Dit citaat komt uit het boekje ‘Daadkracht’, geschreven door Laurens Snoek. De citaten zijn ‘denkprikkels’ voor opvoeders die betrokken zijn op doeners in de kerk. In de toelichting wordt een stukje uitleg gegeven.
Doeners moeten iets kunnen zien en voelen om te leren en te begrijpen.
Je kunt hen dat zichtbare en tastbare zelf laten bedenken en maken. Er zullen producten ontstaan die je lang kunt gebruiken. Bijvoorbeeld:
- een tekening of puzzel bij een Bijbelgedeelte;
- een voorwerp dat een begrip uitbeeldt;
- een plattegrond van Jeruzalem of een landkaart van Klein-Azië;
- een maquette van een oosters huis;
- een PowerPointpresentatie.
Laat ze hun eigen leermiddelen samenstellen
Toelichting
Zou ik het wel goed doen? Krijgen die jongelui bij mij wel echt iets mee? Leren ze wel iets?
Die vragen kunnen ons bezighouden als we steeds geroepen worden jongeren te leiden en te onderwijzen. Pasklare antwoorden zijn er niet. Handvatten wel.
Leerpsychologen verdiepen zich in vragen als: Wat gebeurt er nu precies als iemand iets leert? Onder welke omstandigheden blijkt dat leren het best gaat? Of: aan welke voorwaarden moet een leerproces voldoen om te leiden tot echt leerresultaat?Een van hen heeft deze voorwaarden samengevat in drie begrippen: competentie, relatie en autonomie.
Gaan jongeren samen een product maken, dan moeten ze concreet laten zien wat ze wel en niet kunnen, hun competenties dus. Ze moeten daarbij samenwerken en hun sociale vaardigheden inzetten: relatie. Ze moeten bovendien zelf voor een deel beslissen hoe ze de opdracht gaan aanpakken, autonomie.
Komt er van elk van deze elementen iets voor in de opzet van een clubavond of een catecheseles, dan wordt er geleerd!
