Deze bijbeltekst met daarbij een korte uitleg hoort bij les A1.45 en A2.39 van de zondagsschoolmethode van het LCJ en de BHZ.
Thema
- Pinksteren (A1.45)
- Belofte van bekering (A2.39)
Bijbelgedeelte
- Handelingen 2:1-40 (A1.45)
- Ezechiël 36:22-38 (A2.39)
Tekst SV
Indien dan gij, die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven degenen, die Hem bidden?
Tekst HSV
Als u die slecht bent, uw kinderen dus goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven aan hen die tot Hem bidden?
Uitleg
A1.45
Als een boos, zondig mens het goede geeft aan zijn kind, zal de hemelse Vader dat dan niet doen? Zal Hij niet de Heilige Geest schenken als we het Hem vragen?
A2.39
gij die boos zijt: alle mensen zijn van nature slecht. Desondanks zorgen ze meestal goed voor hun kinderen. Hoeveel te meer zal God dan niet vergeving en genade schenken aan hen die erom biddend vragen? Gods beloften zijn waar, val je God er eerbiedig gesproken mee lastig, of Hij je ook wil geven van Zijn genade?