Dit citaat komt uit het boekje ‘Daadkracht’, geschreven door Laurens Snoek. De citaten zijn ‘denkprikkels’ voor opvoeders die betrokken zijn op doeners in de kerk. In de toelichting wordt een stukje uitleg gegeven.
Laat ze allemaal met vinger opsteken antwoord geven op bijvoorbeeld de volgende vraag:
“Wie van jullie zegt: Dit onderwerp is voor mij zinvol? Geef antwoord op de schaal van 1 tot en met 4. 1 is ‘helemaal zinloos’, 4 is ‘heel zinvol’. Wie kiest voor 1? Wie voor 2?" Enzovoort.
Omdat iedereen zich nu heeft uitgesproken, kun je iedereen vragen: “Wil je je keus toelichten?" De verschillende antwoorden geven voldoende mogelijkheden voor vervolggesprek met alle soorten jongeren.
Hoe krijg je een groep aan het praten?
Toelichting
Een gesprek beginnen is één, een gesprek onderhouden twee.
De beginvraag is vaak niet moeilijk, zeker niet als je hem wat open stelt: ‘Wat vinden jullie van …?’
Of: ‘Wie heeft wel eens meegedaan met …?’
Lastiger wordt het als er op zo’n openingsvraag antwoorden zijn gegeven. Want wat ga je met die antwoorden doen? Als je er niets mee doet, had je die vragen niet hoeven stellen. Maar wil je er wel mee verder, dan moet je op dat moment bedenken hoe je erop ingaat én je moet het verbinden met wat je hebt voorbereid.
Hier zijn twee mogelijkheden die recht doen aan de antwoorden van de jongeren en aan je eigen voorbereiding:
Zeg na die antwoorden: ‘Als ik jullie goed begrijp, zeggen jullie dit en dat. Klopt dat? Ja? Dan wil ik graag iets toevoegen, waardoor jullie beter …’
Of: ‘Mij valt op in jullie antwoorden dat … Hoe komt dat? Ik heb zelf het idee dat het hieraan ligt: … En juist daarover wil ik iets vertellen.’