Het valt op dat in de Bijbel de geloofsleer en de praktijk van alledag nauw op elkaar betrokken zijn. Zo zou het op catechisatie ook moeten zijn, stelt Johan Schouls.
Een hartenkreet met ingehouden verontwaardiging, zo lees ik de oproep van Sandor van Leeuwen (RD 19-11). Hij vraagt aandacht voor de grote groep doeners die er in de kerk bekaaid van afkomt. Vaak zijn de prediking en de catechese voor doeners te hoog gegrepen. Er worden eisen aan hen gesteld waaraan ze niet kunnen voldoen. Deze oproep moeten we serieus nemen.
Van Leeuwen stelt dat je met een ”one size fits all”-benadering niet toekunt. Je zou het zo kunnen lezen dat catechiseren voor een groep catechisanten bestaande uit doeners en denkers niet goed werkt. Het alternatief zou kunnen zijn: catechiseren in niveaugroepen zoals ook ons schoolsysteem is opgebouwd.
In de gemeente waar ik lid ben, hebben catecheten deze aanpak serieus overwogen. Zij ervoeren de spagaat tussen doeners en denkers. Toch is ervoor gekozen om de groepen niet te splitsen.
Het belangrijkste argument was dat de catechisanten behoren tot het ene lichaam van de gemeente met de bijbehorende diversiteit.
Bovendien, zo was een van de motieven, is ieder mens een mix van denken en doen. Van iedereen wordt gevraagd God lief te hebben met heel je ziel, je verstand en je kracht. Het kan niet zo zijn dat de denker God alleen dient met zijn verstand en de doener alleen met zijn kracht.
Dogmatiek
Dit vraagt wel een gerichte aanpak. We moeten allereerst af van het idee dat catechiseren het aanleren is van een minidogmatiekje, een beschouwing over geloofswaarheden. We staan in de traditie van de Nadere Reformatie, die er werk van maakte om de zuivere leer vorm te laten krijgen in het concrete, dagelijkse leven. Niet voor niets heet dit de praktijk der godzaligheid.
Het is belangrijk te weten dat leerstellingen samenvattingen en abstracties zijn. De context van kernteksten laat vaak een heel concrete situatie zien. De tekst functioneerde in een situatie van mensen van vlees en bloed. Er wordt een relatie gelegd met God en de naaste.
Laten we daarom terugkeren naar de concrete Bijbelse context om geloofsuitspraken te illustreren. We zien dan dat geloofsleer en de praktijk van alledag in de Bijbel nauw op elkaar betrokken zijn.
Het blijkt overigens dat de Heere Jezus Zelf ook voortdurend de vinger legt bij de praktijk van het leven. De ‘denkende’ farizeeën en Schriftgeleerden werden keer op keer geconfronteerd met het gebrek aan praktische barmhartigheid en met de zonden van hebzucht en eerzucht.
Als we de catechese willen hervormen moet het zijn naar Bijbelse maatstaf.
Recept
In het kader van dit artikel wil ik enkele aanbevelingen doen –ik dien ze ook zelf ter harte te nemen– voor het catechiseren. Het is een ABC-recept.
A. Aandacht en aanvaarding. Laat de catecheet iedere catechisant liefhebben en kijken door de ogen van Christus, Die het verlorene op het oog had. Let wel: iedere catechisant, ook die ADHD’er in het kwadraat, die arrogante betweter en dat pikant geklede meisje.
Kijk door de buitenkant heen en zoek het hart. Dit sluit correctie en het stellen van grenzen niet uit, maar in. Liefde zoekt het heil van de ander. De ogen van zo’n catecheet spreken boekdelen. Deze pastorale houding is onmisbaar en vraagt van de catecheet een nauwe omgang met de Heere Jezus.
B. Beeldende uitleg. Vertel wat je in gedachten ‘ziet’ als je dogmatische termen gebruikt als voorzienigheid, rechtvaarding en heiliging. Zoek bij iedere geloofswaarheid een voorbeeld. Bunyan, Watson, Spurgeon en Ryle waren meesters in het illustreren.
Streef naar actuele voorbeelden. Laat de geloofswaarheid in een verhaal functioneren, zodat blijkt hoe het praktisch werkt in het leven.
Laat ook de catecheet een levende illustratie zijn van wat hij vertelt. Hij heeft toch ook te maken met de aantrekkingskracht van de zonde, de vrees voor het oordeel en de blijdschap over de genade? Hij zucht toch ook over de gebrokenheid van leven en wordt bemoedigd door de prediking? Laat maar merken wat het echte leven is!
C. Concreet en confronterend. Leg de nadruk op kernen van het christelijk geloof en selecteer desnoods in de leerstof. Oefen om dit met eigen woorden uit te leggen.
Praat in heldere taal richting de jongeren. Zinnen in plechtige kerktaal klinken rechtzinnig, maar versluieren de waarheid. Het Woord is een tweesnijdend scherp zwaard. Dit geldt ook voor de catechese. De zonde is concreet, de genade is concreet.
Wees helder in de boodschap. Er mag geen catechisatieles voorbijgaan zonder dat iedereen geconfronteerd is met zichzelf en met Gods boodschap.
Catecheten, neem de proef op de som. Maak gebruik van het bovenstaande ABC-recept. Laat uw pastorale hart kloppen voor alle jongeren!
Auteur: Johan Schouls
De auteur is (ten tijde van het schrijven van dit artikel) docent aan de Pieter Zandtscholengemeenschap in Kampen en ouderling in de plaatselijke gereformeerde gemeente. Hij schreef de catechisatiemethode ”Leren en belijden”.
Bron: Reformatorisch Dagblad, 23 november 2013