Rouwen doe je als een geliefde overlijdt. Maar rouwen kan ook in andere situaties aan de orde zijn. Rouwen om het leven dat anders loopt dan gehoopt en verwacht.
Rouwen om het leven
Wellicht kijkt u wat vreemd op als u hoort dan mensen kunnen ‘rouwen om het leven’. We koppelen het thema rouw al snel aan de dood, als een geliefde overlijdt. Toch zijn er veel jongeren die rouwen om het leven. Hoe zit dat en hoe gaan we daar mee om?
Verlieservaringen beperken zich niet tot het overlijden van mensen. Heftige omstandigheden in iemand zijn leven kunnen zulke ingrijpende veranderingen met zich meebrengen, dat er ook sprake is van rouw. Zo kunnen jongeren geconfronteerd worden met ziekte, scheiding of onvoorziene omstandigheden. In zulke gevallen is het belangrijk om te onderkennen dat jongeren een periode van rouw doormaken.
Corona
Tijdens de coronapandemie was er een behoorlijke toename aan psychische klachten te zien. Mensen waren meer op zichzelf aangewezen, er heerste onzekerheid en angst, veel sociale contacten waren niet meer mogelijk en langgekoesterde wensen moesten even wachten. Met name eerstejaarsstudenten bleken een kwetsbare groep: ze hadden zich hun eerste studiejaar heel anders voorgesteld.
De aanleiding dat toekomstdromen in duigen vallen hoeft niet altijd zo groot te zijn als een coronapandemie. Ook financiële zorgen of een verhuizing kan een gevoelig verlies betekenen voor het leven zoals een jongere zich dat had voorgesteld. Zo is bekend dat ‘pastoriekinderen’ vaak een fase van rouw doormaken als vader een beroep aanneemt naar een andere gemeente.
Pastoraal is het van belang dat er mensen zijn die langdurig met een jongere kunnen oplopen. Ambtsdragers of jeugdwerkers zullen moeten inschatten of ze aan deze verwachting kunnen voldoen. Wellicht is het nodig om daarvoor een beroep te doen op iemand anders, die de tijd en ruimte heeft om hier wat intensiever aandacht aan te besteden.
Ziekte
Als mensen een diagnose krijgen van een ernstige, chronische en/of levensbedreigende ziekte, zet dit hun leven op zijn kop. Allerlei vragen komen boven en allerlei alternatieven worden overwogen. In een periode van onderzoeken of wachten op uitslagen worden zulke jongeren heen en weer geslingerd tussen hoop en vrees. Een vergelijkbaar proces is te zien bij mensen die na een ernstig ongeval blijvend beperkt zijn geraakt.
Vaak volgt er op zo’n diagnose of gebeurtenis een fase van ontkenning en een fase van onderhandeling, voordat mensen echt toekomen aan de acceptatie van hun ziekte of beperking. Het kost moeite om iets met zo’n grote impact daadwerkelijk onder ogen te zien en een plek te geven in het leven.
In pastoraal opzicht vraagt het wijsheid om enerzijds mee te leven en zich te verdiepen in de omstandigheden, maar anderzijds niet de rol van hulpverleners of medici over te nemen. Als pastoraal medewerker of jeugdwerker heb je een eigen expertise en is het verstandig om enige afstand te bewaren tot het behandeltraject.
Scheiding
Een derde voorbeeld waarbij jongeren kunnen ‘rouwen om het leven’ is in het geval van echtscheiding. Kinderen verliezen een vertrouwd thuis, ze verliezen bepaalde zekerheden in het leven en ze verliezen een stuk ontspanning en harmonie in sociale contacten. Dat betekent een gevoelig verlies in een kinderleven.
Kinderen zoeken in zulke gevallen naar uitingsvormen om hun verdriet en angst een plek te geven. Bepaalde rituelen of symbolen zijn daarbij helpend, evenals het creëren van een plek waar kinderen terecht kunnen. Probeer momenten van verlies ook concreet vorm te geven, zoals het afscheid nemen van een huis.
In het pastoraat bij echtscheiding sneeuwt de aandacht voor kinderen nogal eens onder. Daarnaast is er bij het kind een hoge drempel om gevoelens te delen, omdat het de situatie niet verder wil belasten. Kinderen voelen zich (onterecht) zeer verantwoordelijk voor de situatie en voor de relatie tussen hun vader en moeder.
Het is daarom aan te bevelen om naast het pastoraat aan de ouders iemand te vragen om specifiek aandacht te besteden aan de kinderen. Op die manier is er een bepaalde openheid en onafhankelijkheid, die lastiger te waarborgen is als één persoon verantwoordelijk is voor alle doelgroepen in het gezin.