Verslaving is een veel voorkomend en veelal eenzaam gedragen probleem onder jongeren. Wanneer je als pastor te maken krijgt met verslavingsproblematiek bij jonge mensen, kan je het gevoel bekruipen dat je hier helemaal niet voor toegerust bent. Dit artikel informeert je over mogelijkheden en grenzen van het pastoraat.
Aandachtspunten en valkuilen voor het pastoraat in relatie tot verslavingsproblematiek
Waar moet ik beginnen?
Waar De Boer zijn hoofdstuk begint met een casus van een volwassen man, bij wie de verslavingsproblematiek tijdens het huisbezoek aan het licht komt, kunnen wij ons de BasiC-portretten van de diverse jongeren nog helder voor de geest halen. Wanneer je als predikant, ambtsdrager, lid van een pastoraal team of op een andere manier pastoraal betrokken raakt bij een situatie waarin verslaving speelt, kan je het gevoel bekruipen dat je hier helemaal niet tegen opgewassen bent. Allerlei vragen kunnen in je opkomen: wat moet je doen?; hoe los je dit op?; waar begin je eigenlijk?; wat kan het pastoraat hier betekenen?; waar moet je op letten en wat moet je vooral niet doen?
Verslaving ‘superzonde’?
Voor de pastorale praktijk doet het ertoe hoe je verslaving beziet. Voor velen heeft verslaving toch wel een bepaald ‘exclusief’ imago. In hun beleving is verslaving dan een groot en uniek probleem, moeilijk te verhelpen en een probleem dat ‘bepaalde mensen’ treft. Zou er sprake zijn van een rangorde, dan was verslaving wel een heel erge zonde. Voor de persoon die worstelt met verslaving kan het expliciet of impliciet communiceren van deze zienswijze het schuldgevoel juist voeden.
Zeker heeft verslaving gevolgen en is de uitwerking ervan daardoor uniek. De Boer benadrukt echter dat het een menselijk probleem is. Als mensen kunnen we dingen doen die we eigenlijk helemaal niet willen en zo in strijd zijn met ons eigen handelen. Worsteling met verslaving kan hier onderdeel van zijn. Dit maakt het minder exclusief en meer deel van een algemeen menselijk probleem, namelijk de macht van de zonde, die soms sterker is dan de wil van de mens.
Het inzicht dat verslaving ieder mens kan treffen, helpt je als pastor bij het aannemen van een barmhartige, bewogen en betrokken houding. Vanuit deze houding mag je spreken over genade, liefde en de uitwerking daarvan.
“Het inzicht dat verslaving ieder mens kan treffen, helpt je als pastor bij het aannemen van een barmhartige, bewogen en betrokken houding.”
Herder, hoeder, zorger
Het constateren van een situatie van verslaving doet een appél op de herderlijke zorg vanuit de kerk. Kerkelijk pastoraat is door de eeuwen heen altijd verbonden geweest met het beeld van de herder. Het Latijnse woord pastor betekent herder. Vanuit de joodse traditie is het vooral een uitdrukking van Gods liefdevolle zorg. Psalm 23 is een plek bij uitstek waar uitkomt hoe God deze zorg invult. Ook in Johannes 10, waar de Heere Jezus naar voren komt als de goede Herder, zien we hoe, in navolging van Hem, de pastorale rol mag worden ingevuld.
Aspecten die in deze gedeelten naar voren komen zijn: liefdevol, hoeden, beschermen, troosten, solidariteit, bijeenbrengen. Deze begrippen mogen ook kenmerkend zijn voor de pastorale zorg die rondom verslaving geboden wordt. Echter, juist rondom verslaving kunnen deze zaken, hoe algemeen pastoraal ze ook zijn, onder druk komen te staan. Verslavingsgedrag kan zich immers mede laten kenmerken door onaangepast, egoïstisch, onbetrouwbaar en isolerend gedrag. Hoewel dit gedrag voortkomt uit diepe pijn en verwonding, doet het wel een beroep op het uithoudingsvermogen van de pastoraal betrokkene.
Hier dient zich ook een valkuil aan. Als pastor zou je het persoonlijk op kunnen vatten wanneer de pastorant niet betrouwbaar blijkt te zijn in het contact. Probeer voor ogen te houden waar dit ‘ontrouwe’ gedrag mee te maken heeft. Een neiging om persoonlijk emotioneel geraakt te zijn en te willen opkomen voor je ‘eigen zaak’, kun je beter op tijd herkennen en voor je houden. Zo voorkom je ‘strijd’. Ongemerkt zou anders het liefdevol, vertroostend hoeden ondergesneeuwd kunnen raken. De Boer noemt dit het belang van het hebben van een ‘geestelijke olifantshuid’: niet uit onverschilligheid, maar uit liefde, begrip en herkenning trek je je niet alles persoonlijk aan. Ook wanneer je in het contact met de broeder of zuster die worstelt met verslaving soms moet confronteren of begrenzend handelen, blijft de liefde van God je bron. Zoals Hij het heil en welzijn van de mensen op het oog heeft, geldt dat ook voor jou als pastoraal betrokkene.
Functies van pastoraat
In de pastorale literatuur worden in de basis vier functies van pastoraat onderscheiden: helen, bijstaan, begeleiden en verzoenen. Deze functies hebben een plaats binnen de pastorale relatie: de relatie tussen mensen is een relatie voor Gods aangezicht, waarbij geloofd wordt dat God ook Zelf aanwezig is. De Boer werkt uit hoe deze vier functies hun rol en plek hebben in het pastoraat aan mensen met verslavingsproblematiek.
Helen
Helen is gericht op de geestelijke gezondheid en het welbevinden van mensen.
Deze helende functie van het pastoraat heeft een bijbelse onderbouwing. God Zelf zegt: “Ik ben de HEERE, uw Heelmeester” (Ex. 15:26). Ook bij Jezus zien we dat genezing een belangrijk deel van Zijn taak hier op aarde was (Mat. 14:14).
Wat betekenen deze functies in het pastoraat voor mensen die worstelen met verslavingsproblematiek? De Boer schrijft: “Als heling betekent dat de pastorant vrij is van zijn verslaving, alle achterliggende problematiek heeft verwerkt en opgelost, zijn leven weer op de rit heeft gekregen en een volwaardige eigen plek in de gemeente heeft (terug)gevonden, dan kan jou als pastor het gevoel bekruipen dat je daar niet voor toegerust bent en dat je dat nooit redt.” (2)
Terecht wijst De Boer erop dat er verslavingshulpverlening is, waar specialisten zich bezighouden met de behandeling van verslaving, vaak een langdurig proces met vallen en opstaan, terugval en weer opnieuw beginnen. Heling in de zin van een verslavingsvrij leven is inderdaad niet het primaire doel van het pastoraat.
Dit mag een bemoediging zijn voor allen die te maken hebben met verslavingsproblematiek in hun pastorale praktijk! Jij als pastor hoeft het niet alleen op te lossen!
Uiteraard is gebed een essentieel element in het pastoraat rondom verslaving. Daarnaast kan het handelen van de pastor volledig staan in het kader van het begrip heling. Wij mogen, in navolging van de Heere Jezus (Mat. 14:14) vanuit ontferming en betrokkenheid een klimaat scheppen dat voor de verslaafde persoon als heilzaam wordt ervaren.
“Wat ontmoet de ander in ons? Is dat veroordeling, afkeuring, afwijzing, stapelen van schuld? Of ontmoet hij in ons ontferming, bewogenheid en betrokkenheid?”
Wat ontmoet de ander in ons? Is dat veroordeling, afkeuring, afwijzing, stapelen van schuld, et cetera? Deze reacties kent hij al uit de omgeving of van zichzelf. Of ontmoet hij in ons ontferming, bewogenheid en betrokkenheid? Deze reacties dragen bij aan een heilzaam klimaat waarin heling mogelijk wordt.
In het kader van wat De Boer hier schrijft, denk ik ook even aan de uitspraak die onze BasiC-collega Matthijs Voskuil deed in het Reformatorisch Dagblad van 18 maart: “Niet hard confronteren, maar liefdevol informeren. Ga door je knieën, kom op ooghoogte van de tiener.” Veel jongeren schamen zich voor hun verslaving. Het is vaak een eenzame strijd. Juist een open, nieuwsgierige, niet veroordelende houding, kan helpen om het gesprek op gang te brengen.
“Wees eerlijk! Deel het gewoon met iemand die je vertrouwt.”
Dit tonen van liefde, ontferming en bewogenheid, betekent voor De Boer niet dat we alles maar goed vinden en over onze kant laten gaan, maar het kan wel een ruimte scheppen die ervoor zorgt dat de betrokkene mogelijk voor het eerst echt kwetsbaar en eerlijk over de situatie durft te zijn. En dat kan het moment zijn dat voor het eerst de weg naar herstel wordt ingeslagen. Samen kan dan gezocht worden naar een mogelijk vervolg. In dat vervolg kan ook doorverwezen worden naar (christelijke) hulpverlening. Niet om daarna de handen ervan af te trekken, maar wel om gebruik te maken van passende expertise, die er ook voor zorgt dat het probleem de aandacht krijgt die het behoeft. De volgende functie van het pastoraat kan vervolgens een rol gaan spelen.
Bijstaan
Bijstaan heeft alles te maken met troost en bemoediging.
Als pastor ben je in het pastoraat steunend en bemoedigend ‘bij de ander’. Je kunt zo iets weerspiegelen van de troostende nabijheid van God (Jes. 40:1 en 66:14). Je kunt als pastor iets laten merken van de basisbehoeften veiligheid en geborgenheid. Het is van belang dat het pastoraat ook oog heeft voor de directe omgeving van de pastorant. Dit troosten en nabij zijn, blijft. De taak van de pastor is niet ten einde, wanneer een hulpverleningsproces op gang komt.
Begeleiden
Wanneer het geestelijk leven van een pastorant niet (meer) functioneert, mogen we iemand leiding en raad aanbieden, opdat zijn geestelijk leven (weer) tot bloei komt.
Een element van herderlijke zorg is ook het geven van richting en leiding. Wanneer je als pastor leiding geeft, doe je dat op een manier waarbij de eigen verantwoordelijkheid van de pastorant geen geweld wordt aangedaan. Dit is ook wat in de tijdelijke WhatsApp groep werd aangegeven door de diverse professionals die deelnamen vanuit Chris en Voorkom! en De Vluchtheuvel: het werkt voor jongeren beter wanneer wij hen zelf aan het denken kunnen zetten, dan wanneer wij hen ‘opleggen’ wat wel en niet mag. De Boer heeft hierbij voor ons een aandachtspunt (3). Onder de ‘druk’ van advies en leiding kan typisch verslavingsgedrag de kop op steken. De betrokkene kan zich egoïstisch, onbetrouwbaar en isolerend gedragen. Erbij blijven en uithouden is dan het advies! Wees aanhoudend, zonder de eigen wil van de betrokkene te negeren.
Verzoenen
Verzoenen richt zich op herstel van de relatie met de ander, met zichzelf, met God en met de schepping.
Het doel van verzoening is het opheffen van de vervreemding die onder de macht van de zonde ontstaat, vervreemding tot God, de ander, zichzelf en de schepping. In alle relaties is verslaving een verwoestend iets. De heilsgeschiedenis, met als hoogtepunt het verlossende werk van Christus aan het kruis, staat voortdurend in het teken van het herstel van de relatie tussen God en mens en van mensen onderling.
Verslavingsgedrag kan allerlei oorzaken hebben. De verslaafde blijft echter wel verantwoordelijk voor zijn eigen daden, ook wanneer deze voortkomen uit verslaving. Herstel gaat samen met bekering en geloof. Daarin kan het pastoraat een belangrijke rol spelen. Verzoening is daarin pas mogelijk als de schuld ligt waar hij hoort. Dit is een ingewikkelde dynamiek tussen de verslaafde persoon en zijn omgeving. Het pastoraat kan hierin helpen en de pastorant helpen in het groeien in inzicht in zijn situatie.
Relatieherstel met zichzelf is voor de pastorant van groot belang. Zoals God genade schenkt in de weg van bekering en geloof, en zijn omgeving hem vergeeft bij berouw en schuldbelijdenis, zo mag hij ook zelf leren genadig met zichzelf om te gaan.
“David viel vaak, maar elke keer ging hij weer terug naar God.”
Zingeving
Naast deze vier functies van pastoraat kan de pastor ook een relevante rol vervullen op het gebied van zingeving. Na vele pogingen om verslavingsgedrag te veranderen, kan het gevoel van waardeloosheid van het eigen leven optreden. Waarom zou je er nog moeite voor doen? Gelatenheid en passiviteit treden op de voorgrond.
Verslavingsgedrag is vaak de oplossing voor het vullen van een bepaalde ervaren leegte. Tegelijk kan verslavingsgedrag er de oorzaak van zijn dat mensen minder zinvol en doelgericht in het leven staan. In het zoeken naar zin en betekenis kan de pastor een belangrijke rol spelen.
“Serieus kijken naar: wie ben ik en waar hecht ik waarde aan?”
Het pastoraat kan bijdragen aan het herwaarderen van de huidige situatie. Welk bijbels perspectief kunnen we de ander aanreiken waardoor de zin van zijn bestaan voor hem weer op een andere manier duidelijk wordt? Wat is zijn waarde in de ogen van God? Waar is deze waarde op gebaseerd?Hoe kan de vergevende liefde van God de Vader doorwerken in zijn leven? Welk beeld heeft hij van God? Is de huidige situatie een straf van God? Hoe ziet hij de hand van God hierin? Hoe ziet hij zijn eigen rol in het leven?
“Zoek een andere plek voor je leegte.”
Als de pastorant vanuit bijbels perspectief weer waarde toe kan kennen aan zijn leven, neemt de urgentie tot terugval in verslavingsgedrag af. Immers, mislukking is dan niet meer wat zijn leven bepaalt. Hij is niet meer de ‘zielige loser’ die zijn leven niet kan besturen en slachtoffer is van zijn verslaving. Het pastoraat mag hem helpen op weg naar nieuwe betekenis en zin, waarin hij de regie over zijn leven terug kan nemen en zelf stappen kan zetten om tot herstel in zijn leven te komen. Met daaronder als fundament de vergevende liefde van God, een liefde die hem ook wil dragen in zijn proces van herstel.
Literatuur
Boer, Dirk, de, ‘De man op de bank: aandachtspunten en valkuilen voor het pastoraat’, in H.
Schaap-Jonker & W. Scholte (eds.), Van leegte naar liefde. Over de macht van verslaving en de weg naar herstel. Utrecht: KokBoekencentrum Uitgevers, 2019 186-197.