Deze bijbeltekst met daarbij een korte uitleg hoort bij les A2.37, B4.42 en C3.36 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Thema
- Jezus en Petrus (A2.37)
- Aan de zee van Tiberias (B4.42)
- Jezus bij de zee (C3.36)
Bijbelgedeelte
- Johannes 21:15-25 (A2.37)
- Johannes 21 (B4.42)
- Johannes 21:1-17 (C3.36)
Tekst SV
Hij zeide tot hem ten derden maal: Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij lief? Petrus werd bedroefd, omdat Hij ten derden maal tot hem zeide: Hebt gij Mij lief, en zeide tot Hem: Heere! Gij weet alle dingen, Gij weet, dat ik U liefheb. Jezus zeide tot hem: Weid Mijn schapen.
Tekst HSV
Hij zei voor de derde keer tegen hem: Simon, zoon van Jona, houdt u van Mij? Petrus werd bedroefd, omdat Hij voor de derde keer tegen hem zei: Houdt u van Mij? En hij zei tegen Hem: Heere, U weet alle dingen, U weet dat ik van U houd. Jezus zei tegen hem: Weid Mijn schapen.
Uitleg
A2.37
Petrus werd bedroefd: omdat het lijkt alsof de Heere Jezus hem niet gelooft en aan zijn liefde schijnt te twijfelen.
B4.42
Petrus heeft zijn Meester drie keer verraden met vloeken en eedzweren. Jezus zoekt hem echter na Zijn opstanding weer op. Hij heeft hem blijkbaar niet losgelaten, hoezeer Petrus het had verdiend. Jezus wil weten of Petrus nog van Hem houdt. Drie keer de vraag: Hebt gij Mij lief. En dan blijkt dat de liefde tot zijn Meester toch diep in zijn hart zit. Zelf durft hij dat niet te zeggen. Daarom: Heere, U weet wat er in mij leeft. U weet immers alles. Is die liefde ook in ons hart?
C3.36
De Heere weet precies wat er in je hart leeft. Vertel alles maar aan Hem, ook als je géén liefde vindt... Leg je hart dan ook open voor de Heere neer en vráág om Zijn liefde. Petrus heeft het ook niet van zichzelf, alles heeft hij ontvangen van de Heere.