Dit citaat komt uit het boekje ‘Daadkracht’, geschreven door Laurens Snoek. De citaten zijn ‘denkprikkels’ voor opvoeders die betrokken zijn op doeners in de kerk. In de toelichting wordt een stukje uitleg gegeven.
We doen moeite om kinderen te leren lopen, praten, lezen, bidden.
Maar als we willen dat ze niet alleen horen, maar ook doen, laten we ze dan leren kijken:
- Naar zichzelf
- Naar de ander
- Naar God
- Naar Christus
Een christendom van doeners vraagt niet in de eerste plaats: ‘Wat denk je?’ of ‘Wat vind je?’, maar: ‘Wat zie je?’ Dáárop volgen geloof en goede werken.
Wie goed wil dóén, moet eerst goed kijken
Toelichting
‘Wat vind jij ervan?’ Deze vraag wordt zo vaak gesteld dat het bijna lijkt alsof onze mening belangrijk is. Veel jongeren denken dat ook echt. Al vanaf jonge leeftijd kregen ze in allerlei opzichten de keus: ‘Wil je limonade of yoki?’ ‘Zullen we deze koeken kopen of die?’ ‘Hoeveel kinderen uit je klas wil je op je feestje hebben?’
De gangbare media voeden dit idee in sterke mate. Het nieuws over een aanslag of een economische meevaller is nog niet binnen of allerlei mensen wordt voor de camera gevraagd wat ze ervan vinden.
Moeten jongeren zich bewust worden van hun mening? Ja. Moeten ze leren die te verwoorden? Ja. Maar ze moeten ook bescheidenheid leren. Ze moeten er ook achter komen dat een waardevolle mening pas ontstaat als ze eerst goed gekeken en geluisterd en nagedacht hebben.
Dat geldt zelfs voor het meest wezenlijke in ons leven. Hoe komt een zondaar tot geloof? Niet door iets van Jezus te vinden, maar door op Jezus te zien.