Raakt de kerk jongeren kwijt of raken jongeren de kerk kwijt? In een column over zijn zoontje dat kwijt was, beschrijft Sjaak Jacobse de pijn rondom kwijtrakende jongeren en hoe zij de kerk blijvend nodig hebben om te wijzen op de liefde van de Vader.
Kortgeleden kwam ik vrijdagmiddag thuis en trof daar onze twee tieners lichtelijk in paniek aan: “Papa, Joël is kwijt, mama is nog steeds aan het zoeken, maar we kunnen hem niet vinden”.
Even sta je als aan de grond genageld. Een peuter van drie jaar die in zijn eentje op stap gaat. Allerlei beelden komen bij je op. Een intensieve zoektocht volgde waarin elke straat een plaats wordt waar auto’s peuters kunnen overrijden. Elk steegje of schoolplein kan een plaats zijn waar iemand met slechte bedoelingen je kind aanspreekt. Om nog maar niet te spreken over de mooie waterpartijen in de wijk waarvan het water zwarter en dieper leek dan ooit. Die twintig minuten waren zenuwslopend. Je moét zo’n jochie vinden. Tegelijkertijd bid je of God hem wil beschermen en terugbrengen.
Gelukkig is het goed afgelopen. Terwijl mijn vrouw 112 aan het bellen was, trof ik in een brandgang een groepje buurtgenoten aan rondom een gillend jongentje: “Nee, ik ga niet met jullie mee. Ik wil naar huis”. ‘Kwijt zijn’ heeft grote indruk op hem gemaakt. Toch ziet hij het achteraf anders: ”Mama was ineens kwijt en toen moest ik huilen”.
Elk jaar raken wij als kerkverband een paar honderd jongeren kwijt. Jongeren die tot het huisgezin van de gemeente behoorden, met liefde en zorg omringd zijn en die behoorden tot de toekomst van de gemeente. Ik vraag mij af of deze jongeren hetzelfde gevoel hebben wat Joël had: “Ik ben niet kwijt, maar mama is kwijtgeraakt”. Niet ik ben weggegaan bij de kerk, maar de kerk is mij kwijtgeraakt. ‘Kwijt zijn’ kan een term worden die we wel uitspreken maar niet echt beleven.
Een kind kwijt raken grijpt je diep aan. Zo moet het ook zijn in de kerk. Sandra en Jeroen kunnen niet gemist worden. Ze hebben een moeder nodig ie hen niet kwijt kan raken en die hen telkens wijst op de Vader bij Wie verloren zonen welkom zijn. Of we herkennen ons in het dwaalziek gedrag van kerkverlaters en zullen naast hen staan. Of we zijn als de oudste zonen die er wel over praten, maar weigeren samen met hen feest te vieren. Laten we deze zomer elk één jongere aanspreken waarover we ons zorgen maken en hem of haar vanuit ons hart vertellen dat zij erbij horen en dat wij van hen houden.