
Laat merken dat u de jongeren van de gemeente, net als uw eigen kinderen, op het hart draagt. Het zijn onze jongeren, onze kinderen. Ze dragen allen een onsterfelijke ziel met zich mee. Wij hebben het goede voor hen te zoeken, zowel wat het tijdelijke, maar zeer zeker wat het geestelijke en eeuwige leven betreft. Dan kunnen ze nooit te veel vragen. Laten wij dan de woorden van Jezus in Mattheüs 7:9-11 ter harte nemen: ‘Of wat mens is er onder u, zo zijn zoon hem zou bidden om brood, die hem een steen zal geven? En zo hij hem om een vis zou bidden, die hem een slang zal geven? Indien dan gij, die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal uw Vader, Die in de hemelen is, goede gaven geven dengenen die ze van Hem bidden.’

Hoe krijgt de aandacht voor jongeren handen en voeten?
Als we over jongerenpastoraat spreken, is bewustwording nodig, niet alleen in de kerkenraad, maar in het geheel van de gemeente! Want aandacht voor onze jongeren en hun (geloofs)vragen vraagt betrokkenheid van de ouders en opvoeders, maar ook van leidinggevenden van de verenigingen.

Wil je het onderwerp ‘aandacht voor jongeren’ laten inbedden in de kerkelijke gemeente, dan is het van het grootste belang dat het onderwerp op verschillende plaatsen in de gemeente terugkeert. Natuurlijk denken wij direct aan catechisatie, huisbezoek, vereniging en de prediking. Ook toerustingsavonden zijn belangrijk.

Het onderwerp jongerenpastoraat moet als eerste een terugkerend agendapunt zijn op de kerkenraadsvergadering. Van daaruit moet het jongerenpastoraat vormgegeven worden. De vorm waarin de kerkenraad jongerenpastoraat gestalte geeft, kan verschillend zijn. Soms wordt gedacht aan een ouderling, die zich specifiek bezig houdt met jongeren. De schaduwzijde daarvan is dat het gevaar reëel is dat andere kerkenraadsleden zich minder zullen bemoeien met jongeren. Jongerenpastoraat is de verantwoordelijkheid van het geheel van de kerkenraad.

Het belangrijkste bij jongerenpastoraat is Gods Woord
Het is ook bij het jongerenpastoraat van belang altijd voor ogen te houden dat zij behoren tot een kerkelijke gemeente die samenkomt rondom Gods Woord en de prediking van Gods Woord. Bij alles wat een kerkelijke gemeente voor jongeren doet, hoe goed en noodzakelijk ook, mag nooit uit het oog verloren worden dat Gods Woord het belangrijkste is. Dat Woord alleen in de hand van Gods Geest is een kracht Gods tot de zaligheid. Alleen het Woord, met als grote inhoud het vleesgeworden Woord (Jezus Christus), kan onze jongeren echt gelukkig maken. Wat is het dan ook nodig dat Gods Woord dicht bij hen gebracht wordt!

De kloof tussen de taal van nu en de taal van Gods Woord is groot. Dat schept een verplichting om Gods Woord eenvoudig te brengen, zonder concessies te doen aan wezenlijke begrippen zoals bekering, geloof, rechtvaardigmaking, verzoening enzovoort. Laat de catechisatie ook een middel zijn om aansluiting te zoeken met de prediking. Leer onze jongeren de wezenlijke Bijbelse begrippen en leg ze uit. De prediking hoeft niet geheel op jongeren gericht te zijn; er zijn immers vele soorten hoorders van het Woord. Het is wel van belang dat de predikant in het gebed voorafgaand aan de prediking en in de prediking zelf laat merken dat de jongeren hem op het hart gebonden zijn. Geef als predikant daar waar de tekstuitleg het toelaat, antwoord op geloofsvragen die bij jongeren leven.

Laten wij echter niet vergeten dat we bij alles wat wij doen, afhankelijk zijn van het werk van de Heilige Geest, want ‘de natuurlijke mens begrijpt niet de dingen die des Geestes Gods zijn’. Het gebed uit Psalm 25:2 (berijmd): ‘HEER’, ai, maak mij Uwe wegen, door Uw Woord en Geest bekend’ blijft nodig! Het ontslaat ons echter niet van de plicht om het Woord van God op eenvoudige wijze te verkondigen. Daarbij is het van het grootste belang jongeren te ‘leren’ Bijbellezen. De ontlezing in onze tijd is groot, ook wat de Bijbel betreft. Wat is het goed om jongeren op de catechisatie of individueel te helpen in het Bijbellezen en dezelfde vraag te stellen die Filippus aan de Moorman stelde: ‘Verstaat gij ook hetgeen gij leest?’

Dan heeft de kerkelijke gemeente in het Hoofd van de levende Kerk onze jongeren alles te bieden! Niet het aardse goud en zilver dat vergaat, maar de enige Troost beide in het leven en sterven! En die enige Troost mag elke zondag verkondigd worden, waarbij Jesaja getuigen mag: ‘Alzo zal Mijn woord, dat uit Mijn mond uitgaat, ook zijn, het zal niet ledig tot Mij wederkeren; maar het zal doen hetgeen dat Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen waartoe Ik het zend’ (Jes. 55:11).

Contact is belangrijk bij jongerenpastoraat
Kerkenraden zullen hoe dan ook met jongeren in gesprek moeten gaan, contact moeten leggen. Het is een gegeven dat de meeste jongeren zelf niet zo snel om een gesprek zullen vragen. De kerkenraad moet dan ook stappen zetten richting de jongeren, maar ook richting de ouders. Er zijn echter enkele ‘natuurlijke’ momenten die voor het grijpen liggen.

De catechisatie
Maak van de catechisatie geen monoloog, maar geef ruimte voor vragen. Probeer daarin al vertrouwen te winnen en stel u als catechiseermeester open op. Ga ook tijdens het catechisatieseizoen met iedere jongere een persoonlijk gesprek aan en probeer door te dringen tot hun leefwereld en hun vragen.

Het huisbezoek
Jongeren zijn, zo blijkt uit ervaring, vaak het ‘kind van de rekening’ op huisbezoek. Veelal gaat de meeste aandacht uit naar de ouders en is er soms maar een enkele vraag voor de kinderen. Laat juist ook op het huisbezoek zien dat jongeren een belangrijke plaats hebben in de gemeente door ze nadrukkelijk bij het gesprek te betrekken. Het is dan ook van het grootste belang om een huisbezoek goed voor te bereiden. Prent de gezinssamenstelling in het hoofd en bedenk wat de vorige keer besproken is, bijvoorbeeld door als bezoekend kerkenraadslid de notities nog eens na te lezen van het vorige bezoek. Hebt u het vorige bezoek niet gebracht, informeer dan bij de medebroeder die de vorige keer geweest is. Een huisbezoek kent een beperkte tijd. Wanneer blijkt dat een van de kinderen een vraag heeft die qua beantwoording meer tijd kost, maak dan een afspraak voor een gesprek of beloof via de mail erop terug te komen. Wanneer kinderen bewust ontbreken op het huisbezoek, probeer dan via de ouders contact met hen te leggen en nodig ze apart uit voor een gesprek.

De verenigingen
Bij de leidinggevenden van de verenigingen zijn over het algemeen een of meerdere kerkenraadsleden betrokken en ook aanwezig op verenigingsavonden. Een ongedwongen sfeer op deze avonden kan een goede basis zijn voor contact en een inhoudelijk gesprek. Daarom zijn de verenigingen in de kerkelijke gemeente van onschatbare waarde, omdat juist daar een eenvoudige ingang gevonden wordt bij jongeren. Probeer dan als leidinggevende het vertrouwen te winnen. Breng ook belangrijke signalen die u ontvangt bij de kerkenraad!

Na de kerkdienst
Hoe vaak staan jongeren na de kerkdienst op het kerkplein met elkaar na te praten. Het onderwerp zal vast niet altijd de gehoorde preek zijn. Maar wat is er moeilijk aan om als predikant of kerkenraadslid even bij de jongeren te gaan staan en een praatje met ze te maken, interesse in hen te tonen.

Laat alle jongeren in beeld zijn
Dat is niet eenvoudig, zeker bij een grote gemeente niet! En laten wij eerlijk zijn, jongeren weten soms handig onder de radar te blijven. Maar er zijn hulpmiddelen. In de gemeente die ik dienen mag, hebben wij dat opgelost met het instellen van een jongerencommissie. De jongerencommissie bestaat uit kerkenraadsleden, ouders of ouderen en jongeren. Een commissie die zowel contact heeft met de kerkenraad als met jongeren. Deze commissie benadert alle jongeren periodiek! Zij organiseert activiteiten en is in veel gevallen ook een antenne die de kerkenraad alert houdt. Wel is van belang onderscheid te maken tussen pastoraat (als verantwoordelijkheid van de kerkenraad) en de bredere zorg voor jongeren.

Beweeg binnen verantwoorde grenzen mee
Een citaat uit het rapport van het Jeugdbond-onderzoek in de gemeente die ik dienen mag, bevestigt deze gedachte: ‘In onze huidige samenleving is vaak geen sprake meer van vaste verbanden, maar meer van relaties en netwerken.’ Zo werkt dat ook bij jongeren. Als jongeren geen netwerk hebben binnen de gemeente, zullen ze zich niet in de gemeente bewegen. De traditionele verenigingen stellen soms eisen aan jongeren, waardoor jongeren afhaken. Nieuwe vormen van jeugdwerk invoeren betekent niet dat de inhoud van het jeugdwerk wijzigt, maar dat de aanpak aansluit bij jongeren. Het kan zijn dat de frequentie omlaag gaat, de plek van bij elkaar komen verandert, of dat de avond een andere opzet krijgt. Tevens zijn er ook alternatieve vormen van contact met jongeren mogelijk om hen te verbinden.

Als jongeren toch afhaken...
Bij al onze gebrekkige pogingen zullen er jongeren zijn die afhaken bij de kerkelijke gemeente. Worden wij dan gedwongen om ze los te laten? In zekere zin wel. Niemand kan gedwongen worden bij de kerk te blijven. Aan de andere kant ook niet. De weg van het gebed blijft open! Elke dag weer mogen wij onze afgehaakte jongeren opdragen aan de Heere. Ook nu nog wil Hij in Christus als de goede Herder, verloren schapen opzoeken en terugbrengen. Als we daaraan denken, mogen wij onze jongeren nooit loslaten. Zoals de verloren zoon terugkeerde tot zijn vader, zo zullen er ook vandaag zijn die door het werk van Gods Geest zeggen: ‘Ik zal opstaan en tot mijn vader gaan, en ik zal tot hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen den Hemel en voor u; en ik ben niet meer waardig uw zoon genaamd te worden; maak mij als een van uw huurlingen’ (Luk. 15:18, 19). Daar mogen wij om bidden en naar uitzien!

Laten wij daarbij de ouders niet vergeten, die zo vaak met verdriet in de kerk zitten, zeker tijdens diensten waarin de Heilige Doop bediend wordt. Geef dan de afgehaakte jongeren een bijzondere plaats in het gebed. En wat het pastoraat betreft, vergeet de ouders niet! Zij blijven verdrietig achter.

Laten we bij alle zorgen die er zijn om onze jongeren, vooral omhoog zien! Zien op de Heere, bij Wie onmogelijke dingen mogelijk zijn! Op Hem, in Wiens Naam de dichter van Psalm 72 het mag verwoorden: ‘Zijn Naam zal zijn tot in eeuwigheid; zolang als er de zon is, zal Zijn Naam van kind tot kind voortgeplant worden; en zij zullen in Hem gezegend worden’ (vs. 17).



Nog beter in vorm raken?

Wij komen graag langs voor toerusting op maat! Bekijk de dienstenpagina voor ons aanbod of stel je vraag via lydia@goedinvorm.nu.

NEEM CONTACT OP

Heb je een tip?

Deel met ons je idee!

STUUR JE TIP IN

Uitgelichte items

Avondmaal

30 oktober 2020
Het Avondmaal laat zien dat de Heere Jezus Zijn lichaam en bloed geofferd heeft tot vergeving van de zonden. Als je door het geloof het Avondmaal …
+
Ontwikkeld door

Belijdenis doen

5 januari 2021
Ik zou het als een grote zegen zien als jij door deze inleiding een verlangen krijgt naar het doen van openbare geloofsbelijdenis, omdat de Heere …
+
Ontwikkeld door
LCJ