Catechetisch onderwijs omvat leer en leven. Dat weten de meeste catecheten. Hoe oefenen we jongeren in de praktijk van het christenleven?
Catechetisch onderwijs omvat leer en leven. Dat weten de meeste catecheten. Ze onderwijzen jongeren in de geloofsleer en zoeken de verbinding met het leven van de jongere. Wie echter aan jongeren vraagt of catechese over het dagelijks leven gaat, zou nog wel eens een ontkennend antwoord kunnen krijgen.
Op school krijgen alle jongeren te maken met praktijklessen. Op het vmbo eerder dan op het vwo, maar ook op het vwo krijgen scholieren opdrachten die ze in de praktijk moeten uitvoeren. Wie een beroepsopleiding volgt, moet ook een stageadres vinden. Zo’n scholier loopt mee in de beroepspraktijk, ervaart wat het is om het beroep uit te oefenen en maakt praktijkopdrachten.
Deze stages en praktijkopdrachten zijn uitermate nuttig. De leerling die op school terugkomt, is over het algemeen gemotiveerder om onderwijs te volgen en zich in te zetten. Hij weet waar hij het voor doet. Hij ontdekte waarom de theorie waardevol was om te leren; theoretische kennis is nodig in de praktijk van de beroepsuitoefening.
We mogen ons afvragen of praktijkervaring ook onderdeel kan zijn van catechetisch onderwijs. De Bijbel geeft ons rijk onderwijs over zaken die we uit het hoofd moeten leren of moeten begrijpen. Maar daarnaast geeft Gods Woord ons ook concrete opdrachten. In de kerk lijken wij dat verschil niet altijd meer te zien. We leren ook de opdrachten uit ons hoofd. Gods opdrachten vragen echter niet om exacte reproductie, maar om actieve gehoorzaamheid. We moeten er biddend mee aan de slag in de praktijk van elke dag.
Een praktische huiswerkopdracht na de catechisatie les lijkt me zo gek nog niet. Het zou wel eens kunnen dat, waar opdrachten biddend uitgevoerd worden, veel catechetisch onderwijs ineens anders ervaren wordt door jongeren. Ze lopen tegen nieuwe vragen aan en komen met vragen uit de praktijk bij de catecheet terug. Zo leggen catechisanten de verbinding tussen catechetisch onderwijs en de praktijk van het leven.
Veel catecheten geven wekelijks huiswerk. Laat dat huiswerk eens uit een cognitieve en een praktische opdracht bestaan, bijvoorbeeld na een les over de Bergrede. De theoretische opdracht kan zijn: Leer de eerste vijf zaligsprekingen uit het hoofd. De praktijkopdracht kan komen uit Mattheüs 5:42. ‘Geef aan hem die iets van u vraagt, en keer u niet af van hem die van u lenen wil.’ Oftewel: leen gul je spullen uit als iemand dat vraagt, zonder daarvoor een gunst terug te verwachten. Wellicht lopen jongeren in de praktijk tegen lastige situaties aan. Wat als iemand misbruik maakt van je vrijgevigheid? Of als je de indruk hebt dat iemand jouw spullen niet nodig heeft? Dat zijn mooie vragen om te bespreken. Want ze gaan over de praktijk van het christenleven.
Een andere praktijkopdracht zou kunnen komen uit Mattheüs 6:14.‘Vergeef de mensen hun overtredingen.’ Een christelijke opdracht die in de praktijk lastig kan zijn. Zo’n bevel roept vragen op om samen over in gesprek te gaan.
Of denk aan Jakobus 1:27. ‘De zuivere en onbevlekte godsdienst voor God en de Vader is dit: wezen en weduwen bezoeken in hun verdrukking en zichzelf onbesmet bewaren van de wereld.’ De opdracht: Bezoek deze maand een weduwe of een wees uit de gemeente. Probeer jezelf eens onbesmet te bewaren van de wereld. Dat roept vragen op. Hoe doe je dat? Wat is onbesmet bewaren? En wanneer wordt je wel besmet? Hoe kan je in de wereld werken en leven en toch onbesmet blijven?
Stagelopen is vaak spannend, maar ook heilzaam en leerzaam. Gunnen we onze jongeren in de kerk ook deze ontdekking met betrekking tot geloofsonderwijs? Kunnen we hen praktijkopdrachten geven die aan het denken zetten?
Laten we beginnen door zelf de opdrachten uit Gods Woord ter harte te nemen als opdrachten die om actieve gehoorzaamheid vragen. Zo leven we jongeren voor hoe het Woord van God gestalte kan krijgen in de praktijk van het dagelijks leven.