Het gesprek over seksualiteit moet beter en in een veiliger setting gevoerd worden. Dat is wat de opstellers van het ‘Manifest voor betere seksuele vorming’ voorstaan.
Het gesprek over seksualiteit moet beter en in een veiliger setting gevoerd worden. Dat is wat de opstellers van het ‘Manifest voor betere seksuele vorming’ voorstaan. Een kans voor het reformatorisch onderwijs om in de spiegel te kijken over hoe zij onze kinderen en jongeren onderwijzen over seksualiteit.
Dat seksuele vorming inmiddels een belangrijkere rol verdient in het onderwijsprogramma, behoeft nauwelijks een betoog. De massale beschikbaarheid van porno, de opkomst van sociale media en de toenemende aandacht voor machtsmisbruik in kerk en wereld zijn maar enkele voorbeelden van redenen om jongeren seksueel weerbaar te maken.
De aanbieders van het manifest, kenniscentrum Rutgers in samenwerking met 37 (jongeren)organisaties, zien bij jongeren een behoefte aan een veilige setting waarin seksualiteit bespreekbaar is. Er is niet genoeg aandacht voor de sociale en relationele kant van seksualiteit, diversiteit, seks in de media en het aangeven en herkennen van elkaars grenzen. Het lesaanbod is teveel versnipperd en hangt teveel af van de individuele docent. Volgens het manifest kan en moet dit anders.
Voor reformatorische scholen is dit een uitgelezen kans om eerlijk in de spiegel te kijken. Het manifest kaart een serieus probleem aan. Echter, de wegen lopen fundamenteel uiteen als het gaat om de visie en de voorgestelde route om de knelpunten aan te pakken. De christelijke visie op seksualiteit krijgt geen enkele bijval, terwijl ze toch een relevante en beproefde denkrichting biedt.
Genieten
Het uitgangspunt van het manifest is ”seksueel plezier”: zolang iedereen geniet, is alles geoorloofd. Voor christenen is genieten niet het uitgangspunt van seksualiteit maar hangt het genieten samen met de kaders waarbinnen intimiteit een plaats krijgt. Laten we niet bang zijn om dit ronduit te benoemen. Juist een christen kan van seksualiteit en intimiteit genieten omdat hij de Gever van dit geschenk mag kennen en erkennen. Docenten mogen op een fijnzinnige wijze duidelijk maken dat intimiteit een prachtig element in een relatie is waarvoor gebeden en gedankt mag worden. Nog te vaak horen we van leerlingen terug dat de gesprekken over seksualiteit met het opgeheven vingertje worden gevoerd, waardoor het thema een negatief imago krijgt.
Kaders
In het manifest wordt een lans gebroken voor meer “respect voor de ander”. Het rekening houden met anderen is inderdaad een belangrijk onderdeel van de seksuele vorming. We merken tijdens onze workshops vaak dat jongens en meisjes totaal niet van elkaar weten hoe de ander emotioneel in elkaar zit. Respect voor de ander komt primair tot uitdrukking in het respecteren van de mannelijkheid en vrouwelijkheid van de ander, in alle facetten. Een verhelderend gesprek over dit binaire onderscheid staat onder druk als van de docent wordt verwacht dat hij of zij continu rekening houdt met talloze andere vormen van gender. In het “mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen” ligt de basis voor gezonde seksuele vorming en respectvolle omgang tussen beide geslachten.
Relaties
Het manifest verdient bijval als er gevraagd wordt om seksualiteit te bespreken in het bredere kader van relaties. Daarnaast gaat een gesprek over seksualiteit ook over schepping, zelfbeeld, intimiteit en identiteit. Juist dat positieve gesprek is nodig, met respect en verwondering voor de Schepper en een erkenning van de gevoelens die dit thema al in jonge jaren op kan roepen. Vanuit deze basis is de boodschap dat seks bewaren voor een levenslange verbintenis van liefde en trouw in het huwelijk een goede en Bijbelse vorm van respect voor de ander. Maar dit staat ver af van de geest van dit manifest. Dat vraagt reflectie van de opstellers, want juist het Bijbelse kader biedt de bredere kijk op seksualiteit die zij bepleiten.
Sociale norm
Het manifest pleit ervoor “om in de kerndoelen te verankeren dat alle scholen een positieve, niet onderhandelbare sociale norm bijbrengen, uitdragen en handhaven volgens welke iedereen wordt geaccepteerd.” Nu is de sociale veiligheid een aangelegen thema vanuit christelijk oogpunt. Leerlingen moeten de school als een veilige omgeving ervaren om uit te spreken wat hen bezighoudt. Het garanderen en handhaven van deze veiligheid is voor een christelijke school inderdaad niet onderhandelbaar. De terechte wens tot respectvolle omgang krijgt hier echter een dwingende trek, die doet vermoeden dat er onder “acceptatie” veel meer wordt verstaan dan alleen het garanderen van de veiligheid om het gesprek op een open wijze te voeren. Het laat slechts ruimte voor één visie op seksualiteit die onder het mom van acceptatie zelf dwingend wordt in de moraal.
Het is goed dat het manifest wijst op nut en noodzaak van goede voorlichting en vorming. Laten scholen daar werk van blijven maken, binnen de mogelijkheden die ze hebben. Een onderwijsinstelling kan zich laten ontzorgen door met maatschappelijke partners een leerlijn af te stemmen die het doorgaande gesprek met leerlingen hierover bevordert. Deze aanvullende inbreng kan helpen, omdat school ook vaak ‘te dichtbij’ voelt voor een leerling om volledig open te zijn. Dat laat onverlet dat scholen gebaat zijn bij vertrouwen in hun deskundigheid om, samen met maatschappelijke partners, jongeren op dit kwetsbare thema te begeleiden en te vormen. Daarin hebben scholen en ondersteunende organisaties elkaar hard nodig.
IKC-jeugdwerkadviseur Niek Bakker is werkzaam voor INSPIREd, een onderwijsprogramma dat seksuele vorming op scholen faciliteert en ondersteunt.