Hoe geef je als kinderwerker op zondagsschool of club in de praktijk invulling aan geestelijk mentorschap?
Laura van der Knijff en Jan-Willem Baars, beide werkzaam als pastorale counselors, stelden de volgende vraag aan kinderwerkers in de kerk: Voel jij je een geestelijk mentor voor de kinderen van je club of zondagsschool? Een aantal reacties lees je hieronder.
“Supporter, vertrouweling en gids, dat heb ik even opgezocht over mentorschap. Ik hoop en bid om een goede gids te zijn voor de kinderen. Support geven is ook belangrijk en ja, soms krijg je ook een stukje vertrouwen.”
(Elly, leidinggevende kinderclub)
“Zelf heb ik de middenbouwkinderen op zondagsschool, maar de totale groep is niet zo heel groot, waardoor we elkaar allemaal wel kennen. Met de onderbouwkinderen heb ik (nog) niet zoveel contact, maar toch reageren ze vaak enthousiast wanneer je ze dan op het dorp tegenkomt. Tja, is dat mentorschap? Niet in de zin van dat je gesprekken met hen voert, maar toch een bekend gezicht waarvan ze weten dat je bij de kerk/gemeente hoort.
Kinderen van mijn eigen groep komen hier regelmatig even aan de deur om een snoepje te halen of voor een actie van goed doel ofzo. Dan probeer ik ook wel even een gesprekje aan te knopen. Ik vind het in mijn eigen groep ook altijd belangrijk om terug te komen op gebedspunten van vorige keer op zondagsschool. Die zeggen namelijk vaak heel veel. Bijvoorbeeld of ze binnenkort jarig zijn of dat er iemand ziek is of overleden. Daar later op terugkomen of naar vragen vinden ze heel fijn, hoe jong ze ook zijn.
Kortom, nu ik dit zo allemaal opschrijf: ja, ik voel me wel een geestelijk mentor in. Maar het begint echt met relatie opbouwen op jonge leeftijd, dat ze je kennen en dat je hen ook al heel jong aandacht geeft.”
(Marjolein, leidinggevende zondagsschool)
“Ik merk eigenlijk wel dat ik uit mezelf meer geneigd ben de mentorrol op te pakken voor de kinderen die meer opvallen. Ik weeg echter ook wel wat kinderen zeggen of niet zeggen. De groep van dit jaar is heel veilig, dus ik durf ook wel door te vragen, wanneer ze iets zeggen dat me opvalt.
Heel praktisch sta ik ook altijd bij de deur om te kinderen welkom te heten, hen echt te zien, een complimentje uit te delen en hen te waarderen. Ik merk dat dat heel helpend is voor de verbinding.
Daarnaast probeer ik me heel grondig voor te bereiden op mijn zondagsschooluur. Volgens mij zit daar heel veel kracht in. Door heel goed voor te bereiden, goed te weten waar je naartoe wilt tijdens je zondagsschoolmoment, wat je doel is, houd je meer ruimte over om ‘echt in het moment te zijn’. Dit helpt mij om ‘er echt te zijn’, beschikbaar te zijn en goed waar te nemen wat er gebeurt. Ik ben eigenlijk constant de groep die ik voor me heb ‘aan het lezen’.
Zo werd ik mij er afgelopen zondag van bewust dat ik even expliciet aandacht moest besteden aan twee wat stillere kinderen. Opeens vielen me twee meisjes op, die er eigenlijk altijd zijn, maar zich in de groep nooit zomaar zullen uitspreken. Echt stille, teruggetrokken meisjes. Ik sprak hen even apart aan, vroeg of ze het leuk vonden op zondagsschool en of ze het moeilijk vonden of niet om een tekst uit hun hoofd te leren. Van het ene meisje gingen gewoon haar ogen wat meer stralen en ze begon zelfs wat te praten. Eén op één durft ze dat wel. Dat zijn voor mezelf dan ook van die ‘aha-momenten’. Nu weet ik dat deze kinderen in de groep veel minder durven dan één op één, dus nu probeer ik hier wat meer in te investeren.”
(Jan Willem, leidinggevende zondagsschool)
Wil jij als kinderwerker sparren over een concrete pastorale situatie? Heb je vragen over de inrichting van het jeugdpastoraat in jouw gemeente? Of heb je hulp nodig bij het zoeken naar de juiste collega of instantie voor jouw vraag of zorg? Vraag het aan Laura en Jan-Willem via pastoralecounseling@goedinvorm.nu.