Hoe komt het dat ‘doener-jongeren’ vaak moeite hebben met bidden, Bijbellezen en het houden van ‘stille tijd’? Joanne Westeneng, student aan Bijbelschool De Wittenberg, deed er onderzoek naar en sprak verschillende doener-jongeren. Het leverde een aantal verrassende inzichten op.
Hoe komt het dat ‘doener-jongeren’ vaak moeite hebben met bidden, Bijbellezen en het houden van ‘stille tijd’? Joanne Westeneng, student aan Bijbelschool De Wittenberg, deed er onderzoek naar en sprak verschillende doener-jongeren. Het leverde een aantal verrassende inzichten op. “Ik heb altijd als ik het woord ‘stille tijd’ hoorde, gedacht dat je dan stil moet zijn en stil moet zitten.”
De jongeren die Joanne sprak, gaven aan dat ze stille tijd belangrijk vinden. Daarom hebben ze verschillende methoden uitgeprobeerd. Zo leest Bram* via de Bijbel-app de Bijbel aan de hand van een leesplan. Ook heeft hij een ‘gebedsplankje’ gemaakt met diverse gebedspunten. “Elk keer als ik dit plankje lees, herinner ik me waarvoor ik kan bidden. Ook heb ik dagboekjes uitgeprobeerd en het plaatsen van uitroeptekens en vraagtekens bij een Bijbelgedeelte volgens de ‘Zweedse methode’. Ondanks deze hulpmiddelen vind ik stille tijd houden nog steeds lastig. In het begin lukt het wel lukt om zo’n methode te volgen, maar later zakt het weg. Wat ik leer, blijft bovendien maar kort hangen. Ik heb behoefte aan meer handvatten en nieuwe methoden. Ook zou ik de dingen waarin ik vastloop graag willen delen met andere gelovigen.”
Judith, een andere jongere uit het onderzoek, vertelt: “Bij stille tijd vind ik het vooral lastig om eraan te beginnen, om een geschikte tijd en plaats te vinden. Als ik er eenmaal inzit, is het minder lastig. Ik heb weleens geprobeerd om de hele Bijbel door te lezen, maar het is niet gelukt om dat echt door te zetten. Als ik iets niet begrijp, vraag ik weleens uitleg aan een familielid of andere gelovigen. Soms helpt het mij om naar een stilteruimte te gaan of een stukje te lopen met een tekst in gedachten.”
“Mij helpt het om een christelijk lied te luisteren en mee te zingen”, zo vertelt Niels. “Dat is dan een soort van stille tijd. Ook het uitschrijven van een gebed helpt mij bij het ordenen van mijn gedachten. Ik merk ook dat het makkelijker is om te luisteren als iemand hardop voorleest uit de Bijbel dan dat ik het voor mijzelf lees. Ik vind het vaak moeilijk om tijd te maken voor gebed en Bijbellezen, terwijl ik weet dat het veel vreugde en inzichten geeft als je het wel doet.”
Elsbeth worstelt met hetzelfde probleem: “Hoe kan ik pas op de plaats maken? Hoe kan ik rustig kan gaan zitten en stil zijn? Ik heb verschillende dingen geprobeerd, maar ik ben nog steeds aan het zoeken naar wat bij mij past. Wel heb ik gemerkt dat het mij helpt om het bos in te gaan en daar een kwartier te gaan zitten. Dat gaat beter dan stil in m’n kamer zitten. Het uitschrijven van een gebed helpt ook wel, net als het lezen met een dagboek en bidden aan de hand van gebedspunten.”
Voor de jongeren heeft stille tijd iets dubbels. Enerzijds merken ze dat het fijn is om er een vast moment voor te nemen en zich daaraan te houden. Tegelijk werkt het idee dat bidden en Bijbellezen ‘moet’ en ‘zo hoort’ belemmerend. “Ik kan niet gaan zitten, bidden en Bijbellezen en daar een uurtje mee bezig zijn”, zo vertelt Judith. “Juist omdat je hoort dat het ‘moet’. Dat maakt het voor mij moeilijker. Nu en dan lukt het, en dan merk ik wel dat het goed voor me is.” Niels vult aan: “Ik heb altijd als ik het woord ‘stille tijd’ hoorde, gedacht dat je dan stil moet zijn en stil moet zitten. De naam roept allerlei beelden op en dat geeft al weerstand voor ik eraan begin.”
In haar conclusie maakt Joanne duidelijk dat het voor doeners belangrijk is om de kern van stille tijd voor ogen te houden: contact met de Heere God. Met een verwijzing naar het boek ‘Aan Zijn voeten’ van W. Born-van den Brink, zegt ze: “We moeten stoppen stille tijd als een prestatie of plicht te zien. We mogen stille tijd zien als een cadeau aan jezelf. Gun jezelf een moment van rust en stilte en contact met God.”
De student stelt dat een te smalle benaderring van stille tijd voor doeners belemmerend werkt. Daarbij haalt ze een citaat aan van Gary Thomas, auteur van ‘Jouw spiritualiteit’: “Het kan verwoestend zijn om van alle christenen te verwachten dat ze zich aan een bepaald type stille tijd houden en als ze dat niet doen dat er wat mis is met hun geloof. God wil je echte zelf kennen met je bepaalde persoonlijkheid en geestelijke temperament (we ervaren God allemaal anders). God wil dat je aanbidt in overeenstemming met hoe Hij je heeft gemaakt.''
Ook Bert Kalkman, pedagoog en onderwijskundige, volgt deze gedachtelijn. “Stille tijd is tijd vrij maken, maar je hoeft niet als een muis achter je bureau te zitten”, zegt hij. “Stille tijd kan ook gewoon lopen zijn en aan de Bijbel en God denken. Voor doeners is stille tijd ook met God praten terwijl je bezig bent. Want juist als het moet omdat het goed zou zijn en jij kan je toevallig niet goed concentreren, krijg je bijna een schuldgevoel wanneer je stille tijd lastig vindt. Nou, ga dan gewoon een poosje wandelen en probeer het op die manier. Zoek dus een mogelijkheid om de woorden van God te overdenken, want niets doen is geen optie.”
De namen van de jongeren in dit artikel zijn gefingeerd.
Auteur: Stuurgroep Doeners in de kerk